Politiekorpsen overtreden wet bij opvragen telecomgegevens via CIOT
Persbericht van College bescherming persoonsgegevens
(CBP)
Politiekorpsen overtreden wet bij opvragen telecomgegevens via CIOT
Onderzoek CBP naar gegevensuitwisseling tussen opsporingsdiensten en
telecommunicatieaanbieders
De gegevensuitwisseling tussen de opsporingsdiensten en
telecommunicatieaanbieders via het Centraal Informatiepunt Onderzoek
Telecommunicatie (CIOT) vindt niet plaats overeenkomstig de
toepasselijke wet- en regelgeving met de daarin opgenomen waarborgen
tegen misbruik van de bestanden. Dat concludeert het College
bescherming persoonsgegevens (CBP) na onderzoek bij het CIOT, het
regionaal politiekorps Haaglanden en de Dienst Nationale Recherche
(DNR) van het Korps Landelijke Politiediensten (KLPD). Burgers moeten
erop kunnen vertrouwen dat zorgvuldig met hun telecomgegevens wordt
omgegaan en dat alleen bevoegde personen gebruik maken van de bestanden
bij het CIOT. Het CBP heeft onder meer geconstateerd dat formele
procedures voor het toekennen en intrekken van autorisaties voor
toegang tot het CIOT-informatiesysteem (CIS) bij de korpsen Haaglanden
en DNR ontbreken en dat niet alle autorisaties aan de
opsporingsambtenaren en de medewerkers van het CIOT rechtsgeldig zijn
verleend. Daarnaast is de beveiliging van de telecomgegevens bij
rechtstreekse opvragingen door opsporingsdiensten bij de
telecommunicatieaanbieders - dus zonder tussenkomst van het CIOT -
onderzocht. Het CBP concludeert dat er in dergelijke gevallen geen
sprake is van een adequate beveiliging. Het gaat hier om gevoelige
gegevens waarvoor zware beveiligingseisen gelden om verlies of
onrechtmatige verwerking van de gegevens door onbevoegden te voorkomen.
Tot slot is ook de rechtmatigheid van een aantal specifieke bevragingen
onderzocht. Het CBP concludeert dat bij het korps Haaglanden vijf van
de elf en bij de DNR negen van de elf onderzochte bevragingen in strijd
met de wet zijn.
Het CBP heeft onder meer geconstateerd dat bij de korpsen Haaglanden en
DNR formele procedures voor het toekennen en intrekken van autorisaties
voor toegang tot het CIS ontbreken. De formele procedures zijn van
belang om te waarborgen dat alleen bevoegde gebruikers toegang hebben
tot het systeem en dat onbevoegde toegang wordt voorkomen.
Ook heeft het CBP geconcludeerd dat de autorisaties voor toegang tot
het CIS aan zowel de medewerkers van het CIOT die beheerstaken
uitvoeren op het CIS als aan de opsporingsambtenaren niet rechtsgeldig
zijn verleend. Rechtsgeldige autorisaties vormen een waarborg tegen
toegang door willekeurige personen tot in dit geval zeer gevoelige
gegevens.
Uit het onderzoek is ook gebleken dat de rechtstreekse bevragingen door
de onderzochte opsporingsdiensten aan de telecommunicatieaanbieders -
buiten het CIOT om - via een openbare telefoonlijn zonder aanvullende
beveiligingsmaatregelen worden verzonden. Het CBP concludeert dat er
geen sprake is van een passend beveiligingsniveau. De combinatie van
bijvoorbeeld identificerende gegevens met gegevens van een misdrijf
levert zeer gevoelige gegevens op. Hiervoor moeten extra
beveiligingsmaatregelen worden getroffen om de vertrouwelijkheid en de
integriteit van de gegevens te waarborgen. Het CBP concludeert dat er
sprake is van strijd met de wet omdat er geen extra
beveiligingsmaatregelen zijn genomen om deze gevoelige gegevens te
beveiligen.
Tot slot is ook de rechtmatigheid van een aantal specifieke bevragingen
onderzocht. Het CBP concludeert dat bij het korps Haaglanden vijf van
de elf en bij de DNR negen van de elf onderzochte bevragingen in strijd
met de wet zijn, in die zin dat de korpsen de betreffende bevragingen
van het CIS niet konden verantwoorden.
Links:
http://www.cbpweb.nl/Pages/home.aspx
Razende Robot Reporter