Rijksoverheid

Korte toespraak Rutte bij herdenking Max van der Stoel in de Tweede Kamer

Toespraak | 28-04-2011

Mark Rutte heeft in de Tweede Kamer een korte toespraak gehouden bij de herdenking van
oud-minister van Buitenlandse Zaken en minister van Staat Max van der Stoel. Van der Stoel overleed op 23 april 2011 op 86-jarige leeftijd.

Zo ingetogen en bescheiden als Max van der Stoel was, zo uitgebreid en bloemrijk werd hij de afgelopen dagen herdacht. In on-Nederlandse grote woorden werden zijn kwaliteiten en karakter belicht en zijn prestaties en principes geroemd. En die superlatieven zijn meer dan terecht.

Max van der Stoel vervulde bijna een halve eeuw een beeldbepalende en beslissende rol in de nationale en internationale arena. Als volksvertegenwoordiger in Tweede Kamer, Eerste Kamer en Europees Parlement maakte hij vaak het verschil. Als staatssecretaris en minister van Buitenlandse Zaken, lid van de Raad van State en minister van Staat droeg hij bij aan de kwaliteit van het Nederlands openbaar bestuur. Maar zijn grote talenten kwamen toch het meest tot zijn recht als diplomaat. Als permanent vertegenwoordiger bij de Verenigde Naties en als Hoge Commissaris voor Nationale Minderheden van de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa.

De wereld was zijn thuis. Daar lag zijn hart. Daar lag zijn kracht.

Over zijn internationale oriëntatie zei hij zelf 36 jaar geleden: 'Veel politici zijn steeds minder bereid tot internationalisme. Maar we kunnen onze problemen niet op eigen kracht oplossen. We zullen dat in breder internationaal verband moeten doen, ook al betekent dat een offer van eigen nationale inzichten. Hoe in deze chaotische wereld toch nog wat tot stand te brengen, zodat de wereld wat veiliger wordt, wat minder arm hier en daar, dat is eigenlijk hoe ik er tegenaan kijk, heel simpel gezegd.'

In deze uitspraak klinkt ook iets anders door waar Max van der Stoel om bekend stond: zijn resultaatgerichtheid. Hij kwam als minister met een kater terug uit Brussel als men daar op een topconferentie niet was opgeschoten. Hij hield er niet van als een overleg eindigde met het formuleren van goede voornemens. Resultaten wilde hij. Dingen tot stand brengen. Meedenken over het oplossen van een probleem of een conflict.

En daarbij hoefde hij niet zelf in de schijnwerpers te staan. In de nadagen van zijn carrière - die overigens tot ver voorbij zijn tachtigste duurde - formuleerde hij het zo: 'Ik heb altijd geprobeerd mijn publieke optreden ondergeschikt te maken aan het belang van de zaak. Dat klinkt allemaal braaf en mooi, maar mij ging het vooral om de effectiviteit.'

En effectief was Max van der Stoel. In alle stilte en discretie. Zonder zwier en theater.

Onkreukbaar en onberispelijk. Behoedzaam en bescheiden. Oerdegelijk en goudeerlijk. En sober. Zelfs als hij soms, heel soms, publiekelijk blijk gaf van zijn onderkoelde humor. Zo zei hij eens met het gevoel voor understatement dat een rasdiplomaat kenmerkt: 'Ik ben niet het prototype van een extraverte figuur.'

Een journalist schreef ooit dat om resultaten te boeken in de internationale diplomatie de boodschapper alle onderdelen van de diplomatieke tienkamp moet beheersen. En dat deed Max van der Stoel. Hij was zelfs een uitmuntend diplomatieke tienkamper. De koning van de nuance en het compromis. Zelf noemde hij zich een preventief diplomaat: iemand die signaleert als er iets broeit en dat probeert te voorkomen dat er een uitslaande brand ontstaat.

Hij heeft wereldwijd heel wat brandjes voorkomen en geblust. Rode draad in zijn werk en leven was zijn strijd voor de menselijke waardigheid. De onderdrukten, daklozen, minderheden en vluchtelingen konden op hem rekenen. Vierentwintig uur per dag. Zeven dagen in de week. Jaren en jaren achtereen. Zijn werklust en gedrevenheid zijn legendarisch en ongeëvenaard.

Die gedrevenheid kwam voort uit zijn eigen ervaringen. Hij was een tiener toen in Nederland de Tweede Wereldoorlog uitbrak. 'De strijd tegen het onrecht was in mijn leven allesoverheersend', zei hij in 1996. 'Mijn eigen oorlogservaringen hebben mij daarbij gestempeld. Ik was net oud genoeg om te realiseren wat er aan onrecht aan het rechteloos geworden Nederlandse volk werd bedreven.'

De strijd van Max van de Stoel tegen rechteloosheid en mensenrechtenschendingen is voorbij nu. Het is aan anderen de handschoen op te pakken. Laat voor hen Max van der Stoel een lichtend voorbeeld zijn. Hij was een mooi en een groot man.

Nederland zal hem missen. De wereld zal hem missen. We gedenken hem in grote dankbaarheid en met het diepste respect.

Namens het kabinet wens ik zijn kinderen, kleinkinderen en verdere familie en vrienden veel kracht toe bij de verwerking van dit grote verlies.