Politiebond ACP

Rapport zaak Milly Boele: `Behoorlijke prestatie politie operationeel'

Politieagenten hebben in de zaak rond de vermissing van Milly Boele (12) vorig jaar maart een behoorlijke prestatie geleverd. De aansturing vanuit de korpsleiding en het OM schoot echter tekort. Dat zijn de voornaamste conclusies van een commissie die de taak kreeg om het politieoptreden in deze zaak te onderzoeken. "Het stemt de ACP tevreden dat de commissie onderschrijft dat de collega's in een moeilijke en onduidelijke situatie adequaat, professioneel en betrokken hebben gehandeld", aldus ACP-voorzitter Gerrit van de Kamp.

"Daarnaast hopen wij dat de aanbevelingen van deze commissie niet in een bureaulade verdwijnen." Het onderzoeksrapport naar de zaak Milly Boele is gisteren (woensdag 20 april) officieel gepresenteerd, maar kwam een dag eerder al in handen van de media. In de berichtgeving wordt vooral de nadruk gelegd op wat er is misgegaan. De ACP wil echter dat er ook oog is voor de positieve aspecten in het rapport. De commissie stelt immers dat zij veel waardering heeft voor de professionaliteit en de inzet van het korps Zuid-Holland Zuid in het onderzoek naar de vermissing van Milly Boele. "De goede dingen zijn gedaan en veel dingen zijn goed gegaan", aldus een citaat uit het rapport. Dat neemt niet weg dat de ACP kritisch kijkt naar de knelpunten en graag ziet dat de aanbevelingen van de commissie worden uitgewerkt. Hieronder volgt een opsomming van de belangrijkste conclusies en aanbevelingen uit het rapport.

Conclusies

> De politie heeft operationeel een behoorlijke prestatie geleverd. > De politie heeft in de eerste uren adequaat gereageerd en gehandeld. > Er is snel een organisatie ingericht in en rond de woning van de familie Boele.
> Er is een relevant buurtonderzoek ingesteld.
> De politieleiding en het OM zijn zich pas laat voldoende bewust geweest van de ernst van de verdwijning.
> Er had eerder opgeschaald moeten worden naar een TGO (Team Grootschalig Optreden) en het onderzoek is daarmee te lang operationeel gebleven.
> Belangrijke informatie is onvoldoende op waarde geschat en te laat doorgegeven.
> De inzet van bijzondere opsporingsmiddelen heeft niet of te laat plaatsgevonden.
> Het korps heeft te terughoudend en behoudend gecommuniceerd met de media.

Aanbevelingen

> Geef blijvend aandacht aan professionalisering > Tijdig opschalen: `better safe than sorry'
> Professionalisering van de informatiefunctie
> Assertief mediacontact

Landelijke richtlijnen

De ACP is van mening dat er een goed rapport ligt. ACP-voorzitter Gerrit van de Kamp licht toe: "Het is goed om te zien dat de commissie onderschrijft dat collega's op operationeel niveau in een moeilijke en onduidelijke situatie adequaat, betrokken en professioneel hebben opgetreden. Wij gaan er bovendien vanuit dat de relevante procedures en werkwijzen op basis van de aanbevelingen in het rapport zullen worden aangepast. Daarbij moet er oog zijn voor de gevolgen voor de capaciteit volgens het principe 'better safe than sorry'. Dit kan negatieve gevolgen hebben voor de totale operationele capaciteit. Het is daarom van belang dat er duidelijke landelijke richtlijnen worden opgesteld voor het tijdig opschalen tijdens een zaak."

---

20/04/11 16:37

---