Rijksvoorlichtingsdienst
Faber dient vonnis in Duitsland te ondergaan
Oorlogsmisdadiger Faber dient zijn levenslange gevangenisstraf in Duitsland te ondergaan. Dat schrijft minister Opstelten van Veiligheid en Justitie vandaag aan zijn Duitse collega Bondsminister Leutheusser-Schnarrenberger en aan de minister van Justitie van Beieren, mw. Merk. Een land dat een Europees aanhoudingsbevel weigert omdat iemand onderdaan is, is volgens het Europese kaderbesluit gehouden zich bereid te verklaren de straf waarvoor het EAB was uitgevaardigd, zelf ten uitvoer te leggen. Het Nederlandse vonnis is met de brief aan Beieren overhandigd, zodat Duitsland de gevangenisstraf van Faber kan uitvoeren.
De in Nederland geboren Faber is op 9 juni 1947 in Nederland veroordeeld tot een levenslange gevangenisstraf vanwege ernstige strafbare feiten die hij tijdens de Tweede Wereldoorlog heeft gepleegd. Kort na zijn veroordeling is Faber naar Duitsland gevlucht. In november 2010 vaardigde het Openbaar Ministerie een Europees Aanhoudingsbevel uit om Faber naar Nederland te krijgen en hier zijn straf te laten uitzitten. De Duitse rechter heeft zijn overlevering echter recent geweigerd, enkel omdat Faber Duits staatsburger is.
Opstelten constateert in zijn brief dat het kaderbesluit inzake het Europees aanhoudingsbevel voorschrijft dat bij een weigering enkel op deze grond, de weigerende staat zich bereid dient te verklaren om de executie van de straf over te nemen. Het Openbaar Ministerie in München heeft aan het Nederlandse ministerie van Veiligheid en Justitie al laten weten dat Nederland een verzoek kan indienen om overname van de tenuitvoerlegging van de straf die in Nederland aan Faber is opgelegd. Opstelten vat dit op als een bereidverklaring om het vonnis in Duitsland ten uitvoer te leggen. Hij heeft daarop de relevante dossierstukken met zijn brief meegezonden, opdat Duitsland de in Nederland opgelegde levenslange gevangenisstraf kan executeren.
Opstelten schreef ook aan de Bondsminister van Justitie is bedoeld om het grote belang van deze zaak te onderstrepen en omdat zij vorig jaar bij de zaak ook al heeft aangegeven bereid te zijn om deze zaak tot een goed einde te brengen.
Noot voor redacties (