Port of Rotterdam
Datum 19-5-2011
Bron Havenbedrijf Rotterdam N.V. ©
Havenbedrijf Rotterdam presenteert strategie voor lange termijn ontwikkeling
haven
"Komende 20 jaar staan in teken van groei en transitie"
De Rotterdamse haven groeit de komende 20 jaar en maakt tegelijkertijd
een aantal structurele veranderingen door. "De raffinage en chemische
industrie staan aan de vooravond van transitie naar meer biobased
productie, energie wordt in 2030 schoner opgewekt en op basis van meer
verschillende bronnen, en in het transport wordt de container steeds
belangrijker", aldus president-directeur Hans Smits van het
Havenbedrijf. "Om die containers probleemloos te kunnen verwerken moet
de efficiency van het transport omhoog en moet een netwerk van
logistieke knooppunten in binnen- en buitenland ontwikkeld worden. Onze
ambitie is dat de haven in 2030 wereldwijd koploper is op het gebied
van efficiency en duurzaamheid."
Het Havenbedrijf doet deze uitspraken op basis van een studie naar de
lange termijn ontwikkeling van het haven- en industriecomplex. Smits
ziet zowel voor de logistieke als de industriekant van de haven een
gezonde toekomst. "Die twee versterken elkaar. In onze visie is de
haven in 2030 een combinatie van wat we noemen een Global Hub en
Europe's Industrial Cluster. De Global Hub staat voor de draaischijf
voor goederen binnen Europa en tussen Europa en andere continenten. Het
gaat daarbij om nu al in Rotterdam aanwezige goederensoorten zoals
containers en olieproducten, maar ook om nieuwe als LNG, biomassa en
CO2. De Rotterdamse haven kan zijn positie als belangrijkste Europese
draaischijf voor goederen versterken als het goed omgaat met de kansen
en vooral als we met de logistieke sector het transport slimmer en
efficiënter weten te organiseren." Dat betreft vooral de ontwikkeling
van de containersector waarin de volumes de komende twintig jaar
minimaal verdubbelen en wellicht verdrievoudigen.
Mondiale concurrentie
In de olie- en chemiesector vormen niet de andere Noordwest-Europese
havens de concurrentie, maar productielocaties in Houston, Singapore en
steeds vaker het Midden- en Verre Oosten. "Willen we zorgen dat
Rotterdam ook in 2030 een vitaal petrochemisch cluster heeft dan moeten
we zorgen dat de industrie hier kan concurreren op dat mondiale niveau.
Dat vereist het opschroeven van de efficiency en daarbij is verknoping
tussen bedrijven in Rotterdam en Antwerpen noodzakelijk. De industrie
in de regio kan dan functioneren als één geïntegreerd complex.
Transitie naar meer biobased productie is nodig om ons voor te bereiden
op het post-aardolietijdperk."
De haven krijgt ook een belangrijker functie in de zorg voor de
beschikbaarheid van energie. Wordt nu nog 15% van de Nederlandse
elektriciteit in Rotterdam opgewekt, in 2030 is dat 25%. Smits: "Maar
dat moet wel duurzamer, dus met afvang en opslag van CO2, en ook op
basis van biomassa en LNG. De haven vervult zo een spilfunctie in de
energiezekerheid van Nederland en Noordwest-Europa."
Duurzaamheid
De visie zet nadrukkelijk in op een duurzame ontwikkeling van de haven.
Zo is er de ambitie om te zorgen dat logistieke ketens die via
Rotterdam lopen de efficiëntste ter wereld zijn en mede daardoor de
laagste ecologische footprint per tonkilometer hebben. In de industrie
vindt de komende decennia een transitie plaats naar meer productie van
tweede generatie biobrandstoffen en de ontwikkeling van biobased
chemie. Daarbij worden onder andere algen en enzymtechnologie ingezet.
De energieproductie wordt minder afhankelijk van fossiele brandstoffen
door de inzet van biomassa, wind- en zonne-energie. Kolen blijven nodig
voor de energiezekerheid, maar door afvang van CO2 bij de
elektriciteitscentrales wordt de klimaatverandering tegengegaan. Hans
Smits: "Groei is de beste stimulans voor ontwikkeling en innovatie.
Daarom ben ik ervan overtuigd dat transitie naar een duurzamer haven én
groei hand in hand gaan."
De ontwikkeling van de haven vindt natuurlijk plaats binnen de kaders
van de wet- en regelgeving. Daar bovenop stelt de Ontwerp-Havenvisie
dat de grootste overlastpunten voor de omgeving moeten worden
aangepakt.
Tempo
Het Havenbedrijf beschrijft in de Ontwerp-Havenvisie dat het op basis
van de huidige prognoses, ondanks de toename van de economische
activiteit, in 2030 geen Maasvlakte 3 nodig heeft. De haven moet dan
schoner, stiller en veiliger zijn. Door proactief, dynamisch
verkeersmanagement en het aanleggen van met name de Blankenburgtunnel
en de A4-Zuid kunnen de files veel minder zijn. De scheepvaart zal
efficiënter verlopen. De haven zal (direct en indirect) zo'n 25.000
banen meer bieden dan nu die gemiddeld om een hoger opleidingsniveau
vragen. En het internationale bedrijfsleven zal de komende twintig jaar
zo'n EUR 25 tot EUR 35 miljard investeren in het gebied. Maar dat zal
allemaal niet vanzelf gaan. Hans Smits maakt zich gelet op de
(mondiale) concurrentie vooral zorgen over het organiserend vermogen en
het tempo waarin in Nederland ingespeeld kan worden op kansen en
bedreigingen: "Innovatie is hard nodig, zowel het grootschalig
toepassen van nieuwe technieken, als het slimmer en doortastender
organiseren van besluitvorming. Daarbij is ook aanpassing en een sterke
vereenvoudiging van de regelgeving een harde noodzaak. Het tempo
waarmee we in dit land dingen realiseren moet drastisch omhoog." Om de
realisatie te monitoren heeft de Ontwerp-Havenvisie een
uitvoeringsagenda waarvan de voortgang jaarlijks zal worden
gerapporteerd.
Bereikbaarheid
De grootste bottleneck voor het realiseren van de Havenvisie is volgens
Hans Smits de bereikbaarheid van de regio: "Ik weiger te accepteren dat
we niet weten te voorkomen dat we over tien jaar in de file staan. Ten
eerste moeten we het wegennet beter benutten door verkeersmanagement
toe te passen. De Verkeersonderneming voor de A15 moet daartoe veel
meer zeggenschap krijgen om het verkeer te reguleren. Ten tweede moet
het Rijk herprioriteren en geld vrijmaken voor projecten als de
Blankenburgtunnel en de A4-Zuid. Ten derde stel ik voor dat we in deze
regio het gebruik van de weg gaan beprijzen. Overal in de wereld is dat
een goed middel om het wegverkeer te verminderen en beter te spreiden
over de dag."
Waarde voor de BV Nederland
De haven van Rotterdam is van grote betekenis voor Nederland. Het
huidige economische belang laat zich uitdrukken in een (in)directe
toegevoegde waarde van EUR 22,2 miljard (3,3% van het BNP) en een
(in)directe werkgelegenheid voor 145.000 personen. Daarnaast is er een
strategische waarde die vooral bestaat uit de bijdrage aan de
internationale bereikbaarheid en daarmee de versterking van Nederland
als handelsland. De internationaal toonaangevende bedrijven in de haven
stellen hoge eisen aan hun toeleveranciers. Dat leidt ertoe dat
bedrijven buiten de haven ook kunnen beschikken over die hoogwaardige
diensten. In 2010 werd in de haven 430 miljoen ton goederen
overgeslagen. Het Havenbedrijf anticipeert met de Ontwerp-Havenvisie op
een overslag van 675 tot 750 miljoen ton goederen in 2030 en een
vergroting van de (indirecte) werkgelegenheid met zo'n 25.000 banen.
Ontwerp
Het Havenbedrijf Rotterdam heeft de Ontwerp-Havenvisie 2030 geschreven.
De gemeente Rotterdam heeft volop meegedacht en meegewerkt. Ook
verschillende ministeries en Deltalinqs hebben meegedacht. Er is
gesproken met kennisinstituten als het CPB, een groot aantal bedrijven
in de haven, gebruikers van de haven, de DCMR Milieudienst Rijnmond en
een aantal natuur- en milieuorganisaties. Tenslotte is er
gediscussieerd met bewoners uit gemeenten rond de haven over de
toekomst van de haven tijdens een serie bijeenkomsten. De nu
gepresenteerde versie is een ontwerp. In de periode eind mei - begin
juli 2011 organiseert het Havenbedrijf een brede discussie met klanten,
overheden en maatschappelijke organisaties over Port Compass om de
visie aan te scherpen. Het is de bedoeling dat de gemeenteraad van
Rotterdam de Havenvisie 2030 eind 2011 vaststelt.
Op www.portofrotterdam.com/portcompass zijn de volledige Havenvisie
2030, achterliggende studies, een interactieve versie, factsheets, een
agenda en reactiemogelijkheden te vinden.