Burger steeds meer gelijkwaardige partner van de politie

Persbericht van Het Programma Politie en Wetenschap

Politie en Publiek. Een onderzoek naar de communicatievormen tussen burgers en blauw, nieuwe uitgave in de reeks Politiewetenschap van het Programma Politie en Wetenschap.

De publiekscommunicatie vanwege de politie is lang gedomineerd door de landelijke opvatting dat het imago van de politie door concerncommunicatie van bovenaf gestuurd zou kunnen worden.Daardoor is er het afgelopen decennium te weinig oog geweest voor communicatie van de politiefunctionaris in direct contact met de burger. Niettemin wordt op lokaal niveau de relatie burger-politie veel serieuzer genomen. Hier is de burger inmiddels geëmancipeerd tot een gelijkwaardige partner zonder wiens medewerking de politie niet goed meer kan functioneren. Debet daaraan is ook de opkomst van nieuwe 'sociale media'. Daardoor heeft de politie ten aanzien van het publiek een gelijkwaardige, en soms zelfs afhankelijke positie gekregen. De bereidwilligheid van de burgers om de politie bij te staan,leidt ertoe dat de verticale gezagsverhouding van vroeger heeft plaatsgemaakt voor een horizontale relatie die eerder te typeren is als een bondgenootschap: samen sterk voor een veiliger en leefbaarder samenleving. Het verdient aanbevelingen dit bondgenootschap tussen politie en burgers verder te versterken. Dat vraagt wellicht om een ander type politiefunctionaris.

Dit zijn enkele belangrijke uitkomsten van een (vervolg)studie naar de ontwikkeling van de communicatie tussen politie en burgers, die in opdracht van het Programma Politie en Wetenschap is uitgevoerd door prof. Henri Beunders van de Erasmus Universiteit in Rotterdam in samenwerking met de DSP-groep in Amsterdam.
In de eerdere P&W-studie 'Politie en Media' (Politiewetenschap nr. 21, 2005/2009) is voor het eerst de complexe relatie tussen politie en media, de veranderingen die zich daarin de laatste jaren hebben voltrokken en de consequenties voor het communicatiebeleid bij de politie, belicht. Een van de conclusies luidde dat overheden hebben geleerd de beeldvorming naar buiten niet aan de media te moeten overlaten, wat bijgedragen heeft aan een explosieve groei en professionalisering van (afdelingen en medewerkers) voorlichting en communicatie. Zo ook bij de politie.
Deze nieuwe studie richt zich op de communicatie tussen politie en publiek, hoe die gestalte krijgt in korpsen en hoe dat van invloed is of kan zijn op de relatie met burgers.
De relatie tussen overheid en burgerij is in de afgelopen decennia drastisch gewijzigd. Versterkt door de revolutionaire ontwikkelingen van nieuwe communicatiemiddelen is ze veel gelijkwaardiger geworden. Sociaal-interactieve media stellen burgers veel meer in staat zich te bemoeien met overheidstaken. Omgekeerd doet de overheid steeds meer een beroep op burgers om medeverantwoordelijkheid te nemen onder meer voor een veilige leefomgeving.
Deze brede maatschappelijke ontwikkeling is niet voorbijgegaan aan de politie. Mobiele telefoon, internet en sociale media hebben ervoor gezorgd dat de politie niet langer kan opereren zonder de actieve deelname van het publiek.
Studies naar de (veranderende) relatie politie-publiek zijn evenwel schaars. Dit boek is een eerste aanzet om de situatie in deze 21e eeuw in kaart te brengen. Het richt zich in het bijzonder op de communicatie tussen politie en publiek, beschrijft de impact daarop van nieuwe (sociale) media en onderzoekt de wijze waarop politiekorpsen deze (kunnen) benutten, en met welk doel en resultaat. Het eerste deel van de studie bevat een historische beschouwing over de ICT-revolutie en veranderingen als gevolg daarvan in de relatie overheid-burger. Dit deel eindigt met een schets van het huidige landelijke communicatiebeleid van de korpsen ten aanzien van de relatie tussen politie en publiek. Geconcludeerd wordt dat dit sterk gestuurd wordt door de misvatting dat het imago van de politie door 'concerncommunicatie' van bovenaf gestuurd zou kunnen worden. Daardoor is er het afgelopen decennium te weinig oog geweest voor communicatie van de politiefunctionaris in direct contact met de burger. In het tweede deel van de studie worden de inspanningen op lokaal niveau van de communicatie met burgers te verbeteren in kaart gebracht. Dit gebeurt in vier politieregio's (Amsterdam-Amstelland, Hollands Midden, Limburg-Noord en Twente), waarbij wordt ingezoomd op drie vitale werkdomeinen van de politie waarin het contact met burgers centraal staat: dat van de aangiftebenadeling, de wijkagent ('kennen en gekend worden') en de opsporing. Dit levert een gevarieerd beeld op van meer of minder kleinschalige initiatieven, waarbij burgerparticipatie veelal het trefwoord is. Deze initiatieven worden met grote creativiteit en betrokkenheid op de werkvloer geïnitieerd en over het algemeen staan zij los van het landelijk beleid. Dit kan worden getypeerd als een 'laat duizend bloemen bloeien' ontwikkeling waarbij opvalt dat de resultaten van al die communicatie-inspanningen en -initiatieven nauwelijks worden gemeten of gevolgd. In de aanbevelingen van deze studie wordt gepleit voor versterking van het bondgenootschap tussen politie en burger. Hiervoor moeten randvoorwaarden worden gecreëerd zoals het goed kunnen hanteren van de aanzwellende informatiestromen die de communicatie met burgers te weeg brengt, het werken (onder meer bij werving en selectie) met nieuwe kwaliteitseisen die aan politiefunctionarissen gesteld worden en last but not least: het zorgvuldig beoordelen en evalueren van nieuwe initiatieven.
Het onderzoeksrapport is uitgegeven in de reeks Politiewetenschap van het Onderzoeksprogramma Politie en Wetenschap, een zelfstandig onderdeel van het kenniscentrum van de Politieacademie. Politie en Wetenschap is in mei 1999 ingesteld om het wetenschappelijk onderzoek en de kennisontwikkeling op het gebied van politie en veiligheid te stimuleren en tevens een impuls te geven aan een betere benutting van onderzoeksresultaten in politiepraktijk en opleiding. Daartoe is een meerjarig onderzoeksprogramma ontwikkeld. De uitvoering van dit programma geschiedt onder leiding van de directeur van het programmabureau, G.C.K. Vlek.

Organisatie info:

Het Programma Politie en Wetenschap

Nadere informati e kan worden verkregen:

Van de zijde van de onderzoekers:
Prof.dr. H. Beunders: beunders@eshcc.eur.nl - 06-51843777 Drs. A.G. van Dijk: bvandijk@dsp-groep.nl - 06-55392368

Van de zijde van Politie en Wetenschap:

Directeur van het Programma Politie & Wetenschap:
Frits Vlek. Tel. (055)5397215 of (06)22778644

Politie en Publiek . Beunders, H., Dijk, van A.G., Abraham, M.D. en A.J.E.. van Hoek. (Erasmus Universiteit, Rotterdam/DSP-groep, Amsterdam), Politiewetenschap 53 (Politie en Wetenschap,Apeldoorn/Reed Business, Amsterdam) 2011.

Exemplaren van het rapport zijn te bestellen bij de uitgever: Reed Business. Per s exemplaren zijn te verkrijgen bij P&W (Politieacademie, locatie De Kleiberg)

ISBN: 978 90 3524 535 8.
Over de auteurs:
Prof.dr. H.J.G. Beunders is hoogleraar Geschiedenis van Maatschappij, Media en C ultuur aan de Erasmus Universiteit. Zie voor meer info: www.henribeunders.com

Drs. Bram van Dijk is een van de oprichters van DSP-groep gespecialiseerd in vei ligheidsstudies..

Drs. Manja Abraham een ervaren onderzoeker van DSP-groep met expertise op crimin ologisch terrein.

Drs. A.J.E. van Hoek is 17 werkzaam geweest bij DSP-groep en is sinds 2005 zelfs tandig gevestigd criminoloog gespecialiseerd in criminaliteit en veiligheid