OM eist levenslange gevangenisstraf in hoger beroep Joseph M.
29 april 2011 - Ressortsparket Den Haag
Het Openbaar Ministerie heeft vandaag in hoger beroep een levenslange
gevangenisstraf geëist tegen Joseph M. wegens oorlogsmisdrijven
gepleegd in Rwanda in 1994.
Aan M. zijn strafbare feiten tenlaste gelegd "die stuk voor stuk zo
gruwelijk zijn dat ze ons voorstellingsvermogen te boven gaan", aldus
de advocaten-generaal in hun requisitoir. Volgens het OM is er tegen
verdachte voldoende bewijs voor de moord op tenminste honderden mensen
die tijdens de genocide in 1994 hun toevlucht hadden gezocht in een
complex van de Zevendedags Adventisten in Rwanda. Bovendien bevat het
strafdossier in de visie van het OM voldoende bewijs voor de
betrokkenheid van M. bij de verkrachting en moord op een jonge vrouw en
het vermoorden van twee moeders en hun jonge kinderen, die probeerden
te vluchten in een ambulance. Verder is M. volgens het OM schuldig aan
het bedreigen en vernederen van een familie die in doodsnood verkeerde.
Ten aanzien van al deze feiten is het OM van oordeel dat sprake is van
oorlogsmisdrijven.
Gelet op de vreselijke misdrijven, waarbij veel mensen (volwassenen en
kinderen ) zijn vermoord, doet volgens het OM maar één straf recht en
dat is een levenslange gevangenisstraf.
De verdachte verbleef bij zijn aanhouding in 2006 nog volop in
extremistische Hutu-kringen. Tijdens het gehele strafproces, dus ook in
hoger beroep, heeft verdachte ook op geen enkele wijze blijk gegeven
van spijt over de gebeurtenissen in 1994. De misdrijven waar deze man
van wordt verdacht behoren zonder twijfel tot de ernstigste misdrijven
die ooit in een Nederlandse rechtszaal zijn behandeld.
De Rechtbank Den Haag veroordeelde M. eerder tot 20 jaar
gevangenisstraf wegens foltering (meermalen met de dood als gevolg) ten
aanzien van de zaak van de moord op de twee moeders en hun jonge
kinderen die probeerden te vluchten in de ambulance en het bedreigen en
vernederen van een familie die in doodsnood verkeerde.
Het OM en de verdachten stelden hoger beroep in tegen deze uitspraak.
Het hoger beroep van het OM richt zich tegen de vrijspraak van de
rechtbank van de aanval op het complex van de Zevendedags Adventisten
en de vrijspraak van verkrachting van en moord op een jonge vrouw,
alsmede de vrijspraak van verkrachting van een andere jonge vrouw door
verdachte. Van dat laatste misdrijf (verkrachting van de andere jonge
vrouw) heeft het OM alsnog in hoger beroep vrijspraak gevraagd, gelet
op de beperkte omvang van het voorhanden zijnde bewijs. Bij de andere
tenlastegelegde feiten is weliswaar een veroordeling uitgesproken door
de rechtbank, echter daaraan werd de kwalificatie van "foltering"
verbonden. Ook die feiten dienen naar de opvatting van het OM onder
"oorlogsmisdrijven" te vallen.
In mei staat het pleidooi van de verdediging gepland. Vervolgens vindt
nog re- en dupliek plaats en het laatste woord van de verdachte.
De uitspraak zal vermoedelijk op 30 juni as. zijn.
Openbaar Ministerie