Rijksvoorlichtingsdienst

Schippers komt met breed gedragen Actieplan voor veiliger sportklimaat

Vrijdag 22 april 2011, nummer 27



Zwaardere straffen bij geweld tegen scheidsrechters

Bij geweld tegen scheidsrechters kan het Openbaar Ministerie de strafeis vergelijkbaar stellen aan de straf die geëist wordt bij geweld tegen ambtsdragers en professionals. Binnen sportclubs worden voor iedereen op en rond het veld - ook voor ouders van jeugdleden - duidelijke gedragsregels opgesteld. Het omgaan met lastig gedrag en het stellen en handhaven van grenzen krijgt een vaste plek in de opleidingen van trainers en coaches.

Dit zijn enkele punten uit het Actieplan 'Naar een veiliger sportklimaat', dat minister Edith Schippers (VWS) vandaag naar de Tweede Kamer heeft gestuurd. Op initiatief van Schippers is dit Actieplan in nauwe samenwerking met haar collega Opstelten (V&J), NOC*NSF, KNVB, KNHB, gemeenten (VNG en VSG) en MOgroep Welzijn & Maatschappelijke Dienstverlening opgesteld.

Schippers stelt tot en met 2016 jaarlijks 7 miljoen euro uit de sportbegroting ter beschikking voor de uitvoering van het Actieplan.

Het kabinet wil Nederland veiliger maken. Daarbij hoort ook het veilig kunnen sporten bij een sportvereniging, zonder last te hebben van intimidatie of geweld. Hoewel miljoenen mensen elke week met plezier met sport bezig zijn, zijn er veel grote en kleinere incidenten op en rond de velden. Scheldpartijen, bedreigingen en het molesteren van scheidsrechters, vechtpartijen, discriminerende spreekkoren, alcoholmisbruik en seksuele intimidatie verzieken te vaak de sportieve sfeer.

Met het Actieplan willen de partners gezamenlijk ongewenst gedrag en excessen aanpakken en een veilig sportklimaat creëren.

Op vier hoofdlijnen worden maatregelen genomen. Voorbeelden hiervan zijn:


1) Spel-, gedragsregels en tuchtrecht worden strakker gehandhaafd. Betrokken partijen willen een 'pre match-briefing' invoeren waarin wedstrijdleiding, aanvoerders en coaches met elkaar kennis maken, bijzonderheden doornemen en nog eens helder afspreken wat niet op het veld getolereerd wordt. Ook aan ouders van jeugdleden wordt helder gemaakt hoe de spel- en gedragsregels luiden. Het opstellen van gedragsregels gebeurt binnen clubs in onderlinge gezamenlijkheid, zodat er draagvlak voor is. Strafbepalingen, registratie en uitsluitingen worden aangescherpt.


2) Excessen worden harder aangepakt. Om scheidsrechters betere bescherming te bieden, kan bij geweld tegen hen de strafeis verhoogd worden. Er komen verder heldere richtlijnen over het omgaan met excessen, inclusief het optreden hierbij door de politie. Onderzocht gaat worden of sportverenigingen en tuchtcommissies in plaats van het slachtoffer eigenstandig aangifte bij de politie kunnen doen van geweld een strafbaar feit, zodat dit niet meer alleen aan het slachtoffer wordt overgelaten. Bij ontoelaatbare spreekkoren waarbij de openbare orde in het geding is, wordt door de sportclub aangifte gedaan en komt de politie in actie.


3) Sport wordt lokaal en landelijk betrokken bij het integrale veiligheidsbeleid. Dit kan bijvoorbeeld betekenen dat wanneer een gemeente in een bepaalde buurt inzet op meer veiligheid, de sportclub en maatschappelijke organisaties daar voortaan bij worden betrokken.


4) Vrijwilligers in de sport worden meer in staat gesteld ongewenst gedrag en excessen aan te pakken en te voorkomen. Bestuurders van bonden en verenigingen krijgen hiertoe ondersteuning. Het omgaan met lastig gedrag en het stellen en handhaven van grenzen krijgt een vaste plek in de opleidingen van trainers en coaches. Weerbaarheidstraining wordt een onderdeel van de opleidingen voor scheidsrechters en officials.

Noot voor redacties (