Inspectie v/h Onderwijs
voortgezet onderwijs lager
Eindexamencijfers voortgezet onderwijs lager
20 april 2011
Leerlingen in het voortgezet onderwijs halen lagere cijfers voor het
centraal examen. Sinds 2006 zijn vooral in het vmbo de cijfers voor
wiskunde, Nederlands en Engels gedaald. Dat is een van de opvallende
trends die de Inspectie van het Onderwijs signaleert in het
Onderwijsverslag over het schooljaar 2009/2010.
Opdracht voor besturen
`Het onderwijs moet ambitieuzer', aldus Annette Roeters,
inspecteur-generaal van het Onderwijs. `Besturen moeten dat zien als
hun opdracht. Dat geldt overigens niet alleen voor het voortgezet
onderwijs, maar voor alle scholen. Alle leerlingen verdienen onderwijs
van goede kwaliteit, dat hen voorbereidt op een vervolgopleiding en hun
rol in de samenleving.'
Basisscholen presteren beter
Dit jaar constateert de inspectie dat leerlingen op de basisschool iets
beter presteren dan vorig jaar en het jaar ervoor. Een andere positieve
ontwikkeling is de daling van het aantal zwakke en zeer zwakke scholen
in de meeste sectoren. Er gaan meer leerlingen naar hogere vormen van
voortgezet onderwijs (vo), middelbaar beroepsonderwijs (mbo) en hoger
onderwijs, waardoor het gemiddelde opleidingsniveau stijgt. In het vo
en mbo halen meer jongeren hun startkwalificatie en er zijn minder
voortijdig schoolverlaters. Scholen en besturen worden zich bewuster
van het belang van goede prestaties.
Diplomakwaliteit onvoldoende gewaarborgd
De inspectie signaleert ook minder gunstige ontwikkelingen. Juist
leerlingen die goed onderwijs hard nodig hebben, zitten vaak op zwakke
en zeer zwakke scholen. Scholen en opleidingen waarborgen de kwaliteit
van diploma's onvoldoende. Ze verschillen ook sterk in de opbrengsten
die ze bereiken. Daardoor zijn leerlingen op de ene school veel beter
af dan op de andere.
Eindexamencijfers voortgezet onderwijs
De inspectie is vooral bezorgd over de lagere eindexamencijfers in het
voortgezet onderwijs. In de gemengde/theoretische leerweg van het vmbo
ging het cijfer voor wiskunde van 6,4 in 2006 naar 6,1. In het vwo
daalde het cijfer voor Nederlands van een 6,4 naar een 6,1. Deze
dalende trend blijkt ook uit internationaal vergelijkend onderzoek. In
vergelijking met 2008/2009 blijven de cijfers van veel vakken gelijk.
Lagere cijfers in examens volwassenenonderwijs
Er zijn nog andere minder gunstige ontwikkelingen in het voortgezet
onderwijs. De uitstroom naar het voortgezet speciaal onderwijs stijgt.
Bovendien halen op dit moment veel meer havo- en vwo-leerlingen hun
diploma in het volwassenenonderwijs, waar ze met aanzienlijk lagere
cijfers slagen dan leerlingen in het gewone voortgezet onderwijs.
Vwo-leerlingen halen bijvoorbeeld gemiddeld een 6,3 voor wiskunde, maar
in het volwassenenonderwijs slechts een 5,6. Hierdoor zijn ze minder
goed toegerust voor het vervolgonderwijs. De teruglopende prestaties
zijn des te zorgelijker omdat er de komende jaren terecht veel van het
voortgezet onderwijs wordt verwacht. Zo komen er aangescherpte
exameneisen en worden er reken- en taaltoetsen ingevoerd.
Minder zwakke en zeer zwakke scholen
Steeds meer scholen halen de inspectienormen voor voldoende kwaliteit.
Het aantal zeer zwakke basisscholen daalt sinds 2009 en is in een jaar
tijd bijna gehalveerd. Op 1 januari 2010 waren er 96 zeer zwakke
basisscholen, op 1 september 2010 waren dat er 69 en op 1 januari 2011
is dit aantal verder gedaald naar 49. In het voortgezet onderwijs zijn
er iets minder scholen die de inspectienormen halen. Dat komt vooral
door het vwo: het percentage zwakke vwo-afdelingen steeg tussen 1
januari 2010 en 1 januari 2011 van 12,4 naar 16 en het percentage zeer
zwakke vwo-afdelingen van 0,8 naar 1,2.
Prestaties verbeteren
De inspectie ziet belangrijke verbetermogelijkheden voor het voortgezet
onderwijs. Zo wordt er op veel scholen niet systematisch en doelgericht
aan gewerkt om de prestaties van leerlingen te verbeteren. Een op de
vijf scholen plant nog te weinig onderwijstijd en er staan steeds vaker
onbevoegde leraren voor de klas; 18 procent van de lessen wordt gegeven
door een niet bevoegde docent. Ook speelt de helft van de leraren in
het voortgezet onderwijs niet voldoende in op verschillen tussen
leerlingen. Schoolbesturen en schoolleiders moeten hun
verantwoordelijkheid nemen om de onderwijskwaliteit te verbeteren en te
waarborgen.
Grote verschillen tussen scholen
Volgens inspecteur-generaal Annette Roeters is het haalbaar om de
kwaliteit van het voortgezet onderwijs te verbeteren. `In de praktijk
zien we grote verschillen tussen scholen met een vergelijkbare
leerlingenpopulatie. Terwijl de gemiddelde prestaties in het vmbo
dalen, zijn er ook vmbo's die hun niveau vasthouden of weten te
verbeteren. En zo zijn er ook havo en vwo scholen die het goed doen.
Scholen met hoge verwachtingen die er systematisch aan werken
leerlingen tot goede prestaties te brengen, scoren beter. Het
voortgezet onderwijs vormt het voorportaal tot het mbo en het hoger
onderwijs.'
Over het Onderwijsverslag
In het Onderwijsverslag beschrijft de Inspectie van het Onderwijs
jaarlijks hoe het onderwijs in Nederland ervoor staat. De inspectie
doet dit onder meer op basis van schoolbezoeken, duizenden bijgewoonde
lessen en analyses van nationale gegevensbestanden.
Stuur door
Meer informatie
* Lees de samenvatting van het Onderwijsverslag (hoofdstuk 1)
PDF-bestand, 1MB
* Download het Onderwijsverslag 2009/2010 (drukversie)
PDF-bestand, 7MB
* Printversie Onderwijsverslag 2009/2010
PDF-bestand, 3MB
Zie het origineel