UMC Utrecht
Ouders verdienen zorg na trauma kind
Sommige kinderen krijgen langdurige stressklachten na een eenmalige
schokkende gebeurtenis zoals een ernstig ongeluk of geweld. Het
stressniveau kort na het trauma en de stressreacties van ouders
voorspellen welke kinderen hier last van krijgen. Dat concludeert
psycholoog Eva Alisic van het UMC Utrecht in het tijdschrift Clinical
Pychology Review. Het artikel is vandaag online verschenen.
In het onderzoek combineren Alisic en collega's de statistische
resultaten van veertig internationale studies die aan strenge
selectiecriteria voldeden. Het ging om onderzoeken bij kinderen uit
onder meer Groot-Brittannië, de Verenigde Staten, Nederland en
Australië. Ze waren uitgevoerd na ongelukken, rampen, oorlog en andere
vormen van geweld. In de onderzoeken moesten de kinderen minimaal twee
maal onderzocht zijn, zowel kort na het trauma als na minimaal drie
maanden.
Uit de analyse van Alisic blijkt dat kinderen die kort na een
schokkende gebeurtenis veel last hebben van stressklachten, zoals
nachtmerries, angst of depressieve symptomen, een verhoogd risico lopen
op posttraumatische stressklachten op lange termijn. Maar ook
stressklachten van de ouders blijken belangrijke voorspellers te zijn
voor latere symptomen van de kinderen.
Dat laatste is nieuw, reageert Alisic. "We verwachtten wel dat intense
klachten van het kind op korte termijn voorspellend zouden zijn voor
latere stresssymptomen. Maar het is verrassend dat de ouders zo'n grote
rol hebben in de langdurige stressklachten van het kind. Het is dus
belangrijk om naast de zorg voor het kind expliciet aandacht te
schenken aan het welzijn van ouders na een schokkende gebeurtenis."
De onderzoekers bepaalden ook andere factoren die de kans op langdurige
stress beïnvloeden. De ernst van eventuele verwondingen en het hebben
van een versnelde hartslag bij ziekenhuisopname bleken ook bij te
dragen aan de voorspelling van latere posttraumatische stresreacties
bij kinderen. Meisjes liepen iets meer risico op chronische klachten
dan jongens. Enkele andere demografische kenmerken, zoals
sociaal-economische status en leeftijd, bleken niet voorspellend.
Het onderzoek is een samenwerking tussen het UMC Utrecht en
Universiteit Utrecht, en is uitgevoerd met subsidies van Stichting
Achmea Slachtoffer en Samenleving en Fonds Slachtofferhulp.
maandag 18 april 2011