Rijksoverheid


26 mei 2011

Geannoteerde concept-agenda van de Navo-ministeriële te Brussel van 8 en 9 juni a.s.

Afschrift aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 22 2513 AA Den Haag Bij beantwoording datum, onze referentie en betreft vermelden.

Graag bied ik u hierbij als bijlage de geannoteerde agenda aan van de ministeriële bijeenkomst van de defensieministers van de Navo te Brussel op 8 en 9 juni a.s.

DE MINISTER VAN DEFENSIE

drs. J.S.J. Hillen


Agenda Op 8 en 9 juni a.s. vindt te Brussel een Navo-bijeenkomst van defensieministers plaats. De definitieve agenda is op het moment van het versturen van deze brief nog niet vastgesteld. De onderwerpen die in deze brief worden genoemd zijn ontleend aan een conceptagenda. Op 8 juni spreken de ministers samen met niet-Navo landen die deelnemen aan Operation Unified Protector over de voortgang van de missie en de eventuele verlenging na 23 juni. Vervolgens wordt gesproken over raketverdediging en de hervorming van de Navo. In het licht van die hervormingen zal in het bijzonder worden gesproken over de geografische locaties van de hoofdkwartieren in de nieuwe commandostructuur. Ook wordt gesproken over transformatie, internationale samenwerking en cyber defence. Op 9 juni spreken wij met partners over de ISAF-operatie.

Operaties Unified Protector Op 23 juni as loopt het huidige mandaat voor de Navo missie in Libië af. Deze bijeenkomst staat daarom vooral in het teken van de door SACEUR opgestelde evaluatie van de missie en een mogelijke verlenging daarvan. In algemene zin concludeert SACEUR dat de militairoperationele doelstellingen, het handhaven van het embargo en de No Fly Zone, alsmede het voorkomen van grootschalige gewelddadigheden door het Libische regime, zijn behaald. De politiek-militaire doelstellingen die de ministers van Buitenlandse Zaken van de Navo begin april in Berlijn formuleerden (er moet een einde komen aan het geweld tegen burgers; de troepen van Kadhaffi moeten zich verifieerbaar terugtrekken in hun kazernes; en humanitaire hulp moet ongehinderd kunnen worden afgeleverd) zijn echter nog niet behaald. Voortzetting van de missie is momenteel nog noodzakelijk om grootschalig geweld door Khaddafi te voorkomen. Hoewel zijn militaire capaciteiten en infrastructuur significant zi jn aangetast, beschikt hij nog over voldoende middelen om een dreiging te vormen voor de minder georganiseerde rebellen en de burgerbevolking. Het feit dat hij militaire middelen in dichtbevolkte gebieden opstelt en steeds meer asymmetrische tactieken toepast, onderstreept de voortdurende noodzaak van de missie. Tegelijkertijd is het duidelijk dat de Navo-missie eindig is en niet kan zorgen voor een blijvende stabiele politieke situatie. Als onderdeel van de verlengingsdiscussie zal daarom tevens moeten worden gekeken naar de transitie naar de postconflict fase, waarin de nadruk ligt op duurzame politieke stabilisatie, een legitiem bestuur en economische wederopbouw. Daarvoor zijn andere fora, in het bijzonder de Contact Group, verantwoordelijk. Naar verwachting zal de Noord Atlantische Raad instemmen met een verlenging van Operation Unified Protector. De discussie in de aanloop naar de ministeriële spitst zich vooral toe op de vraag of de Navo robuuster moet optreden om het milit aire vermogen van Khaddafi sneller te reduceren. Ik zal mijn steun uitspreken voor verlenging van de missie en stellen dat Nederland met de huidige bijdrage zijn aandeel levert. Het kabinet bezint zich op dit moment op een voorzetting van de Nederlandse bijdrage. Uw Kamer wordt daarover conform de geldende procedures zo spoedig mogelijk geïnformeerd. Voorwaarde voor de Nederlandse steun aan de missie is dat deze wordt voortgezet binnen het huidige mandaat van de VN Veiligheidsresoluties 1970 en 1973. Afghanistan In de vergadering zal de stand van zaken van de inspanningen van de Navo in Afghanistan worden geschetst. De inspanningen richten zich voornamelijk op het langdurige partnerschap van de Navo met de Afghaanse regering en de begeleiding van de transitie en de overdracht van verantwoordelijkheden aan de Afghaanse overheid. De komende jaren zullen stapsgewijs gebieden formeel aan de Afghaanse overheid worden overgedragen. Voordat een gebied wordt overgedragen, wordt eerst beoordeeld of het voldoet aan de daarvoor gestelde voorwaarden. De voltooiing van de transitie is voorzien voor 2014. Ook de Nederlandse inspanningen in Kunduz, Kabul en Bamyian zijn de komende jaren gericht op de transitie. Voor een succesvolle transitie en de steun voor de Afghaanse overheid onder de bevolking is onder meer de versterking van de rechtsstaat in Afghanistan van belang. Ook voor Nederland is de opbouw van de rechtsstaat in Afghanistan een belangrijk aandachtspunt. Voorkomen moet worden dat er in Afghanistan een lappendeken ontstaat van diverse activiteiten die niet op elkaar zijn afgestemd. De opbouw van de rechtsstaat en het versterken van de band tussen de Afghaanse politie en justitie vormen de kern van de Nederlandse geïntegreerde aanpak. De goede coördinatie en ondersteuning van de internationale rule of lawactiviteiten in Afghanistan is een uitdaging gebleken. In Brussel zal worden voorgesteld de Amerikaanse Rule of Law Field Forces Afghanistan (ROLFF-A) vanaf 2012 onder te brengen bij ISAF met als naam NATO Rule of Law Field Support Misssion (NROLFSM). Hierdoor kan de coördinatie van activiteiten worden verbeterd. Nederland ondersteunt deze nieuwe opzet. De NATO Rule of Law Field Support Mission zal de beveiliging en praktische ondersteuning van civiele of civiel-militaire inspanningen voor de opbouw van de rechtsstaat in Afghanistan ter hand nemen. De kosten worden gro tendeels gedekt door bijdragen `in kind' van bondgenoten, in de eerste fase vooral de VS. De missie zal in eerste instantie bestaan uit vijf Rule of Law Field Support Teams van acht tot tien personen en ongeveer 200 militairen, voornamelijk voor de bescherming van de Support Teams. UNAMA blijft de leiding houden over de internationale civiele inspanningen om het bestuur in Afghanistan te verbeteren. ISAF zal geen zelfstandige en inhoudelijke interventies in het rechtssysteem plegen. Ocean Shield De Navo heeft de Strategic Review van operatie Ocean Shield op dit moment nog niet voltooid. Verwacht wordt dat de review voorstellen zal bevatten voor effectiever en robuuster optreden van de Navo tegen piraterij, waarbij de balans tussen beschikbare middelen en realistische ambities leidend is. De review zal voorts waarschijnlijk ingaan de Navo- bijdrage aan maritieme capaciteitsopbouw in de regio. Over dat laatste zal ik opmerken dat de huidige inspanningen van de Navo kunnen worden gec ontinueerd en goed moeten worden afgestemd op overige bi- en multilaterale inspanningen. Ten slotte zal ik mij uitspreken voor een slimmere en robuustere aanpak van piraten, waarbij het verstoren van piraterijactiviteiten op land niet is uitgesloten.

Raketverdediging Met de goedkeuring van het Strategisch Concept van de Navo is een positief besluit genomen over raketverdediging ter bescherming van de bevolking en het bondgenootschappelijke grondgebied in Europa tegen de toenemende dreiging vanuit landen die ballistische raketten ontwikkelen. De ruggengraat van de Navoraketverdediging wordt gevormd door Amerikaanse systemen die aan de Navo worden aangeboden en systemen van de lidstaten worden daarin geïntegreerd. Lidstaten dragen de kosten van sensoren en wapensystemen. Nederland beschikt voor raketverdediging over drie Patriot-systemen. De vier Luchtverdedigings- en Commandofregatten (LCF) zullen de komende jaren geschikt worden gemaakt om eveneens een rol (early warning) te spelen bij raketverdediging. Wij zullen tijdens de komende bijeenkomst een actieplan voor Navoraketverdediging goedkeuren dat belangrijke mijlpalen en actiepunten beschrijft voor zowel de korte als de lange termijn. Naar verwachting zal op de Navo-top beg in 2012 in de Verenigde Staten worden de besloten dat de nationaal beschikbaar gestelde systemen onder bevel van de Navo komen. Aanvankelijk zullen dat voornamelijk Amerikaanse systemen zijn, waarbij ook de bondgenoten de mogelijkheid hebben systemen aan te bieden. Voorts zal actief worden gezocht naar samenwerking met Navo-partners en niet-Navo-landen die een bijdrage kunnen leveren aan raketverdediging. De consultaties met Rusland in de NATO Russia Council (NRC) zijn hiervan het belangrijkste voorbeeld. De voortgang in de NRC is tot nu toe teleurstellend, omdat deze sterk wordt bepaald door de verhoudingen tussen de Verenigde Staten en Rusland. De ministeriële vergadering zal ook in het kader van de NRC spreken over de samenwerking met Rusland op het gebied van raketverdediging. Hervormingen Navo-commandostructuur Veruit het gevoeligste onderwerp op de agenda betreft het voorstel van de Secretaris-generaal van de Navo over de toekomstige geografische verdeling van de hoofdkwarti eren in de nieuwe commandostructuur. Tijdens de Top in Lissabon eind vorig jaar heeft de Secretaris-generaal de opdracht gekregen een voorstel voor de geografische verdeling van de hoofdkwartieren te doen. De Secretarisgeneraal werkt daaraan, maar het is nog niet bekend wat de inhoud van het voorstel zal zijn. Conform de afspraken in het Regeerakkoord heb ik herhaaldelijk gesteld dat de Nederlandse regering veel waarde hecht aan het behoud van het Joint Force Command (JFC) in Brunssum. Er zijn geen indicaties dat het plan van de Secretaris-generaal implicaties heeft voor de locatie van het JFC in Brunssum. Of tijdens de komende bijeenkomst al definitieve besluiten kunnen worden genomen is nog niet zeker. Navo-agentschappen Zoals ik meldde in mijn brief van 18 maart jl. is tijdens de ministeriële bijeenkomst in die maand besloten vier business cases voor de toekomstige drie hoofdagentschappen en het office of Shared Services uit te werken, met het oog op besluitvorming in juni. De business cases zijn inmiddels nagenoeg gereed. Op grond van voorlopige berekeningen blijkt dat de grootste opbrengsten op korte termijn op het gebied van Shared Services kunnen worden behaald. De geringe opbrengsten die op korte termijn kunnen worden behaald door de oprichting van de Procurement en Support agentschappen leiden ertoe dat minder hervormingsgezinde landen hun vraagtekens zetten bij nut en noodzaak van de hervormingen van de agentschappen. Op dit moment wordt, (mede) op mijn initiatief, gewerkt aan een voorstel om te beginnen met de inrichting van de hoofdkantoren van de drie agentschappen en het office of Shared Services, en om de interim General Managers de opdracht te verlenen besparingen te vinden. Door nu wel stappen te zetten, kan hopelijk het momentum voor verdere bezuinigingen worden behouden. Het is denkbaar dat de ministers een tussenstap zetten en tijdens de komende bijeenkomst enkele principebesluiten nemen, waarna voor de uitwerking van de hervormingen wat meer tijd genomen zal worden.

Transformatie en internationale samenwerking Multinationale samenwerking is ook bij Navo een belangrijk aandachtsgebied dat onder de noemer van SMART Defence door de SG Navo is gelanceerd en begin maart met de instelling van een Task Force Multinational Approaches onder leiding van het Allied Command Transformation is bekrachtigd. Deze benadering beoogt op verschillende terreinen, zoals aankoop, exploitatie en onderhoud, en innovatieve oplossingen, mogelijkheden te identificeren voor multinationale initiatieven die de dalende nationale budgetten en stijgende kosten enigszins kunnen opvangen. Voor oktober is een voortgangsrapportage voorzien en op de Navo-top in 2012 zullen specifieke voorstellen voor gezamenlijke projecten worden bekendgemaakt. Tijdens deze vergadering zal kort verslag worden gedaan van de voortgang. Cyber Defence Het nieuwe cyberbeleid van de Navo zal tijdens de ministeriele bijeenkomst worden vastgesteld. Ook wordt al gewerkt aan een actieplan voor de uitvoering van het beleid. De nadruk zal in eerste instantie liggen op de verbetering van de preventie, de weerbaarheid en de bescherming van de eigen Navo-systemen. Ook besteedt het beleidsplan aandacht aan de ondersteuning van bondgenoten bij aanvallen en aan de uitgangspunten voor het beveiligingsniveau van essentiële infrastructuur. Ik heb in de beleidsvoorbereiding aandacht gevraagd voor het behoud van het strategische karakter van cyber defence, in overeenstemming met het nieuwe Strategische Concept (cyber defense is meer dan netwerkbescherming). Naar aanleiding van de Nederlandse inbreng wordt in het herziene beleid aandacht besteed aan de noodzaak tot gezamenlijke dreigingsanalyses en samenwerking met partners (zowel civiel ­ militair als publiek ­ privaat). Ik zal instemmen met het geagendeerde document.