Ingezonden persbericht
Persbericht
Den Haag, 31 maart 2011
Emiel van Moerkerken (1916-1995)
Retrospectief
23 april t/m 4 september 2011
Fotomuseum Den Haag
De positie van Emiel van Moerkerken is in de Nederlandse fotografiegeschiedenis even belangrijk als ongrijpbaar. Zo maakte hij in de jaren zestig reportageachtige foto's voor Strijdkreet, het blad van het Nederlandse Leger des Heils en voorzag hij in dezelfde periode het satirische blootblad Gandalf van prikkelend beeldmateriaal. Maar bekend werd hij met zijn surrealistische werk in de jaren dertig en veertig. Hij had een fascinatie voor de verhouding tussen waarneming en het onderbewuste, en het spanningsveld tussen seksualiteit en fantasie. In Nederland was hij een van de weinige fotografen die zich met surrealisme bezighielden. Hij onderhield in de jaren dertig zelfs contacten met de Franse kunstenaarskring van surrealisten rondom André Breton. Emiel van Moerkerken was behalve fotograaf ook cineast, filmdocent, romancier en psycholoog. De retrospectieve tentoonstelling in het Fotomuseum Den Haag geeft een boeiend beeld van zijn rijke en veelzijdige fotografie en filmkunst.
Parijs is volgens Van Moerkerken de plek die de basis vormt van zijn oeuvre. Als jongen reisde hij al regelmatig naar de Lichtstad om met zijn ouders tentoonstellingen te bezoeken. In de jaren dertig verblijft hij er vaak om te fotograferen en te filmen en om andere kunstenaars te ontmoeten. Hij wordt er geïnspireerd door de bohémiens, de vrijheid die er heerst en het kleurrijke leven in de terrains vagues aan de rand van de stad. In 1934 komt hij voor het eerst in aanraking met het surrealisme via het Belgische filmtijdschrift Documents. De afbeeldingen van onder anderen Man Ray en Giorgio de Chirico geven hem een schok van herkenning. Van Moerkerken voelt zich ook verbonden met de communistische idealen van de surrealisten. Hij beweegt zich graag in linkse kringen en heeft een afkeer van alles wat rechts, rooms en fascistisch is. In 1947 publiceert hij zijn eerste fotoboek Reportages in Licht en Schaduw, waarin veel surrealistisch werk en portretten zijn opgenomen.
Van Moerkerken fotografeert legio vrouwelijke modellen met puntgave huid en soms emotieloze of licht angstige oogopslag. Verlangens en fantasieën die zich in het onderbewustzijn afspelen, zijn thema's die juist door de surrealisten in beeld worden gebracht. Van Moerkerken abstraheert het vrouwelijk lichaam tot een zinnelijk object, een fetisj, net als de Franse surrealisten. In het oeuvre en het privéleven van Van Moerkerken komen talloze mooie vrouwen voor; zelf noemde hij zich dan ook een coureur de femmes.
Een spel van licht, duisternis en gevoel voor detail kenmerken zijn landschappen en stadsgezichten. Vanaf eind jaren veertig krijgt zijn fotografie een meer documentair karakter, wat zichtbaar wordt in zijn latere fotoboeken Amsterdam (1957) en Meisjes van Nederland (1959). Deze mix van reportage en documentaire is ook terug te zien in zijn vele schrijvers- en kunstenaarsportretten van onder anderen Simon Vestdijk, E. du Perron, Bertolt Brecht, maar ook van Gerard Reve, W.F. Hermans, Carel Willink, Brassaï en André Gide.
In de tentoonstelling wordt, behalve het uitgebreide overzicht van Van Moerkerkens fotografie, doorlopend een viertal van zijn korte films vertoond, waaronder Volgend jaar in Holysloot. De kunstenaar speelt hierin zelf de hoofdrol van een blinde die door allerlei landschappen loopt op weg naar het dorpje Holysloot. De film die onlangs werd gerestaureerd en gedigitaliseerd door het Nederlands Filmmuseum (EYE) won in 1983 een Gouden Kalf voor de beste korte film.
Bij de tentoonstelling verschijnt een rijk geïllustreerde monografie samengesteld door Bruno van Moerkerken en Minke Vos en met een uitgebreide tekst door Minke Vos. Uitgeverij d' jonge Hond, prijs ¤ 69,50.