Rijksoverheid
Kabinet treedt strenger op tegen drugs in het verkeer
Persbericht | 29-04-2011
Drugsgebruik in het verkeer kan sneller worden opgespoord.
Politieagenten kunnen straks automobilisten, motorrijders en
bromfietsers verplichten mee te werken aan het afnemen van speeksel met
behulp van een zogeheten speekseltester, die vrij eenvoudig vaststelt
of iemand drugs heeft gebruikt. Hierdoor verbetert de aanpak van drugs
in het verkeer. De ministerraad heeft daarmee ingestemd op voorstel van
minister Opstelten van Veiligheid en Justitie en minister Schultz van
Haegen van Infrastructuur en Milieu.
Rijden onder invloed van drugs wordt apart strafbaar gesteld. Een lijst
met veelvoorkomende drugs geeft precies aan boven welke waarden het
gebruik gevaar voor het verkeer oplevert. Zo mag de meetbare stof
amfetamine en cocaïne in het bloed van de bestuurder niet hoger zijn
dan 50 microgram per liter bloed. In het geval van cannabis is voor de
meetbare stof tetrahydrocannabinol een grens vastgesteld van 3,0
microgram per liter bloed.
Het is zonder meer duidelijk welke drugs de rijvaardigheid negatief
beïnvloeden en boven welke waarden het gebruik van deze stoffen
strafbaar is. Voor die drugs hoeft dus niet langer te worden bewezen
dat de bestuurder van het motorrijtuig onder zodanige invloed van de
gebruikte drug verkeerde dat hij niet tot rijden in staat was. Als
bloedonderzoek vaststelt dat een bestuurder een hogere concentratie van
de meetbare stof in zijn bloed heeft dan de vermelde grenswaarde is het
bewijs geleverd voor overtreding en volgt een straf, bijvoorbeeld een
boete of een tijdelijke ontzegging van de rijbevoegdheid. De nieuwe
regeling is nodig om de verkeersveiligheid verder te verbeteren. Uit
onderzoek blijkt namelijk dat gebruik van drugs het rijgedrag negatief
beïnvloedt en daardoor de kans op ongevallen stijgt.
De speekseltester is een voorselectiemiddel. Omdat hij niet exact
aangeeft hoeveel van welke drug de bestuurder heeft gebruikt, blijft de
analyse van het afgenomen bloed als bewijsmiddel gelden.
Speekselonderzoek is te vergelijken met het voorlopig onderzoek van
uitgeademde lucht bij een alcoholtest. Is de speekseltest positief dan
gaat de bestuurder als verdachte mee voor bloedonderzoek door het NFI.
Tot slot kan de politie bestuurders ook laten meewerken aan een
onderzoek van de psychomotorische functies en de oog- en spraakfuncties
als de speekseltester niet het gebruik van drugs heeft aangetoond, maar
zij wel het sterke vermoeden heeft dat de bestuurder heeft gebruikt. De
speekseltester kan namelijk niet het gebruik van alle drugs meten. De
politie kijkt dan naar de reactiesnelheid en de evenwichtsfuncties van
de bestuurder of de reflex van de pupil op licht.
De ministerraad heeft ermee ingestemd het wetsvoorstel voor advies aan
de Raad van State te zenden. De tekst van het wetsvoorstel en van het
advies van de Raad van State worden openbaar bij indiening bij de
Tweede Kamer.