Koude Oorlog woedde tot in de Duitse collegezalen
Cultureel imperialisme van VS en USSR mislukt
Datum: 18 mei 2011
De Duitse collegezalen waren in de Koude Oorlog een ideologisch
slagveld tussen de Verenigde Staten en de Sovjet Unie. Beide
supermogendheden probeerden hun ideologie via de West- respectievelijk
Oost-Duitse universiteiten op te dringen aan de Duitse intelligentsia.
Dat slaagde maar ten dele, omdat de Duitse hoogleraren aan beide zijden
van het IJzeren Gordijn - ook in Oost-Duitsland - een zekere mate van
onafhankelijkheid wisten te bewaren. Ook de studenten bleken de
westerse en de communistische heilsleer niet voor zoete koek te
slikken. Dat concludeert Natalia Tsvetkova, die de greep van Rusland en
Amerika op de Duitse universiteiten tussen 1945 en 1990 bestudeerde aan
de hand van onlangs geopende archieven. Zij promoveert 19 mei 2011 aan
de Rijksuniversiteit Groningen.
Meteen na de Tweede Wereldoorlog hervormden de VS en de Sovjet Unie het
universiteitsleven in hun eigen bezettingszones. Dat strekte verder dan
alleen een zuivering van nationaalsocialistische elementen. Zo werden
rectoren vervangen, universitaire statuten herschreven, werd het
curriculum van iedere studierichting gewijzigd door nieuwe disciplines
zoals politieke wetenschappen te introduceren, kwamen er nieuwe
academische instituten op en werd de collectie van de
universiteitsbibliotheken grondig aangepast. Het doel was het opleggen
van de eigen doctrines aan de Duitse bevolking, oftewel cultureel
imperialisme. Daarmee werd Duitsland een brandpunt van de ideologische
strijd tussen Oost en West.
Onderwijstraditie
Ook na de onafhankelijkheid van de Bondsrepubliek Duitsland in 1955
ging de Amerikaanse bemoeienis gewoon door. Ten tijde van de onrust
onder de studenten in West-Berlijn dwong Washington de regering van
West-Duitsland in 1969 om een nieuw pakket hervormingen, ontworpen door
Amerikaanse deskundigen, aan haar universiteiten te introduceren. Toch
heeft dat cultureel imperialisme weinig bereikt bij de Duitse
academische wereld, stelt Tsvetkova vast, want het Duitse professoraat
dwarsboomde deze bedoelingen uit een conservatieve voorliefde voor de
Duitse onderwijstraditie. In Oost-Duitsland gebeurde dat uiteraard
minder ostentatief dan in het westen, maar net zo effectief. Datzelfde
gold voor de studenten die zich openlijk verzetten tegen de ideologie
die hen werd opgedrongen.
Cultureel offensief
Beide grootmachten keken ook naar de andere kant van het IJzeren
Gordijn. Zo probeerde de Verenigde Staten in een cultureel offensief
ook zieltjes te winnen aan de Oost-Duitse universiteiten. Verrassend
genoeg stuitte ze bij de hoogleraren op veel minder sympathie dan bij
de intellectuele dissidenten in het oostblokland. Deze
wetenschappelijke staf was vol bewondering voor de waarden van de
traditionele Duitse universiteiten, zoals academische vrijheid, grote
afstand ten opzichte van de politiek, afwijzing van opgelegde
ideologieën, en veel invloed voor de gevestigde staf. En zo kon het
gebeuren dat aan het eind van de Koude Oorlog de Duitse universiteiten
niet zozeer westers of communistisch georienteerd waren, maar per saldo
een groot deel van de Duitse academische traditie hadden behouden. Het
cultureel imperialisme op de Duitse universiteiten was van beide kanten
gestrand op de conservatieve hang naar de eigen Duitse
onderwijstraditie.
Propaganda
Het onderzoek roept de vraag op of het zin heeft om via culturele druk
een bepaalde ideologie in een land te introduceren. Tsvetkova: `Er
rijst twijfel over de efficiëntie van culturele druk, dominantie,
imperialisme en over `soft power' als vorm van culturele
interferentie.' Ze verwijst daarbij onder meer naar de pogingen vanuit
het westen om de Arabische wereld cultureel te beïnvloeden, de
internationale propaganda door Rusland en China, en de manier waarop
Europa Afrikaanse landen tracht op te voeden. `Culturele interferentie
heeft maar weinig invloed op lokalisme, traditionalisme en
conservatisme.'
Curriculum Vitae
Natalia Tsvetkova (Rusland, 1973) studeerde geschiedenis in Sint
Petersburg en deed haar promotieonderzoek, als deelneemster aan het
Universitaire PhD Fellowship programma, aan de Faculteit Gedrags- en
Maatschappijwetenschappen. Zij is Associate Professor aan de School of
International Relations aan de staatsuniversiteit van St. Petersburg in
Rusland. Haar promotor is prof.dr. J.J.H. Dekker. De titel van het
proefschrift is `Transforming German universities during the Cold War:
the failure of American and Soviet cultural imperialism'.
Rijksuniversiteit Groningen