Den Haag, 27 april 2011
Vragen van het lid Van der Veen (PvdA) over het bericht dat de helft van de spoedeisende hulpen in Nederland dicht zouden kunnen
aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
1. Bent u op de hoogte van het bericht dat de helft van de spoedeisende hulpen in Nederland dicht zou kunnen indien de 45-minutennorm voor ambulancezorg door heel Nederland zou worden toegepast?*
2. Is de 45 minutennorm voor ambulancezorg overal in Nederland haalbaar? Zo nee, waar niet en waarom niet?
3. Vindt u het de taak van Nederlandse zorgverzekeraars om te beslissen welke spoedeisende hulpen in Nederland open zouden moeten blijven? Zo ja, waarom? Zo nee, bij wie berust die taak?
4. Zijn gezamenlijk overleg en onderlinge afspraken tussen zorgverzekeraars over de spreiding van spoedeisende hulpen in strijd met de Mededingingswet en zal de NMa dus sancties opleggen? Zo nee, waarom niet?
5. Wat zijn de gevolgen, onder andere ten aanzien van de keuzevrijheid voor de patiënt/verzekerde indien zorgverzekeraars in gezamenlijk overleg besluiten spoedeisende hulpen op te heffen? Kan de patiënt/verzekerde nog met de voeten stemmen? Zo nee, waarom niet?
6. Bent u het met de PvdA eens dat alleen de Nederlandse overheid in overleg met de Tweede Kamer de democratische legitimiteit bezit om concentratie- en spreidingsbeslissingen van een dergelijke omvang te nemen? Zo nee, waarom niet?
7. Klopt het dat de concentratie- en spreiding van de spoedeisende hulpen in Nederland onderdeel wordt van de eerste opzet van de basiszorg die de minister van VWS voor 1 mei 2012 naar de Kamer zal sturen? Zo ja, welke bereikbaarheidseisen worden aan spoedeisende hulpen gesteld en waar worden deze op gebaseerd? Zo nee, waarom niet?
*
Partij van de Arbeid