Nederlands Jeugdinstituut
Ouders beter ondersteunen bij mediaopvoeding
7 juni 2011
Media-jeugdmonitor moet behoeften zichtbaar maken
Ouders willen concrete tips en ondersteuning om hun kinderen goed te
kunnen begeleiden bij het omgaan met televisie, videogames, mobieltjes
en internet. In de praktijk blijkt die steun nog niet optimaal. De
ondersteuning aan ouders moet daarom beter georganiseerd worden, onder
meer door een media-jeugdmonitor, een open database met informatie en
betere samenwerking tussen professionals en organisaties. Dit
concludeert bijzonder hoogleraar Mediaopvoeding prof. dr. Peter Nikken
in zijn oratie op 9 juni 2011 aan de Erasmus Universiteit Rotterdam.
Monitor
Om ouders en professionals in de jeugdsector te helpen, is het in de
eerste plaats noodzakelijk dat meer bekend wordt over hoe kinderen van
jongs af aan opgroeien met de media en hoe ouders daarmee omgaan.
Bestaande monitors over het opgroeien van kinderen in Nederland en
Europa zijn ontoereikend omdat ze of geen rekening houden met het brede
medialandschap waarvan kinderen gebruik maken, of alleen gaan over
kinderen van 12 jaar en ouder. Nikken pleit daarom voor een landelijke
media-jeugdmonitor. Die monitor brengt het mediabezit en -gebruik van
kinderen vanaf de peuterfase in kaart en stelt vast hoe ouders daarover
denken en hoe ze hun kinderen begeleiden bij het mediagebruik. De
monitor moet om de paar jaar worden uitgevoerd om trends te kunnen
vaststellen.
Mediaopvoeding in specifieke situaties
Nikken vindt het ook van belang dat er meer aandacht komt voor de
mediaopvoeding in gezinnen waar de opvoeding minder gemakkelijk
verloopt, zoals bij kinderen met ADHD, autisme of gedragsstoornissen of
bij ouders die door andere omstandigheden veel opvoedlast ervaren. Het
onderzoek naar mediaopvoeding heeft al veel algemene kennis opgeleverd,
maar het is nu tijd om onderzoek te doen dat concrete aanwijzingen
geeft voor wat ouders kunnen doen, in specifieke situaties, bij
kinderen van een bepaalde leeftijd en bij bepaalde media.
Betere ondersteuning van ouders
Tot slot moet de ondersteuning aan ouders beter georganiseerd worden.
Onder de paraplu van het Mediawijsheid-netwerk zijn er talloze
organisaties en instellingen die ouders steun bieden met bijvoorbeeld
brochures, ouderavonden, tips, trainingen et cetera. Die effectiviteit
van die adviezen en ondersteuning staat echter niet vast en is in veel
gevallen te algemeen. Nikken vindt het daarom gewenst dat er een
gevalideerd overzicht komt van informatiebronnen waar ouders en
professionele opvoeders op kunnen terugvallen als zij steun zoeken voor
hun mediaopvoeding. Verder moet er een betere afstemming komen tussen
organisaties zoals de school, bibliotheek, kinderopvang en het Centrum
voor Jeugd en Gezin. Die organisaties kunnen vanuit hun eigen taak en
functie ouders helpen en elkaar versterken. De website
www.mediaopvoeding.nl kan als spil fungeren bij die versterkte
samenwerking.
Over prof. dr. Nikken
Peter Nikken is per 1 januari 2011 benoemd tot bijzonder hoogleraar
Mediaopvoeding aan de Erasmus School of History, Culture and
Communication. De leerstoel is een initiatief van het Nederlands
Jeugdinstituut, het Nederlands Instituut voor de Classificatie van
Audiovisuele Media (NICAM), het Pan-European Game Information systeem
(PEGI) en de Stichting Mijn Kind Online. Met de leerstoel, die uniek is
in Europa, willen deze organisaties het belang van mediaopvoeding onder
de aandacht brengen. Nikken is tevens specialist jeugd, media en
opvoeding Nederlands Jeugdinstituut (NJi).
Meer informatie over mediaopvoeding vindt u in het dossier
Mediaopvoeding.
Contactgegevens voor pers
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met de afdeling
Persvoorlichting van de Erasmusuniversiteit Rotterdam, Amanda Koopman,
telefoon (010) 4081734 of (06) 41820304, e-mail .