In therapie met avatars.... met Delftse virtual reality technologie
Fobieën en psychotische stoornissen bestrijden met virtuele technieken. Dat is de tak van sport van onderzoeker Willem-Paul Brinkman van de TU Delft. In het nieuwste nummer van Delft Integraal, het wetenschappelijk magazine van de TU Delft, laat Brinkman zien dat deze methode uitkomst kan bieden bij onder meer vliegangst en wellicht, op termijn, bij sociale stoornissen.
Vliegangst
Brinkman ontwikkelt zogenaamde VRET-systemen (Virtual Reality Exposure Therapy), waarmee mensen met hun angststoornissen, zoals vliegangst, hoogtevrees of claustrofobie, of psychotische stoornissen zoals paranoia, kunnen leren omgaan. Een van de eerste producten die uit het virtual reality laboratorium voortkwamen, was een trillende vliegtuigstoel. Samen met andere partijen ontwikkelden de Delftenaren een systeem waarbij mensen met vliegangst zich met een virtual reality-helm, typische geluiden die bij het vliegen horen en de trillende stoel, echt in de lucht wanen. Zodoende wennen ze aan de sensaties en komen ze over hun angst heen. Het systeem wordt al volop gebruikt, vertelt Brinkman.
Virtuele kroeg
De laatste tijd werkt Brinkman vooral aan programma's als de virtuele kroeg, die mensen met problemen op het sociale vlak moeten helpen. Door de sociale omgeving in een virtuele wereld te reconstrueren en de mensen eraan bloot te stellen, kunnen psychiaters de psychotische symptomen beter onderzoeken, en de patiënten uiteindelijk beter helpen, zo is het idee.
Het moet enger
De virtuele kroeg bevindt zich nog in de pilot-fase. Het moet allemaal nog enger. Patiënten vinden het heel beangstigend om lang aangekeken te worden. Die optie moet toegevoegd worden. En het moet ook mogelijk worden om een simpel gesprekje te voeren.
'We hebben nu onderzocht wat er gebeurt als we mensen blootstellen aan een drukke omgeving en aan mensen van een andere etniciteit; twee factoren waarvan bekend is dat ze gerelateerd zijn aan psychoses. Paranoïde mensen lijken hetzelfde te reageren op situaties in de virtuele wereld als in de echte wereld', vertelt dr. Wim Veling van psychiatrisch instituut Parnassia in Delft Integraal.
Die reacties van mensen registreren de onderzoekers onder meer door fysieke metingen. Zo veranderen de patronen van de hartslag en de zweetproductie. Computerprogramma's analyseren deze patronen.
Therapie
Het onderzoek moet uiteindelijk leiden tot een middel voor cognitieve gedragstherapie. 'Nu vertellen patiënten ons achteraf dat ze bang waren toen ze bijvoorbeeld in de tram zaten omdat ze het gevoel hadden dat ze werden aangekeken', vertelt prof.dr. Mark van der Gaag in het artikel. 'Of ze hoorden flarden van gesprekken en ze dachten dat het over hen ging. In zulke gevallen vluchten ze weg uit de situatie.'
'In de virtuele wereld sporen we ze aan om anders te reageren. De drempel om nog een halte langer in de tram te blijven zitten - we willen ook een virtuele wereld in de tram maken - is lager, omdat je weet dat er geen werkelijk gevaar is. De patiënt merkt dan dat iemand op een gegeven moment toch wegkijkt en er eigenlijk niets aan de hand is.'
Meer informatie
Een uitgebreider artikel over het onderzoek van Willem-Paul Brinkman en collega's is te lezen in de nieuwste editie van Delft Integraal, het wetenschappelijk magazine van de TU Delft, dat op 29 april verschijnt:
http://www.delftintegraal.tudelft.nl
Verder in dit nummer onder andere de volgende artikelen:
* Tragiek van de Arabische Wereld - over samenwerking met ingenieurs in het Midden Oosten
* Tot in de eeuwigheid - over ondergrondse opslag van kernafval
* Van een andere cultuur kun je zoveel leren - over Jenny de Boer, de negende alumna van de TU Delft die de Marina van Dammebeurs heeft gekregen
Technische Universiteit Delft