Partij voor de Dieren


Motie van afkeuring over gasopslag

Verhagen drukt gasopslag door buiten Kamer om

19-05-2011

De Partij voor de Dieren heeft een motie van afkeuring ingediend tegen minister Verhagen over de wijze waarop hij -versneld- een definitief besluit heeft genomen over gasopslag in de Bergermeerpolder. Zowel de Kamer als de gemeente Bergen zijn daarbij door de minister buiten spel gezet. Die feiten, en de manier waarop ze tot stand zijn gekomen, zijn onacceptabel.

In eerdere debatten over de voorgenomen gasopslag heeft de Partij voor de Dieren samen met andere fracties zorgen geuit over onder meer de veiligheidsrisico's die gepaard gaan met het in- en uitpompen van gas in een reservoir onder de Bergermeer. De Kamer vroeg de minister dat nader te onderzoeken. De minister zegde daarop toe een schaderisicoanalyse te laten maken en beschikbaar te stellen voordat de besluitvorming zou worden afgerond.

Groot was dan ook de verbazing van de Partij voor de Dieren om op 17 mei een persbericht te lezen van het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie dat er `groen licht' gegeven was voor de gasopslag in de Bergermeer. Zonder de Kamer te hebben geïnformeerd over het door haar gevraagde onderzoek, en zonder dat onderzoek ter beschikking te hebben gesteld aan de betreffende gemeente (Bergen), bleek minister Verhagen zijn handtekening te hebben gezet onder het definitieve plan.

Esther Ouwehand heeft dezelfde dag nog mondelinge vragen gesteld. Toen die onbevredigend werden beantwoord heeft zij een extra spoedoverleg aangevraagd. Ook tijdens dit overleg, gisteravond, hield Verhagen echter vol dat hij niets verkeerds had gedaan. Esther bestrijdt dat met klem: "De minister gaat volledig voorbij aan de plicht die de regering heeft om de Kamer te informeren. En ook aan zijn eigen toezeggingen, die nota bene zwart op wit staan in een brief die hij op 5 april zelf aan de Kamer geschreven heeft."

De manier waarop minister Verhagen de besluitvorming over de gasopslag buiten de Kamer om heeft doorgedrukt, en zijn weigering om te erkennen dat hij toezeggingen daarover niet is nagekomen, zijn onbehoorlijk en onacceptabel. Een dergelijke houding van een bewindspersoon ten opzichte van de Tweede Kamer ondermijnt het functioneren van de parlementaire democratie. Reden voor de Partij voor de Dieren om in een motie haar sterke afkeuring uit te spreken over de handelwijze van de minister van EL&I.