Rijksvoorlichtingsdienst
Werken naar vermogen: meer mensen aan de slag, minder uitkeringen
Mensen met een arbeidsbeperking moeten, meer dan nu het geval is, in een reguliere baan aan de slag. Veel mensen, die nu vaak nog in een uitkering zitten, willen en kunnen dat ook. De arbeidsparticipatie moet omhoog voor het behoud van ons stelsel van sociale zekerheid en de welvaart in Nederland. Bovendien zal er door de vergrijzing ook steeds meer vraag naar nieuwe arbeidskrachten zijn. Het kabinet voert daarom op 1 januari 2013 de nieuwe Wet werken naar vermogen in (WWNV) - een uniforme regeling die meer mensen met een beperking aan werk moet helpen.
Staatssecretaris De Krom (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) heeft vandaag een notitie met de hoofdlijnen van de WWNV naar de Tweede Kamer gestuurd. Hierin zijn ook de afspraken opgenomen die het kabinet heeft gemaakt met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten in het kader van een nieuw bestuursakkoord. Gemeenten gaan de nieuwe wet uitvoeren omdat zij dan op maat en op meerdere terreinen inwoners ondersteuning kunnen bieden.
Het kabinet trekt vierhonderd miljoen euro uit om gemeenten en bedrijven in de sociale werkvoorziening in staat te stellen de noodzakelijke hervormingen door te voeren. Er komt een onafhankelijke commissie die de plannen hiervoor gaat beoordelen.
Omslag in denken
Momenteel zijn er grote verschillen in rechten, plichten en de hoogte van de inkomensondersteuning voor mensen die - bijvoorbeeld vanwege een beperking - nu nog langs de kant staan. Binnen de WWNV heeft iedereen dezelfde rechten en plichten. Uitgangspunt is om zoveel mogelijk mensen uit een uitkering aan het werk te krijgen bij een reguliere werkgever.
De Krom vindt dat een omslag in het denken nodig is : "We moeten stoppen mensen met een arbeidsbeperking op voorhand als slachtoffer te benaderen. Het is niet eerlijk om van hen niets te verwachten. Wie mensen met een handicap als slachtoffer benadert, neemt mensen niet serieus en schrijft ze af."
De WWNV komt in de plaats van de Wet Werk en Bijstand (WWB) en de Wet Investeren in Jongeren (WIJ). Daarnaast zullen mensen uit de Wajong die kunnen werken en mensen die straks aankloppen bij de sociale werkvoorziening, maar in staat zijn bij een gewone werkgever aan de slag te gaan, onder de WWNV vallen. De Wajong blijft bestaan als vangnet voor jonggehandicapten die helemaal nooit kunnen werken. De sociale werkvoorziening blijft intact als voorziening voor 'beschut werk', maar het aantal plekken zal op termijn teruglopen omdat meer mensen bij een gewone werkgever aan de slag kunnen.
In deze kabinetsperiode leveren de maatregelen een besparing aan uitkeringen en aan ondersteuning op van ¤ 800 mln. Als alle maatregelen volledig werken, is op termijn de besparing ¤ 1.850 mln.
Eigen verantwoordelijkheid
Het uitgangspunt van de WWNV is: werk gaat boven inkomen. Iedereen is in de eerste plaats zelf verantwoordelijk voor het vinden van werk en het verdienen van de kost. De Krom: "Mensen worden niet alleen op hun rechten maar ook op hun verantwoordelijkheid aangesproken. Van iedereen mag worden verwacht dat hij of zij niet een onnodig beroep op de overheid doet."
Zonder ingrijpen verdubbelt het aantal Wajongers in dertig jaar tijd van 200.000 nu naar 400.000. Van de huidige jonggehandicapten heeft slechts een kwart een baan, terwijl volgens het UWV ongeveer de helft geheel of gedeeltelijk kan werken. Ook werken in Nederland relatief veel mensen in de beschutte omgeving van een sw-bedrijf. Uit de beoordeling voor de Wsw blijkt dat de helft van de mensen die daarop een beroep doet, met enige begeleiding ook aan de slag zou kunnen bij een reguliere werkgever. In de praktijk maakt nu slechts vijf procent de definitieve overstap naar een dienstverband bij een reguliere werkgever.
Loondispensatie
Wie nooit zal kunnen werken krijgt 75% van het wettelijk minimumloon (WML). De uitkering voor wie wel kan werken bedraagt 70% van het WML. Voor werkgevers wordt het met de WWNV aantrekkelijker om mensen met een beperking in dienst te nemen. Een werkgever hoeft alleen nog maar de productiviteit van iemand met een beperking te betalen, hij krijgt dispensatie om minder dan het minimumloon te betalen. De gemeente vult dat bedrag - de loonwaarde van iemand - dan aan tot maximaal het wettelijk minimumloon.
WWB
De gemeenten krijgen een centrale rol bij de uitvoering van de Wet werken naar vermogen. Sinds de invoering van de WWB in 2004 slaagden de gemeenten er al in om het aantal mensen dat in de bijstand zit met 20 procent terug te dringen. Het aantal mensen dat vanuit een uitkering aan de slag ging steeg in vijf jaar tijd van 10 naar 47 procent.
Er komt één ongedeeld re-integratiebudget. Het geld daaruit kunnen gemeenten gerichter en efficiënter inzetten. Het kabinet zal gemeenten ondersteunen bij het implementeren van de WWNV.
Zie ook www.werkennaarvermogen.nl
RVD Mediafeed