Borging afstudeerniveau in hbo niet overal op orde
28 april 2011
In het bekostigd hoger beroepsonderwijs is onvoldoende discipline in de
naleving van de wetgeving rond het afstudeerniveau. Interne en externe
kwaliteitszorg en het accreditatiestelsel vormen geen garantie voor het
tijdig signaleren en corrigeren van zwakke opleidingen. Dit concludeert
de Inspectie van het Onderwijs in haar rapport `Alternatieve
afstudeertrajecten en de bewaking van het eindniveau in het hoger
onderwijs'.
De inspectie onderzocht vijftien opleidingen bij tien bekostigde
hogescholen. Bij acht opleidingen waren essentiële gebreken in of
ernstige twijfels over de praktijk van de examinering of de
niveaubewaking.
Zeer zwakke opleidingen
Van vier van de vijf onderzochte opleidingen van Hogeschool Inholland
heeft de Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie (NVAO) vastgesteld
dat een aanzienlijk deel van het afstudeerwerk niet van hbo-kwaliteit
is. De inspectie noemt deze opleidingen (Media & Entertainment
Management Haarlem, Commerciële Economie Diemen, Vrijetijdsmanagement
Diemen en Bedrijfseconomie Haarlem) zeer zwak.
Zorgelijke situatie bij vier opleidingen
Van vier opleidingen bij vier andere instellingen noemt de inspectie de
situatie zorgelijk. Er zijn belangrijke vragen gerezen over de borging
van het eindniveau. De inspectie vraagt de NVAO ook hier om het
afstudeerniveau te beoordelen. Het betreft het gezamenlijke
afstudeertraject van drie opleidingen van het Instituut voor
Communicatie en Media bij de Hanzehogeschool Groningen, Communicatie
van de Hogeschool Leiden, Werktuigbouwkunde van de Hogeschool van
Arnhem en Nijmegen en Journalistiek van de Christelijke Hogeschool
Windesheim.
Naleving wet- en regelgeving
Bij alle vijftien onderzochte opleidingen en elf ter verificatie
onderzochte opleidingen bleek de wet- en regelgeving rond het
afstuderen onvoldoende te worden nageleefd. De inspectie heeft geen
fraude aangetroffen: er zijn geen aanwijzingen dat medewerkers regels
hebben geschonden om daar zelf beter van te worden.
Aanleiding onderzoek
Het onderzoek is uitgevoerd naar aanleiding van de berichtgeving in
juli 2010 over een alternatief traject bij de opleiding Media &
Entertainment Management bij Hogeschool Inholland Haarlem. De inspectie
heeft alle instellingen voor hoger onderwijs (ook voor wetenschappelijk
en niet-bekostigd onderwijs) gevraagd of zij alternatieve
afstudeertrajecten verzorgden.
Op basis van de gemelde trajecten en binnengekomen signalen over andere
opleidingen is in november bij veertig opleidingen een schriftelijke
verdiepingsronde uitgevoerd. Deze heeft geleid tot het nader
onderzoeken van vijftien opleidingen bij tien instellingen. Naar de
situatie bij Hogeschool Inholland is een diepgravend onderzoek
uitgevoerd, dat ook vandaag is verschenen. De hoofdconclusies hiervan
zijn in het landelijk rapport opgenomen.
Geen algemeen beeld hoger onderwijs
Door de wijze waarop de onderzochte opleidingen zijn geselecteerd (op
basis van risico-inschatting en ernstige signalen) geeft het onderzoek
expliciet niet een algemeen beeld van het bekostigd hbo.
Vervolgmaatregelen
De inspectie heeft de vier betrokken opleidingen van Hogeschool
Inholland aangemeld bij de staatssecretaris van Onderwijs voor het
treffen van financiële sancties. Ook raadt de inspectie aan te
overwegen de accreditatie in te trekken. Hiervoor is advies van de NVAO
nodig, die daarbij ook zal letten op het lopende verbetertraject bij
Hogeschool Inholland.
Alle opleidingen waar tekortkomingen zijn geconstateerd blijven onder
intensief toezicht van de inspectie staan. Ook zal de inspectie haar
toezicht op het stelsel en de werking van het accreditatiestelsel
aanscherpen.
Stuur door
Meer informatie
* Alternatieve afstudeertrajecten en de bewaking van het eindniveau
in het hoger onderwijs
PDF-bestand, 963kB
* Alternatieve afstudeertrajecten en de bewaking van het eindniveau
bij Hogeschool Inholland
PDF-bestand, 855kB
Zie het origineel
Inspectie v/h Onderwijs