Raden voor de leefomgeving en infrastructuur
decentralisatie ruimtelijk beleid
Taken én geld voor de regio - Adviesraden adviseren over decentralisatie
ruimtelijk beleid
RLI - 8 juni 2011
Decentralisatie van ruimtelijk beleid kan niet zonder decentralisatie
van middelen en uitvoeringsinstrumenten. Dit stellen de raden voor de
leefomgeving en infrastructuur in een advies over de toekomst van het
ruimtelijk beleid, dat vandaag is uitgebracht aan minister Schultz van
Haegen van Infrastructuur en Milieu. De raden vinden decentralisatie
van nationaal ruimtelijk beleid een goed uitgangspunt, maar menen dat
het Rijk provincies en gemeenten wél in staat moet stellen om de
ruimtelijke taken daadwerkelijk op te pakken. Daarvoor benoemen de
raden een aantal randvoorwaarden. Alleen dan kan een beter werkende
ruimtelijke ordening ontstaan.
Binnenkort wordt de nieuwe structuurvisie Infrastructuur en Ruimte
verwacht, waarin de minister de voorgenomen decentralisatie van
nationaal ruimtelijk beleid uitwerkt. In het advies stellen de raden
dat zij de voorgenomen decentralisatie van ruimtelijk beleid een goed
uitgangspunt vinden. Wel moeten provincies en gemeenten in staat worden
gesteld hun ruimtelijke ordeningstaken daadwerkelijk op te pakken,
anders is decentralisatie niet reëel. Dat vereist dat middelen en
uitvoeringsinstrumenten ook gedecentraliseerd worden. Alleen onder die
voorwaarde kunnen decentrale overheden hun taken goed uitvoeren. De
raden menen dat de recent geactualiseerde Wet op de ruimtelijke
ordening (Wro) provincies en gemeenten al wel van de juiste
instrumenten voorzien heeft. De beschikbaarheid van financiële middelen
van decentrale overheden is volgens de raden echter nog niet goed
geregeld. Het gaat de raden daarbij in deze financieel-economische
tijden niet zozeer om extra geld, maar om het structureel organiseren
van decentrale middelen en uitvoeringsinstrumenten. De raden
constateren dat er grotere ruimtelijke verschillen tussen regio's
kunnen ontstaan, maar accepteren deze als logische consequentie van
decentralisatie.
Naast middelen en uitvoeringsinstrumenten onderscheiden de raden nog
een aantal andere randvoorwaarden voor decentralisatie van ruimtelijk
beleid. Deze houden onder andere in dat het Rijk nationale opgaven
nadrukkelijk vanuit een internationaal perspectief moet benoemen,
heldere sectorale doelen moet stellen en de bescherming van
leefomgevingskwaliteiten moet regelen. Tevens adviseren de raden in te
zetten op instrumenten die de uitvoering van ruimtelijk beleid kunnen
verbeteren en versnellen, want alleen decentralisatie van beleid is
daartoe onvoldoende. Een voorbeeld daarvan is het versterken van de
gebiedsagenda.
Razende Robot Reporter