Rijksoverheid
Herdenking slachtoffers chemische wapens
Nieuwsbericht | 28-04-2011
Donderdag werden in Den Haag de slachtoffers van chemische
oorlogsvoering herdacht. Deze ceremonie vindt jaarlijks plaats op het
hoofdkantoor van de OPCW, de Organisatie voor het Verbod op Chemische
Wapens. Namens de Nederlandse regering sprak Directeur-Generaal
Europese Zaken Robert de Groot over het belang van het in ere houden
van de nagedachtenis van de slachtoffers en de noodzaak van het
voorkomen van nieuwe slachtoffers.
Tijdens de Eerste Wereldoorlog werden chemische wapens op grote schaal
gebruikt. Bijna een miljoen soldaten werden daarbij gedood of door
verwondingen voor het leven getekend. In de jaren tachtig zette Irak
ook chemische wapens in, niet alleen in de oorlog tegen Iran, maar ook
tegen de eigen Koerdische bevolking in Halabja. De gruwelijke gevolgen
van het gebruik van deze massavernietigingswapens zijn onaanvaardbaar.
De OPCW wordt met recht een succesvolle internationale organisatie
genoemd. 188 landen zijn aangesloten bij deze organisatie. Slechts
zeven landen zijn nog geen lid. De organisatie ziet toe op de naleving
van het Chemische Wapens Verdrag, dat in 1997 in werking is getreden.
Onder strikte controle van de OPCW is al 65 procent van alle chemische
wapens van de lidstaten inmiddels vernietigd. Ook wordt nauw
samengewerkt met de chemische industrie om er voor te zorgen dat
gevaarlijke chemische stoffen niet in handen komen van terroristen en
er geen nieuwe chemische wapens worden geproduceerd. De organisatie is
een goed voorbeeld van effectief multilateralisme.