Nivel
Projecten Agenda International A-Z
Steeds meer patiënten met chronische aandoening in fysiotherapiepraktijk
NIVEL: fysiotherapie 14 april 2011 | Een steeds groter deel van de
patiënten bij de fysiotherapeut komt voor behandeling van een
chronische aandoening. Daardoor wordt meer fysiotherapeutische zorg
vergoed vanuit de basisverzekering. In 2006 was dit nog 22,5%, in 2009
nam dit toe tot 27%, zo blijkt uit cijfers van de Landelijke
Informatievoorziening Paramedische Zorg (LiPZ).
Nederlanders krijgen vaker en op steeds jongere leeftijd een chronische
aandoening, stelt NIVEL-onderzoeker Ilse Swinkels. Dit is ook terug te
zien in de LiPZ-gegevens: de gemiddelde leeftijd van patiënten met een
chronische aandoening is gedaald van 61 naar 59 jaar. In 2006 werd nog
35% van de fysiotherapeutische zorg gegeven aan patiënten met een
chronische aandoening, in 2009 is dat toegenomen tot 41%. De afgelopen
jaren werd bijna tweederde van deze zorg vergoed via de
basisverzekering het eerste deel van de behandeling valt onder de
aanvullende verzekering of betalen patiënten zelf. Fysiotherapie kan
een zinvolle behandeling zijn bij bijvoorbeeld osteoporose, revalidatie
na een hartinfarct of vervanging van een kniegewricht. Doordat steeds
meer patiënten met een chronische aandoening de fysiotherapeut
bezoeken, blijven de uitgaven die binnen de basisverzekering worden
besteed aan fysiotherapie toenemen.
Vergoeding behandeling fysiotherapie
Fysiotherapie wordt in principe niet vergoed vanuit de
basisverzekering. Kinderen en patiënten met een aandoening die voorkomt
op de lijst van aandoeningen die langdurige of intermitterende therapie
behoeven, vormen daarop een uitzondering. Kinderen krijgen minimaal
negen behandelsessies vergoed. Volwassenen met een aandoening die
voorkomt op de lijst, kregen tot 2011 de behandeling vanaf de tiende
sessie vergoed. Sinds 1 januari 2011 krijgen ze vanaf de dertiende
sessie de behandeling vergoed. Ilse Swinkels: De overheid wil hiermee
een besparing realiseren van 30 miljoen euro. Op basis van de
LiPZ-gegevens van 2009 schatten wij deze besparing op 28 miljoen.
Hierbij is nog geen rekening gehouden met een verder toenemende vraag
naar fysiotherapie. Dat patiënten nu vanaf de dertiende sessie de
behandeling vergoed krijgen, betekent niet per definitie dat de patiënt
zelf de eerste sessies moeten betalen. Het merendeel van de patiënten
is namelijk aanvullend verzekerd en fysiotherapie valt hier eigenlijk
altijd wel binnen. Het is dus vooral een verandering in de
financieringsstroom: wat eerst in de basisverzekering viel, valt nu in
de aanvullende verzekering.
LiPZ
Het onderzoek is gebaseerd op gegevens van de Landelijke
informatievoorziening Paramedische Zorg (LiPZ). LiPZ is een landelijk
representatief netwerk van extramurale praktijken voor fysiotherapie,
voor oefentherapie Cesar en Mensendieck, en voor diëtetiek. Therapeuten
registreren binnen dit netwerk gegevens over de zorg die zij leveren.
Alle zorg, ook de niet-verzekerde zorg, aan de hele patiëntenpopulatie
wordt geregistreerd. LiPZ wordt uitgevoerd door het NIVEL in nauwe
samenwerking met het Koninklijk Nederlands Genootschap voor
Fysiotherapie, de Vereniging van Oefentherapeuten Cesar en Mensendieck,
de Nederlandse Vereniging van Diëtisten en Zorgverzekeraars Nederland.
LiPZ wordt gefinancierd door het ministerie van VWS.