INLIA


UNHCR vraagt Leers 'flexibiliteit' in zaken van Afghaanse meisjes (19-05-11)

Het Hoge Commissariaat voor de Vluchtelingen van de Verenigde Naties heeft minister Leers op 10 mei een opmerkelijke brief geschreven. In de brief pleit de UNHCR-vertegenwoordiger voor West-Europa voor een `passende mate van flexibiliteit' bij het beoordelen van de individuele omstandigheden van Afghaanse meisjes.

Het UNHCR stelt zich op het standpunt dat Afghaanse schoolmeisjes, maar ook meer in het algemeen vrouwen die ingaan tegen de sociale zeden, risico lopen op vervolging in de zin van de Vluchtelingenconventie (Genève 1951). In het kader van de asielprocedure moeten de omstandigheden en motieven worden onderzocht die tot de vlucht hebben geleid. Maar de daarna volgende ontwikkeling van persoonlijkheid en levensstijl moet niet uitsluiten dat er later kan worden geconcludeerd dat er sprake is van `gegronde vrees voor vervolging' of andere ernstige bedreigingen. Dat geldt volgens het UNHCR met name voor kinderen waarvan de situatie niet volledig en onafhankelijk is beoordeeld, maar slechts als onderdeel van de asielaanvraag van het hele gezin. In de brief wordt waardering uitgesproken voor het streven van de minister naar een evenwichtig beleid, dat moet leiden tot verbeterde bescherming voor meisjes zoals Sahar.

Minister Leers heeft de brief aan de Kamer doorgezonden op 16 mei, voorafgaande aan het vervolg-overleg op 17 mei jl., toen door de algemene commissie voor Immigratie en Asiel in tweede termijn opnieuw met de minister is gedebatteerd over zijn beleid ten aanzien van `verwesterde' meisjes uit Afghanistan, zoals Sahar uit St Annaparochie.

De oppositiepartijen vinden de lijn die Leers heeft getrokken (alleen meisjes uit Afghanistan, die tussen 10 en 18 jaar oud zijn en minstens 8 jaar in Nederland wonen) te willekeurig. Waarom zouden ook kinderen uit andere landen (zoals Somalië, Iran of Irak bijv.) niet te lijden kunnen hebben onder ondraaglijke `psycho-sociale druk' als ze gedwongen worden daar naar terug te keren? En waarom zou dat gevaar afnemen als meisjes ouder dan 18 jaar zijn geworden? En zou het argument van de psycho-sociale druk ook niet opgaan voor bijv. homosexuele vluchtelingen uit sommige landen? Rechtsgeleerden en asieladvocaten verwachten dat de minister zich binnenkort voor dit beleid ook voor rechtbanken zal moeten verantwoorden, omdat een beroep zal worden gedaan op `gelijke behandeling'.

De minister heeft zich in het debat vooralsnog niet bereid getoond om ook specifieke ambtsberichten te laten maken over terugkeerrisico's naar andere landen. Ondertussen wordt in de Kamer verder gewerkt aan voorstellen om bijv. de aangenomen zgn. 'wortelingsmotie' (die alle kinderen die 8 jaar in Nederland hebben verbleven een verblijfsvergunning toekent onafhankelijk van het land van herkomst van hun ouders), die minister Leers niet wil uitvoeren, in wetgeving om te zetten.