Radboud Universiteit Nijmegen
Dr. Hannie Kremer benoemd tot hoogleraar Moleculaire otogenetica
Datum bericht: 15 april 2011
Mevrouw dr. J.M.J. (Hannie) Kremer (Heerlen, 1959) is met ingang van 1
april 2011 benoemd tot hoogleraar bij de Faculteit der Medische
Wetenschappen van de Radboud Universiteit met als leeropdracht
Moleculaire Otogenetica, ofwel erfelijke slechthorendheid. Otogenetica
in bredere zin, is een van de speerpunten van het UMC St Radboud voor
wetenschappelijk onderzoek en patiëntenzorg. De combinatie van
klinisch, audiologisch en genetisch onderzoek op hoog niveau is uniek
in de wereld.
Hannie Kremer Hannie Kremer behaalde in 1984 haar Master's biologie aan
de Radboud Universiteit. Ze werkte van 1984 tot 1990 als onderzoeker
bij de afdeling Moleculaire en Ontwikkelingsgenetica, waarna ze in 1991
promoveerde op een dissertatie over spermatogenese in de fruitvlieg.
Zij onderzocht de verandering in de organisatie en eiwitverpakking van
het DNA tijdens dit proces op histologisch en genniveau.
Van 1993 tot 2000 werkte dr. Kremer als postdoctoraal onderzoeker,
later als senior onderzoeker en hoofd van de groep Neurogenetica bij de
afdeling Antropogenetica, waar ze onderzoek deed naar de causale
gendefecten van verschillende neurologische aandoeningen en
slechthorendheid.
Sinds 2000 werkt dr. Kremer als wetenschappelijk medewerker bij de
afdeling Keel- Neus, Oorheelkunde in het UMC St. Radboud, waar ze
meewerkte aan tal van publicaties over genmutaties voor erfelijke
gehoorproblemen en voor doofblindheid (Usher syndroom). Daarnaast leidt
ze onderzoek naar de functie van genen die betrokken zijn bij doofheid
en doofblindheid, in samenwerking met de afdeling Antropogenetica. Ze
verwierf diverse subsidies, onder meer van de EU voor een groot
internationaal onderzoek naar de oorzaken van erfelijke
slechthorendheid, het functioneren van het binnenoor op molecuulniveau
en het ontwikkelen van therapieën (health FP5; EUROHEAR).
Prof. Kremer zal het onderzoek op het gebied van erfelijke
slechthorendheid uitbreiden en verder vertalen naar patiëntenzorg en
therapieën. De nadruk ligt op de integratie van klinisch, audiologisch
en moleculair genetisch onderzoek.