Nationale Bank van Belgie


De economische groei bedraagt 1 pct. in het eerste kwartaal van 2011

Met een toename van 0,5 pct. in het vierde kwartaal, is de economische activiteit over het jaar 2010 als geheel met 2,1 pct. gegroeid. Nu vrijdag 29 april 2011 publiceert het Instituut voor de Nationale Rekeningen (INR) het resultaat van de flash-raming van de economische groei voor het eerste kwartaal van 2011. Tezelfdertijd publiceert het INR een herziene versie van de rekeningen voor het vierde kwartaal en voor het jaar 2010 in zijn geheel, die onder meer de recentelijk gepubliceerde gegevens met betrekking tot de overheidsrekeningen en de betalingsbalans integreren voor de kwartalen van 2010.
1. Flash-raming van de economische groei voor het eerste kwartaal van 2011 Volgens de flash-raming van het bruto binnenlands product (bbp) is de economische groei aangetrokken in het eerste kwartaal van 2011. Naar volume is het bbp - gezuiverd voor seizoen- en kalenderinvloeden - gegroeid met 1 pct. ten opzichte van het voorgaande kwartaal. Ook op jaarbasis versnelt de activiteit: het bbp neemt toe met 3,0 pct., na een groei met respectievelijk 2,0 en 2,1 pct. in het derde en vierde kwartaal van 2010.

2. Rekeningen van het vierde kwartaal van 2010 De economische activiteit heeft haar herstel voortgezet in het vierde kwartaal van 2010. Naar volume is het bbp - gezuiverd voor seizoen- en kalenderinvloeden - gegroeid met 0,5 pct. ten opzichte van het voorgaande kwartaal, en met 2,1 pct. ten opzichte van het vierde kwartaal van 2009. Op kwartaalbasis is de toegevoegde waarde verder de hoogte ingegaan in alle bedrijfstakken, zij het in een uiteenlopend tempo. De groei was het krachtigst in de bouw, waar hij 1,4 pct. beliep (tegen
+0,6 pct. in het voorgaande kwartaal), iets minder snel in de diensten (+0,5 pct. tegen +0,4 pct. in het derde kwartaal), terwijl hij stagneerde in de industrie (+0,1 pct. na +0,9 pct. een kwartaal eerder). De groei werd geschraagd door de binnenlandse bestedingen, die met 0,5 pct. toenamen. De huishoudens verhoogden hun consumptieve bestedingen (+0,6 pct.) en hun investeringen in woongebouwen (+0,5 pct.), terwijl ook de ondernemingen hun brutovorming van vast kapitaal opvoerden met 0,5 pct.. Het totaal van de overheidsuitgaven (consumptie en investeringen) is nagenoeg ongewijzigd gebleven (+0,1 pct.).
Na een lichte pauze in het derde kwartaal (+0,2 pct.) heeft de buitenlandse vraag zich hersteld: de uitvoer van goederen en diensten is toegenomen met 2,3 pct.. De invoer is nog sterker gestegen (+3,9 pct.), hetgeen de binnenlandse vraag en de heraanvulling van de voorraden in de hand heeft gewerkt. Als gevolg hiervan was de bijdrage van de netto-uitvoer van goederen en diensten tot de bbpgroei negatief ten belope van 1 pct., en dit voor het eerst sinds medio 2009. In het vierde kwartaal van 2010 is de werkgelegenheid gegroeid met 0,1 pct. op kwartaalbasis, een langzamer tempo dan dat van het voorgaande kwartaal (+0,3 pct.). Ten opzichte van de overeenstemmende periode van 2009 zet het herstel zich voort, met een groei van 1,2 pct. (dat wil zeggen een toename met ongeveer 54 000 werknemers), maar in een langzamer tempo dan in het begin van het jaar (respectievelijk circa -9 000, +23 000 en +49 000 werknemers in het eerste, tweede en derde kwartaal).
Voor het eerst sinds het begin van 2010 is het arbeidsvolume van de werknemers in het vierde kwartaal licht teruggelopen (-0,1 pct.) ten opzichte van het voorgaande kwartaal, onder invloed van een vermindering in de bouwnijverheid als gevolg van de slechte weersomstandigheden. Deze verzwakking veroorzaakt een ombuiging in het verloop van het aantal gewerkte uren op jaarbasis, dwz. dat de groeiverbetering in het loop van het jaar steeds kleiner wordt : na mutaties met -0,5, +1,0 en +1,3 pct. tijdens de eerste drie kwartalen zijn de uren met 1,5 pct. toegenomen.


3. Rekeningen voor het jaar 2010
Over heel 2010 is het bruto binnenlands product (bbp) naar volume, na correctie voor de kalendereffecten, gegroeid met 2,1 pct., na een achteruitgang met 2,7 pct. in 2009. Het bbp blijft evenwel nog 0,6 pct. onder zijn niveau van 2008.
De toegevoegde waarde gaf een herstel te zien in de diensten (+1,8 pct., terwijl ze met 1,6 pct. was teruggelopen het jaar voordien), en nog meer in de industrie, waar de toegevoegde waarde opliep met 3,8 pct. en zo deels het in 2009 geleden verlies van 7,4 pct. goedmaakte. Alleen de bouw blijft futloos, met een stijging van de toegevoegde waarde die beperkt bleef tot 0,3 pct., na een achteruitgang met 3,3 pct. het jaar voordien.
De opleving van de economische activiteit in 2010 was vooral toe te schrijven aan de buitenlandse vraag.
Over het jaar in zijn geheel is het volume van de uitvoer van goederen en diensten fors de hoogte ingegaan met 10,6 pct., na in 2009 te zijn ingestort met 11,4 pct.. Gelet op zijn hoge gehalte aan ingevoerde producten, heeft deze opleving van de uitvoer een grote weerslag gehad op de invoer van goederen en diensten; zijn groei was evenwel minder dynamisch (+8,4 pct.), als gevolg van enerzijds een nog gematigde groei van de binnenlandse vraag (+0,8 pct.) en anderzijds een afroming van de voorraden in het midden van het jaar. Hierdoor is de bijdrage van de netto-uitvoer van goederen en diensten tot de bbp-groei opnieuw duidelijk positief geworden (+1,8 pct.), na twee jaar van negatieve bijdrage (met respectievelijk -1,0 en-0,5 pct. in 2008 en 2009). Het herstel van de binnenlandse vraag was heel wat minder uitgesproken, met een toename van 0,8 pct., na een achteruitgang met 1,1 pct. in 2009. Terwijl de consumptieve bestedingen stijgen - zowel bij de huishoudens (+1,6 pct. tegen een daling met 0,2 pct. in 2009), als bij de overheid (+1,1 pct. na een bescheiden groei van 0,4 pct. een jaar eerder), blijven de investeringsuitgaven een aarzelend verloop vertonen. Ondanks een terugkeer naar een positieve groei vanaf het tweede kwartaal van 2010, laat de brutovorming van vast kapitaal door de ondernemingen over heel het jaar nog een daling met 0,9 pct. zien, heel wat minder dan de achteruitgang met 7,5 pct. die nog in 2009 werd opgetekend. De investeringen in de bouw en renovatie van woningen door de huishoudens hebben zich in de tweede helft van het jaar eveneens hersteld, maar aangezien ze sinds het begin van 2009 onafgebroken waren teruggelopen, blijven ze gemiddeld over 2010 2,5 pct. lager.
Zoals doorgaans wordt vastgesteld tijdens een conjunctuuromslag, heeft de arbeidsmarkt zich in de eerste plaats aangepast via het aantal gewerkte uren per persoon, alvorens een beroep te doen op aanpassingen van het aantal werknemers. Het gemiddelde aantal uren, dat op kwartaalbasis is toegenomen vanaf het derde kwartaal van 2009, is nog verder opgelopen tot medio 2010. Het arbeidsvolume van de werknemers heeft zich dus in sterkere mate hersteld dan het aantal werkende personen, en zijn toename beliep gemiddeld 0,8 pct. in 2010, terwijl het met 2,1 pct. was teruggelopen in 2009.
De in aantal personen gemeten werkgelegenheid is op kwartaalbasis gegroeid gedurende het hele jaar, en reageerde zo eveneens snel - zij het met enige vertraging - op het herstel van de economische activiteit. Zo is de binnenlandse werkgelegenheid - zoals trouwens ook de gesalarieerde werkgelegenheid - aangegroeid met 0,7 pct. in 2010, dat wil zeggen met meer dan 29 000 personen, na te zijn gekrompen met 0,4 pct. in 2009, een verlies van circa 16 000 eenheden.

Nationale Bank van België n.v.
de Berlaimontlaan 14
BE-1000 BRUSSEL
tel. + 32 2 221 46 28
www.nbb.be