Rijksoverheid
Toespraak staatssecretaris De Krom bij Nibud & Stimulansz-congres over
armoede en schulphulpverlening
Toespraak | 19-05-2011
Op 19 mei 2011 sprak staatssecretaris De Krom onderstaande toespraak
uit
Dames en heren,
`Geld is gemunte vrijheid', stelde de Russische schrijver Dostojevski
al in de 19e eeuw. Laat die zin even op u inwerken. Geld creëert
bewegingsruimte. En in die bewegingsruimte krijgen mensen de
mogelijkheid zelf te kiezen wat ze willen, hoe ze het willen of waar ze
naartoe willen. We zijn nu twee eeuwen verder en nog steeds doet dit
citaat opgeld. Krap bij kas zitten of het hebben van schulden beperkt
de persoonlijke vrijheid. Zeker als er alleen geld is voor het
hoognodige. Je krijgt hierdoor moeilijk toegang tot de mogelijkheden
die je omgeving biedt. Denk dan aan lid worden van sportclubs of een
aardigheidje voor de kinderen. Je raakt gaandeweg geïsoleerd in een
wereld van onmogelijkheden. Dostojevski sloeg de spijker op de kop.
Geld ìs inderdaad gemunte vrijheid. Het biedt mensen de mogelijkheid om
deel te nemen aan het maatschappelijke leven.
Een baan is en blijft de beste manier om aan geld te komen en mee te
draaien in de maatschappij. Uit verschillende onderzoeken blijkt dat
het hebben van een baan een goede manier is om uit de armoede te komen.
Ook SCP-directeur Paul Schnabel stelt dit in het voorwoord van het
vorig jaar gepubliceerde rapport ` Uit armoede werken'. Hij schrijft en
ik citeer: `...het hebben of vinden van een betaalde baan leidt niet
automatisch tot uitstroom uit armoede. Echter, degenen die
daadwerkelijk uit de armoede zijn geraakt, hebben dit in veruit de
meeste gevallen - direct of indirect - aan werk te danken.' Einde
citaat. Het hebben van een baan is dus een beproefde methode om de
eigen situatie te verbeteren. Uit het SCP-onderzoek blijkt ook dat 60
procent van de huishoudens met een laag inkomen drie jaar later de
armoedesituatie heeft weten te beëindigen. Armoede blijkt in veel
gevallen een tijdelijke kwestie te zijn die door het vinden van werk
wordt omgezet in een situatie waarin weer kansen ontstaan.
Dames en heren, ik zal niet selectief shoppen uit rapporten die mij
welgevallig zijn. Ik ben niet blind noch doof voor kritiek. Maar ik
blijf erbij dat het hebben van werk altijd beter is dan binnen zitten
in de hoop dat de redding van buiten komt. Er zijn namelijk voldoende
mogelijkheden om zelf weer het heft in handen te nemen. En dat gaat
vaak via werk. Dat is ook ons doel: zoveel mogelijk mensen aan het werk
krijgen. In relatie tot omringende landen doen we het in Nederland
absoluut niet slecht. We hebben hier een goed sociaal vangnet dat ik
zie als een springplank om zo snel mogelijk weer op de arbeidsmarkt te
komen. En die arbeidsmarkt kan binnenkort iedereen gebruiken die kan en
wil werken. Die druk zal de komende jaren meer voelbaar worden.
Door de vergrijzing en de ontgroening krijgen we te maken met een
krapte. Er zullen op den duur meer vacatures zijn dan dat er werknemers
zijn om ze te vullen. Mensen die nu nog aan de kant staan, zijn straks
keihard nodig. Dus als een baan een beproefde manier is om uit de
armoede te komen, dan voorzie ik de komende tijden een verdere
uitstroom uit armoede. Maar dat vergt wel een activerende omgeving
waarbij een centrale rol is weggelegd voor de mensen die het betreft en
de gemeentes. Mensen zijn immers in eerste instantie zelf
verantwoordelijk om de eigen situatie te veranderen.
Rekeningen moeten gewoon worden betaald en schulden moeten worden
afgelost. Mensen moeten ervoor zorgen dat zij verplichtingen niet
aangaan als ze die niet kunnen nakomen. Preventie is dus heel
belangrijk. En dat begint al met op jonge leeftijd goed met geld leren
omgaan. Daar ligt met name voor de ouders een belangrijke taak.
Gelukkig beschikt onder andere het Nibud over allerlei hulpmiddelen als
ondersteuning.
Mocht het onverhoopt toch anders lopen waardoor mensen vast komen te
zitten in de eigen situatie, dan is hulp mogelijk. En die hulp moet zo
dicht mogelijk bij huis te vinden zijn: in de eigen gemeente. Daarbij
moet er sprake zijn van een `uitrukmentaliteit'. Door snel te handelen
is de kans kleiner dat iemand verder wegzakt in de problemen. Maar de
bal ligt in eerste instantie bij mensen zelf. Ik wil af van het
zieligheidsdenken. Door mensen a priori als slachtoffer te benaderen,
schrijf je ze eigenlijk af. Door hen niet in hun onmacht te bevestigen,
maar juist aan te spreken op de eigen verantwoordelijkheid, geef je de
eigen kracht vrij baan. En als daarbij nog hulp nodig is, dan moet de
overheid er zijn.
De gemeente vervult een sleutelrol bij armoedebestrijding en
schuldhulpverlening. Zij heeft het beste zicht op de individuele
situaties. Zij kan beleid ontwikkelen waarbij maatwerk centraal staat.
Ik kan immers vanuit Den Haag niet zien wat iemand in Veendam of
Breskens nodig heeft en dat wil ik ook niet. De colleges van
burgemeester en wethouders als ook de raadsleden weten dat namelijk
beter dan ik. Zij weten welke middelen en methoden zij het beste in
kunnen zetten om problemen aan te vliegen. En het liefst zo integraal
mogelijk. Daarbij is samenwerking tussen verschillende beleidsterreinen
en met andere instanties in de regio van belang. Daar kunnen gemeenten
nog veel winst boeken. Dit constateert ook het Verwey Jonker Instituut
in het onderzoek `Sterk en samen tegen armoede' dat vorige week aan de
VNG is aangeboden. Zo zie ik de toekomst van armoedebestrijding en
schuldhulpverlening in Nederland. Met die insteek voer ik ook debatten
in de Tweede Kamer en wil ik werk maken van armoedebestrijding in
Nederland.
Die insteek betekent dat mensen hun eigen verantwoordelijkheid goed
begrijpen. Door eerst zelf te kijken hoe de eigen situatie verbeterd
kan worden, is de eerste slag vaak al geslagen. Komt men er vervolgens
niet uit, dan helpt de gemeente een handje, maar neemt de
verantwoordelijkheid niet over. Door in te zetten op minnelijke
schuldhulp, kunnen de schulden alsnog afgelost worden. Door in te
zetten op zelfredzaamheid, krijgen mensen weer grip op de eigen
situatie. Door in te zetten op werk, wordt de armoede gaandeweg
verdreven. Het vergt vaak creativiteit en doorzettingsvermogen, maar
het is aangetoond dat het op die manier vaak het beste werkt. Ik zou
wel meer inzicht willen hebben in situaties waarbij mensen weliswaar
schulden hadden, of te maken hadden met armoede, maar daar zelf een weg
uit gevonden hebben, met of zonder hulp van de gemeente. Ik ben
benieuwd hoe ze dat hebben gedaan. Ik heb daarom de Inspectie Werk en
Inkomen gevraagd daar onderzoek naar te doen. Laatst sprak ik met
iemand die al tien jaar in een schuldhulpverleningstraject zat. Tien
jaar! Het is erg lastig om erachter te komen hoe dit kan en waarom dit
zo lang duurt.
De effectiviteit van schuldhulpverlening laat zich moeilijk meten.
Daarom vraag ik de gemeenten om zelf goed de vinger aan de pols te
houden opdat ze over voldoende informatie beschikken om de uitvoering
aan te sturen. En ook om te weten welke methoden het beste werken om
iemand zo snel mogelijk uit de schuldhulpverlening te krijgen. De
uitrukmentaliteit die ik eerder schetste, helpt daar al bij. Ook daar
valt nog veel winst te behalen. Ik weet dat de gemeente Tilburg een
effectief beleid voert. Daar zitten mensen kort in het
schuldhulpverleningstraject om vervolgens snel de regie te herpakken.
Zo hoort dat ook. Ik wil weten welke factoren bijdragen aan succes.
Want het kan, nogmaals, nooit de bedoeling zijn dat mensen er tien jaar
over doen om weer zelfstandig te worden.
Dames en heren, geld is gemunte vrijheid. Die uitspraak is wat mij
betreft net zo steekhoudend als `werk is een goede armoedebestrijder'.
Ik spreek mensen aan op hun eigen verantwoordelijkheid en benader
niemand als slachtoffer. Ik neem mensen zeer serieus en vertrouw op de
wilskracht die iedereen in zich draagt. Net zozeer als een reis begint
met een eerste stap, zo vertrouw ik erop dat de weg uit armoede aan de
eigen keukentafel begint. Hulp krijgt men alleen als dat écht
noodzakelijk is. De weg vanuit de huiskamer naar de gemeente is altijd
nog korter dan naar het Rijk.
Dames en heren, echte rijkdom bevindt zich niet alleen op een
bankrekening, maar zit ook tussen de oren. Echte rijkdom zit in het
zelfrespect dat je krijgt als je het maximale uit jezelf haalt. Als je
op eigen kracht of waar dat noodzakelijk is met hulp, op je eigen
manier de regie herpakt. Als dat noodzakelijk is, moeten mensen zo snel
mogelijk worden geholpen, met als doel iemand zo snel mogelijk weer uit
een voorziening te halen en op eigen benen te laten staan. Ik ben
gemotiveerd om deze koers verder uit te zetten, want het gaat om
mensen. Mensen die vaak tot meer in staat zijn dan wij wel eens denken.
Dank u wel.