NL
10260/11
(OR. en)
PRESSE 135
PR CO 29
PERSMEDEDELING
3089e zitting van de Raad
Werkgelegenheid, Sociaal Beleid, Volksgezondheid en Consumentenzaken
Werkgelegenheid en Sociaal Beleid
Brussel, 19 mei 2011
Voorzitter de heer Zoltán Balog
Staatssecretaris voor Sociale Insluiting van Hongarije
19.V.2011
10260/11 2
NL
Voornaamste resultaten van de Raadszitting
Tijdens deze buitengewone zitting van de Raad EPSCO, die was gewijd aan de integratie van de
Roma, heeft de Raad nota genomen van de presentatie door de Commissie van haar mededeling
betreffende een EU-kader voor de nationale strategieën voor integratie van de Roma tot 2020.
De Raad hield een gedachtewisseling over de sociaaleconomische integratie van de Roma en nam
conclusies aan.
De Raad bekrachtigde tevens een advies van het Comité voor sociale bescherming over dit thema.
19.V.2011
1 Wanneer de Raad verklaringen, conclusies of resoluties heeft aangenomen, wordt dat in de titel van het
betrokken punt vermeld. De aangenomen teksten staan tussen aanhalingstekens.
De documenten waarvan het nummer in de tekst wordt genoemd, staan op de internetsite van de Raad
http://www.consilium.europa.eu.
Besluiten ten aanzien waarvan verklaringen voor de Raadsnotulen zijn afgelegd die beschikbaar zijn voor
het publiek, zijn aangegeven met een asterisk; de tekst van de verklaringen staat op de bovengenoemde
internetsite van de Raad en is ook verkrijgbaar bij de Persdienst.
10260/11 3
NL
INHOUD1
DEELNEMERS................................................................................................................................. 4
BESPROKEN PUNTEN
Een EU-kader voor de nationale strategieën voor integratie van de Roma tot 2020 -
Conclusies van de Raad ....................................................................................................................... 8
ANDERE GOEDGEKEURDE PUNTEN
WERKGELEGENHEID
- Richtsnoeren voor het werkgelegenheidsbeleid .................................................................................................... 15
BENOEMINGEN
- Comité van de Regio's .......................................................................................................................................... 15
19.V.2011
10260/11 4
NL
DEELNEMERS
België
mevrouw Joëlle MILQUET vice-eersteminister en minister van Werk en Gelijke
Kansen, verantwoordelijk voor het migratie- en asielbeleid
de heer Philippe COURARD staatssecretaris voor Maatschappelijke Integratie en
Armoedebestrijding, toegevoegd aan de minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met
Maatschappelijke Integratie
Bulgarije:
de heer Peter STEFANOV plaatsvervangend permanent vertegenwoordiger
Tsjechië:
de heer David KAFKA onderminister van Arbeid en Sociale Zaken
Denemarken:
de heer Jonas BERING LIISBERG plaatsvervangend permanent vertegenwoordiger
Duitsland:
de heer Guido PERUZZO plaatsvervangend permanent vertegenwoordiger
Estland:
de heer Gert ANTSU plaatsvervangend permanent vertegenwoordiger
Ierland:
mevrouw Geraldine BYRNE NASON plaatsvervangend permanent vertegenwoordiger
Griekenland:
de heer Theodoros TSEKOS secretaris-generaal, ministerie van Werkgelegenheid en
Sociale Bescherming
Spanje:
mevrouw Isabel MARTINEZ LOZANO secretaris-generaal voor Sociaal Beleid
Frankrijk:
mevrouw Roselyne BACHELOT-NARQUIN minister van Solidariteit en Sociale Cohesie
Italië :
de heer Vincenzo GRASSI plaatsvervangend permanent vertegenwoordiger
Cyprus:
de heer George ZODIATES plaatsvervangend permanent vertegenwoordiger
Letland:
mevrouw Solvita ZVIDRINA staatssecretaris, ministerie van Cultuur
Litouwen:
de heer Dalius BITAITIS viceminister van Sociale Zekerheid en Arbeid
Luxemburg:
mevrouw Michèle EISENBARTH plaatsvervangend permanent vertegenwoordiger
Hongarije:
de heer Zoltán BALOG staatssecretaris, ministerie van Ambtenarenzaken en
Justitie
mevrouw Rita IZSÁK kabinetschef van de staatssecretaris, ministerie van
Ambtenarenzaken en Justitie
Malta:
de heer Clyde PULI staatssecretaris voor Jeugdzaken en Sport
Nederland :
de heer Derk OLDENBURG plaatsvervangend permanent vertegenwoordiger
Oostenrijk:
de heer Harald GÜNTHER plaatsvervangend permanent vertegenwoordiger
Polen:
mevrouw Elzbieta RADZISZEWSKA staatssecretaris, kabinet van de minister-president,
gevolgmachtigde van de regering voor gelijke behandeling
Portugal:
de heer Pedro COSTA PEREIRA plaatsvervangend permanent vertegenwoordiger
19.V.2011
10260/11 5
NL
Roemenië:
de heer Valentin MOCANU staatssecretaris, ministerie van Arbeid, Gezinszaken en
Sociale Bescherming
Slovenië:
mevrouw Anja KOPAÈ MRAK staatssecretaris, ministerie van Arbeid, Gezinszaken en
Sociale Zaken
Slowakije:
mevrouw Lucia NICHOLSONOVA staatssecretaris, ministerie van Arbeid, Sociale Zaken en
Gezin
Finland:
de heer Juha REHULA minister van Volksgezondheid en Sociale Voorzieningen
Zweden:
de heer Erik ULLENHAG minister van Integratie
Verenigd Koninkrijk:
de heer Andy LEBRECHT plaatsvervangend permanent vertegenwoordiger
Commissie:
mevrouw Viviane REDING vicevoorzitter
de heer László ANDOR lid
19.V.2011
10260/11 6
NL
BESPROKEN PUNTEN
Een EU-kader voor de nationale strategieën voor integratie van de Roma tot 2020
De Raad heeft de integratie van de Roma besproken, het vraagstuk waarvoor deze buitengewone
zitting werd bijeengeroepen. De Raad nam nota van een mededeling betreffende een EU-kader voor
de nationale strategieën voor integratie van de Roma tot 2020 (8727/11) die door de Commissie is
uitgebracht als reactie op oproepen van lidstaten en van het Europees Parlement om maatregelen te
nemen.
De Commissie onderstreepte dat op EU-niveau en op nationaal niveau maatregelen moeten worden
genomen om de economische en sociale integratie van de Roma te verbeteren, met volledige
inachtneming van het non-discriminatiebeginsel en de mensenrechten. Daartoe moeten alle
bestaande juridische en economische instrumenten worden aangewend. De Commissie zal ijveren
voor de uitvoering van de strategie en voor een goed gebruik van de beschikbare middelen. Zij zal
de gemaakte vorderingen monitoren en jaarlijks verslag uitbrengen.
De Raad heeft zijn aandacht toegespitst op twee vragen: hoe kan de integratie van de Roma worden
bevorderd door middel van een geïntegreerde nationale aanpak, en hoe kan worden gezorgd voor
een doeltreffender gebruik van de financiële middelen?
De Raad was ingenomen met het kader voor strategieën voor integratie van de Roma, en in het
bijzonder met de vaststelling van vier prioritaire gebieden (onderwijs, werkgelegenheid,
gezondheidszorg en huisvesting) waarop de kloof tussen de Roma-gemeenschap en de bevolking als
geheel moet worden gedicht. De Raad onderstreepte tevens het belang van de integratie van de
Roma in het kader van het bereiken van de doelstellingen van de Europa 2020-strategie.
De ministers beklemtoonden dat de Roma EU-burgers zijn die vaak af te rekenen hebben met een
ernstige sociale en economische achterstand, discriminatie en uitsluiting, die in bittere armoede
leven en niet de kansen krijgen die andere EU-burgers wel hebben. Derhalve zijn geïntegreerde
maatregelen op de vier prioritaire gebieden nodig.
19.V.2011
10260/11 7
NL
De ministers beklemtoonden dat bij de uitwerking van de maatregelen rekening moet worden
gehouden met de specifieke nationale omstandigheden, en onderstreepten het belang van het
beginsel "uitdrukkelijke maar niet-exclusieve gerichtheid" met betrekking tot de Roma in het meer
algemene kader van het beleid inzake sociale integratie. De sociale en economische integratie van
de Roma houdt ook in dat hun wettelijke rechten moeten worden gewaarborgd, in het bijzonder de
rechten van de Roma die het slachtoffer zijn geworden van mensenhandel, en dat de
verantwoordelijkheid en deelname van de Roma zelf moeten worden bevorderd.
De ministers wezen op het belang van onderwijs en opleiding wanneer het erop aankomt te
waarborgen dat de Roma een gelijke toegang tot de arbeidsmarkt hebben. Bijzondere aandacht dient
uit te gaan naar de rechten van vrouwen en kinderen. De integratie van de Roma kan voorts worden
bevorderd door de actieve betrokkenheid van Roma-verenigingen en sociale bemiddelaars, onder
meer op regionaal en lokaal niveau.
De strategieën voor de integratie van de Roma moeten worden geïntegreerd in het EU-beleid en het
nationale beleid. De meeste ministers onderstreepten dat de beschikbare financiële middelen, onder
meer uit het Europees Sociaal Fonds en het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling, op een
flexibele manier moeten worden gebruikt en dat de voorschriften moeten worden vereenvoudigd om
administratieve rompslomp te voorkomen.
Vele ministers vonden dat de rol van het Europees platform voor de inclusie van de Roma moet
worden versterkt, teneinde de uitwisseling van goede praktijken en ervaringen tussen lidstaten te
intensiveren.
Het voorzitterschap is voornemens om over de resultaten van de diverse besprekingen verslag uit te
brengen aan de Raad Algemene Zaken van 23 mei en aan de Europese Raad van 24 juni.
19.V.2011
10260/11 8
NL
De Raad heeft de volgende conclusies aangenomen:
Een EU-kader voor de nationale strategieën voor integratie1 van de Roma2 tot 2020 -
Conclusies van de Raad
"DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
HERINNEREND AAN:
1. het feit dat eerbied voor de menselijke waardigheid, vrijheid, democratie, gelijkheid, de
rechtsstaat en eerbiediging van de mensenrechten, waaronder de rechten van personen die
tot minderheden behoren, waarden zijn waarop de Europese Unie berust, zoals blijkt uit
artikel 2 van het Verdrag betreffende de Europese Unie en met name uit artikel 21 van het
Handvest van de grondrechten van de Europese Unie;
2. het feit dat de bestrijding van sociale uitsluiting, discriminatie en ongelijkheid een
uitdrukkelijk streven van de Europese Unie is, zoals vermeld in, onder meer, artikel 3 van
het Verdrag betreffende de Europese Unie en de artikelen 9 en 10 van het Verdrag
betreffende de werking van de Europese Unie;
3. het feit dat artikel 19 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie de
Raad specifiek machtigt om passende maatregelen te nemen om discriminatie op grond van
geslacht, ras of etnische afstamming, godsdienst of overtuiging, handicap, leeftijd of
seksuele gerichtheid te bestrijden; het feit dat de Raad deze bevoegdheden heeft
uitgeoefend bij de aanneming van Richtlijn 2000/43/EG houdende toepassing van het
beginsel van gelijke behandeling van personen ongeacht ras of etnische afstamming;
4. de conclusies van het voorzitterschap van de Europese Raad (december 20073 en
juni 20084); de Raadsconclusies over de integratie van de Roma (december 20085); de
Raadsconclusies over de integratie van de Roma en de daaraan gehechte
gemeenschappelijke basisbeginselen inzake integratie van de Roma (juni 20096); de
Raadsconclusies over betere integratie van de Roma (juni 20107); de conclusies van de
Europese Raad waarin de Europa 2020-strategie is aangenomen (juni 20108) en de
Raadsconclusies over het vijfde verslag over de economische, sociale en territoriale
samenhang (februari 2011)9;
1 In onderhavige Raadsconclusies worden met zowel "integratie" als "insluiting" maatregelen
ter verbetering van de situatie van de op het grondgebied van de lidstaten wonende Roma
bedoeld.
2 De term "Roma" wordt gebruikt overeenkomstig de definitie in de mededeling van de
Commissie (8727/11, voetnoot 1).
3 16616/1/07 REV 1.
4 11018/1/08 REV 1.
5 15976/1/08 REV 1.
6 10394/09 + COR 1.
7 10058/10 + COR 1.
8 EUCO 13/1/10 REV 1.
9 6738/11.
19.V.2011
10260/11 9
NL
5. de resoluties van het Europees Parlement, over respectievelijk de situatie van Romavrouwen
in de Europese Unie (juni 2006); de sociale situatie van de Roma en de
verbetering van hun toegang tot de arbeidsmarkt in de EU (maart 2009); de situatie van de
Roma in Europa (september 2010); en de EU-strategie voor de integratie van de Roma
(maart 2011);
6. de mededeling van de Commissie over de sociale en economische integratie van de Roma
in Europa1, en het begeleidende werkdocument van de diensten van de Commissie "Roma
in Europa: de toepassing van de instrumenten en beleidsmaatregelen van de EU voor de
integratie van de Roma: voortgangsverslag"2;
7. de Europese topbijeenkomsten over de Roma die op 16 september 2008 te Brussel en op
8 april 2010 te Córdoba hebben plaatsgevonden;
8. het advies van het Comité van de Regio's over de sociale en economische integratie van de
Roma in Europa (december 2010);
9. Verordening (EU) nr. 437/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 19 mei 2010
tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1080/2006 betreffende het Europees Fonds voor
Regionale Ontwikkeling wat betreft de subsidiabiliteit van huisvestingsprojecten voor
gemarginaliseerde gemeenschappen3;
BEKLEMTOONT HET VOLGENDE:
10. ondanks inspanningen op nationaal, Europees en internationaal niveau om de integratie van
Roma te verbeteren, hebben vele Roma nog steeds te kampen met grote armoede,
verregaande sociale uitsluiting, belemmeringen bij het doen gelden van grondrechten,
alsook discriminatie, hetgeen vaak leidt tot een beperkte toegang tot kwaliteitsonderwijs,
-banen en -diensten, lage inkomensniveaus, ondermaatse woonomstandigheden, een
slechte gezondheid en een kortere levensverwachting. Deze situatie heeft niet alleen
gevolgen voor de Roma, maar heeft ook een economische prijs voor de samenleving als
geheel, onder meer door de verspilling van menselijk kapitaal en het verlies van
productiviteit;
11. de omvang van de Roma-bevolking en de sociale en economische omstandigheden waarin
deze verkeert, verschillen per lidstaat; nationale maatregelen met het oog op integratie van
de Roma moeten daarom zijn toegesneden op de specifieke omstandigheden en behoeften
ter plaatse, onder meer door het nemen of voortzetten van beleidsmaatregelen die in een
breder verband op gemarginaliseerde en achtergestelde groepen, zoals de Roma, zijn
gericht;
1 8439/10.
2 8439/10 ADD 1.
3 PB L 132 van 29.5.2010, blz. 1.
19.V.2011
10260/11 10
NL
12. de actieve betrokkenheid en participatie van de Roma zelf is essentieel voor de verbetering
van hun leefomstandigheden en voor het bevorderen van hun integratie;
13. de bescherming van de grondrechten, met name door bestrijding van discriminatie en
segregatie, in overeenstemming met de bestaande EU-wetgeving en de internationale
verplichtingen van de lidstaten, is essentieel voor de verbetering van de situatie van
gemarginaliseerde gemeenschappen, waaronder de Roma;
14. verbetering van de situatie van de Roma is niet alleen een dringende sociale prioriteit, maar
kan ook de economische groei op de lange termijn versterken; succesvolle integratiemaatregelen
zullen bijdragen tot de inspanningen van de lidstaten om de doelstellingen van
de Europa 2020-strategie, met name de kerndoelen op de gebieden werkgelegenheid,
onderwijs en sociale insluiting, te verwezenlijken;
15. de lidstaten hebben de primaire bevoegdheid voor het uitwerken en uitvoeren van beleidsmaatregelen
die gericht zijn op het bevorderen van de sociale en economische integratie
van de Roma, en op EU-niveau genomen maatregelen moeten rekening houden met de
verschillende nationale omstandigheden en het subsidiariteitsbeginsel eerbiedigen. Het
bevorderen van de integratie van de Roma vormt een gezamenlijke zorg en een
gezamenlijk belang van de lidstaten en de EU, en de samenwerking op Europees niveau
levert een aanzienlijke meerwaarde op en verbetert het concurrentievermogen, de
productiviteit en de economische groei, alsook de sociale samenhang;
16. de sociaaleconomische aspecten, en voor zover relevant de territoriale aspecten, moeten als
voornaamste basis voor het uitwerken van beleidsinstrumenten voor de integratie van de
Roma op belangrijke gebieden zoals onderwijs, werkgelegenheid, huisvesting en
gezondheidszorg dienen, overeenkomstig het gemeenschappelijke grondbeginsel
"uitdrukkelijke maar niet-exclusieve gerichtheid"1 en vanuit een mensenrechtenperspectief.
Er kunnen echter ook specifieke maatregelen ter voorkoming of compensatie van met
etnische afkomst verband houdende achterstanden worden genomen;
17. bijzondere aandacht moet worden geschonken aan de belangen en problemen van Romavrouwen
en -meisjes, die het gevaar van meervoudige discriminatie lopen, en in alle
beleidsinstrumenten en maatregelen ter bevordering van de integratie van de Roma moet
derhalve een genderperspectief worden gehanteerd;
18. de overdracht van armoede en sociale uitsluiting van de ene generatie op de andere moet
dringend een halt worden toegeroepen; tegen deze achtergrond moet de situatie van Romakinderen
vanaf een zo jong mogelijke leeftijd worden verbeterd, zodat zij hun potentieel
kunnen ontplooien. Onderwijs en opleiding, met bijzondere aandacht voor het genderperspectief,
alsmede nauwe samenwerking met families spelen hierbij een cruciale rol;
1 Gemeenschappelijk grondbeginsel 2.
19.V.2011
10260/11 11
NL
IS INGENOMEN MET:
19. de mededeling van de Commissie over een EU-kader voor de nationale strategieën voor
integratie van de Roma tot 20201, waarin de lidstaten worden verzocht een geïntegreerde
aanpak van de integratie van de Roma te hanteren of verder uit te werken en worden
aangemoedigd haalbare nationale doelstellingen op de gebieden onderwijs, werkgelegenheid,
gezondheidszorg en huisvesting te bepalen, alsook een toezichtmechanisme
in te stellen en bestaande EU-fondsen toegankelijker te maken voor Roma-integratieprojecten
in overeenstemming met de omvang en de sociale en economische situatie van
de Roma-bevolking die op hun grondgebied woont en rekening houdend met de
verschillende nationale omstandigheden;
VERZOEKT DE LIDSTATEN:
20. de sociale en economische situatie van de Roma te verbeteren door te streven naar een
geïntegreerde aanpak op de gebieden onderwijs, werkgelegenheid, huisvesting en
gezondheidszorg, waar van toepassing rekening houdend met de gemeenschappelijke
grondbeginselen voor de integratie van de Roma, alsook door te zorgen voor gelijke
toegang tot diensten van kwaliteit, en tevens een geïntegreerde aanpak te hanteren voor
deze beleidsmaatregelen en zo goed mogelijk gebruik te maken van de beschikbare
middelen en hulpbronnen;
21. in overeenstemming met het beleid van de lidstaten doelen te bepalen op de gebieden
onderwijs, werkgelegenheid, gezondheidszorg en huisvesting en deze te blijven nastreven
met het oog op het dichten van de kloof tussen gemarginaliseerde Roma-gemeenschappen
en de bevolking als geheel. Bijzondere aandacht moet worden besteed aan de noodzaak
voor concrete gelijke toegang te zorgen. De doelstellingen zouden kunnen worden
toegespitst op de volgende prioritaire gebieden, met bijzondere aandacht voor het
genderaspect:
(a) toegang tot kwaliteitsonderwijs, met inbegrip van voor- en vroegschoolse educatie en
zorg, alsook basis-, secundair en hoger onderwijs, met speciale vermelding van de
beëindiging van mogelijke segregatie op school, voorkoming van vroegtijdig
schoolverlaten en zorgen voor geslaagde overgangen van school naar werk;
(b) toegang tot werkgelegenheid, met bijzondere nadruk op niet-discriminerende toegang
tot de arbeidsmarkt, alsmede actieve arbeidsmarktmaatregelen, arbeidsmarktprogramma's,
volwassenenonderwijs en beroepsopleiding, en steun voor het werken
als zelfstandige;
(c) toegang tot gezondheidszorg, met bijzondere nadruk op kwaliteitsgezondheidszorg,
waaronder preventieve gezondheidszorg en gezondheidseducatie; en
(d) toegang tot huisvesting, met bijzondere nadruk op sociale huisvesting en de
noodzaak van het bevorderen van de beëindiging van de segregatie op huisvestingsgebied,
en volledig gebruik van de financiering die recentelijk beschikbaar is
gekomen in het kader van het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling2;
1 8727/11.
2 PB L 132 van 29.5.2010, blz. 1.
19.V.2011
10260/11 12
NL
22. uiterlijk eind 2011 hun nationale strategieën voor integratie van de Roma of geïntegreerde
pakketten beleidsmaatregelen in het kader van hun bredere beleid inzake sociale integratie
op te stellen, te actualiseren of verder te ontwikkelen, rekening houdend met hun
specifieke omstandigheden, alsmede de noodzaak van bevordering van de sociale en
economische integratie van de Roma in aanmerking te nemen bij de uitwerking en
uitvoering van en het toezicht op hun nationale hervormingsprogramma's in de context van
de Europa 2020-strategie;
23. op passende wijze toe te zien op en een beoordeling te verrichten van het effect van
beleidsmaatregelen voor de integratie van de Roma of de in punt 22 genoemde
geïntegreerde pakketten beleidsmaatregelen;
24. er, waar van toepassing, voor te zorgen dat beschikbare EU-middelen worden gebruikt in
overeenstemming met de nationale, regionale en lokale beleidslijnen voor de integratie van
de Roma;
25. de nodige maatregelen voor een betere toegang tot en een doeltreffend gebruik van EUfondsen
voor de sociale en economische integratie van de Roma in kaart te brengen en uit
te voeren, waaronder bijvoorbeeld wijziging van operationele programma's, uitgebreider
gebruik van technische bijstand en verbetering van de voorspelbaarheid van de
financiering door de looptijd van projecten te verlengen en de besteding van de middelen te
optimaliseren;
26. in alle beleidsmaatregelen desegregatie te bevorderen en te voorkomen dat segregatie weer
de kop opsteekt, teneinde dit probleem op de lange termijn te overwinnen;
27. een nationaal contactpunt in te stellen of gebruik te maken van een reeds bestaand orgaan
om te zorgen voor efficiënt toezicht op de uitvoering van de strategieën met het oog op de
integratie van de Roma of van de in punt 22 bedoelde geïntegreerde pakketten beleidsmaatregelen,
en de uitwisseling van goede praktijken en besprekingen over empirische
werkwijzen op het gebied van integratiebeleid ten behoeve van de Roma te bevorderen;
28. de actieve betrokkenheid van het maatschappelijk middenveld van de Roma en alle andere
belanghebbenden, ook op de regionale en de lokale niveaus, bij de beleidsmaatregelen ter
bevordering van de integratie van de Roma te bevorderen;
VERZOEKT DE COMMISSIE
29. het werk van de Roma Task Force voort te zetten, teneinde de integratie van de Roma in de
beleidsinstrumenten van de EU te integreren en de rol van de EU-fondsen bij de
inspanningen ter bevordering van de integratie van de Roma in de EU en in het kader van
het uitbreidingsbeleid te beoordelen, en aldus ook de uitwisseling van beste praktijken te
stimuleren en bij te dragen tot de besprekingen over de toekomst van de financiële
instrumenten van de EU en het doeltreffender gebruik daarvan;
30. streng toezicht te houden op de uitvoering van Richtlijn 2000/43/EG van de Raad, die een
krachtig instrument voor de bestrijding van discriminatie op grond van etnische afkomst
vormt;
19.V.2011
10260/11 13
NL
31. een passende evaluatie te verrichten van de resultaten van beleidsmaatregelen van de
lidstaten voor de integratie van Roma, overeenkomstig hun respectieve methoden en
binnen het bestek van de bestaande coördinatiemechanismen, zoals de open coördinatiemethode;
VERZOEKT DE COMMISSIE EN DE LIDSTATEN, in nauwe samenwerking en binnen de
grenzen van hun bevoegdheden:
32. te overwegen de bestrijding van segregatie en extreme armoede en de bevordering van
gelijke kansen voor gemarginaliseerde gemeenschappen, waaronder de Roma, te integreren
in alle relevante beleidsterreinen, ook in de context van de EU-fondsen, en daarbij uit te
gaan van duidelijke en controleerbare criteria;
33. ervoor te zorgen dat de diverse beschikbare EU-fondsen in de toekomst op meer
geïntegreerde en flexibele wijze samenwerken en een passend kader bieden voor
geïntegreerde langetermijnmaatregelen ter bevordering van de integratie van de Roma;
34. de uitvoering en de doeltreffendheid te verbeteren van EU-fondsen die worden gebruikt ten
behoeve van gemarginaliseerde en kansarme groepen, waaronder de Roma, met name door
middel van de beoordeling van de resultaten;
35. in voorkomend geval de voornaamste sociaaleconomische factoren aan te wijzen die de
territoriale concentratie van gemarginaliseerde en kansarme groepen, waaronder de Roma,
kenmerken, teneinde deze gebieden in kaart te brengen en relevante beleidsmaatregelen te
nemen om verbetering te brengen in de situatie;
36. de samenwerking tussen de belanghebbenden te versterken teneinde de uitwisseling van
beste praktijken en wederzijds leren met betrekking tot empirische beleidsmaatregelen en
succesvolle methoden te vergemakkelijken, onder meer door de bestaande netwerken en
initiatieven, zoals het EU Roma-netwerk en de door de Commissie georganiseerde
seminars op hoog niveau, uit te breiden en te verbeteren;
37. de rol van het Europees platform voor integratie van de Roma te versterken en aldus de
uitwisseling van goede praktijken en besprekingen over nationale beleidsmaatregelen
tussen de lidstaten en de samenwerking met het maatschappelijk middenveld te
intensiveren; de rol van de Commissie bij de voorbereiding en het functioneren van het
platform alsook bij het waarborgen van de continuïteit ervan te versterken; en ervoor te
zorgen dat de resultaten ervan weerspiegeld worden in de beleidsontwikkelingen op
EU- en nationaal niveau;
38. gebruik te maken van de ervaring van internationale organisaties zoals de Raad van
Europa1 en de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa, alsook
internationale initiatieven zoals het Decennium voor de integratie van de Roma 2005-2015;
1 Zie met name de verklaring van Straatsburg over de Roma:
https://wcd.coe.int/wcd/ViewDoc.jsp?id=1705197&Site=CM
19.V.2011
10260/11 14
NL
39. de sociale en de economische integratie van de Roma te bevorderen door hun wettelijke
rechten te waarborgen, in het bijzonder de rechten van de Roma die het slachtoffer zijn
geworden van mensenhandel, en de strijd tegen mensenhandel op te voeren, door de op
EU-niveau beschikbare instrumenten, waaronder de recentelijk aangenomen
Richtlijn 2011/36/EU1, ten volle te benutten;
40. positieve mentaliteitsveranderingen jegens de Roma te bevorderen door het publieke
bewustzijn van de Roma-cultuur en -identiteit te verbeteren en stereotypen,
vreemdelingenhaat en racisme te bestrijden;
41. de verantwoordelijkheid, actieve betrokkenheid en noodzakelijke deelname van de Roma
zelf op alle niveaus van beleidsontwikkeling, besluitvorming en uitvoering van
maatregelen te bevorderen, mede door hen beter bewust te maken van hun rechten en
plichten, en de capaciteit van Roma-ngo's te bestendigen en meer betrokkenheid van het
maatschappelijk middenveld en alle andere belanghebbenden aan te moedigen.
De Raad bekrachtigde het advies van het Comité voor sociale bescherming (9618/11), dat de
Commissiemededeling in het algemeen steunt.
1 PB L 101 van 15.4.2011, blz. 1.
19.V.2011
10260/11 15
NL
ANDERE GOEDGEKEURDE PUNTEN
WERKGELEGENHEID
Richtsnoeren voor het werkgelegenheidsbeleid
De Raad heeft een besluit aangenomen betreffende de richtsnoeren voor het werkgelegenheidsbeleid
van de lidstaten voor 2011 (8340/11). Aangezien de richtsnoeren voor het werkgelegenheidsbeleid
voor 2010 pas in oktober 2010 werden aangenomen (15184/10), in principe voor een termijn
van vier jaar, worden de richtsnoeren voor 2011 ongewijzigd gehandhaafd.
De richtsnoeren voor het werkgelegenheidsbeleid zijn een onderdeel van de geïntegreerde
richtsnoeren. Het andere onderdeel zijn de globale richtsnoeren voor het economische beleid van de
lidstaten. De geïntegreerde richtsnoeren bevatten vijf EU-kerndoelen, waarvan er drie tot de
richtsnoeren voor het werkgelegenheidsbeleid van de lidstaten behoren. Zij hebben betrekking op
de arbeidsparticipatie, het tegengaan van sociale uitsluiting en armoede, en de kwaliteit en de
prestaties van de onderwijs- en opleidingsstelsels. De lidstaten dienen in hun werkgelegenheidsbeleid
met deze richtsnoeren rekening te houden.
BENOEMINGEN
Comité van de Regio's
De Raad heeft de heer J.F.M. (Hans) JANSSEN (Nederland) (9637/11) benoemd en
de heer Henning JENSEN (Denemarken) (9840/11) opnieuw benoemd tot lid van het Comité van de
Regio's voor de resterende duur van de ambtstermijn, te weten tot en met 25 januari 2015.
Raad van de Europese Unie