Ander bestuurlijk perspectief kan!
Heerenveen en Smallingerland zijn eensgezind.
De colleges van b en w van Heerenveen en Smallingerland vinden dat een
eventuele fusie tussen beide gemeenten perspectief biedt, mogelijk is
en positief uitwerkt voor een ruimer gebied dan dat van twee gemeenten.
De colleges blijven bij hun eerder ingenomen standpunt, dat een
gemeentelijke herindeling gebaseerd op het directe verzorgingsgebied
van Heerenveen respectievelijk Drachten de eerste voorkeur geniet. Als
deze voorkeursoptie niet op afzienbare termijn mogelijk blijkt, willen
beide colleges het initiatief nemen om tot een fusie van Heerenveen en
Smallingerland te komen. De colleges schrijven dit in een eensluidend
raadsadvies dat naar de beide gemeenteraden is gezonden.
Bij het raadsadvies hoort een rapport met de titel "Een ander
bestuurlijk perspectief 2.0". Dit rapport bevat de voorlopige
resultaten van een onderzoek naar de (on)mogelijkheden en kansen van
een fusie tussen Heerenveen en Drachten. Het is een vervolg op een
eerdere verkenning naar een mogelijke fusie die eind 2009 door de raden
is behandeld.
In het rapport gaan beide colleges ook in op het onlangs gepresenteerde
rapport "Meer burger, minder bestuur" dat in opdracht van de provincie
is opgesteld door een commissie van wijze mannen. In dat rapport
hanteert de commissie het 'nodale principe' als model voor een nieuwe
bestuurlijke indeling van Friesland. Heerenveen en Smallingerland zijn
met de commissie van mening, dat het nodale principe bij uitstek het
uitgangspunt vormt voor een gemeentelijke herindeling van Friesland.
Niet bestaande gemeentegrenzen, maar logische en functionele verbanden
dienen de basis te zijn van nieuw te vormen, krachtige gemeenten. Het
nodale principe sluit goed aan bij de eerste voorkeur voor een
gemeentelijke herindeling, die Heerenveen en Smallingerland desgevraagd
eerder aan GS hebben voorgelegd.
Beide colleges constateren echter ook, dat de commissie het nodale
principe in het geval van Heerenveen en Smallingerland niet consequent
heeft toegepast. Door zich te beperken tot een opdeling van het huidige
Opsterland langs nog nader te bepalen grenzen, wordt miskend dat
gebieden westelijk van Heerenveen en noordelijk van Smallingerland
belangrijke functionele verbanden hebben met de huidige gemeenten
Heerenveen en Smallingerland.
Als reactie op de plannen van Gaasterlân-Sleat, Skarsterlân en
Lemsterland is in Heerenveen naast de opties "verzorgingsgebied" en
samengaan met Smallingerland ook een andere variant in beeld gekomen,
nl. uitbreiding van de gemeente in westelijke én oostelijke richting.
De colleges benadrukken, dat evenwicht en gelijkmatige ontwikkeling in
de gehele regio essentieel zijn. Dat geldt zowel de omvang, de
bestuurskracht als de mogelijkheid ontwikkelingskansen te benutten
resp. de centrumfunctie waar te maken van zowel Heerenveen als
Smallingerland. Beide colleges zijn dan ook van mening, dat een west en
oost variant voor Heerenveen alleen denkbaar is in combinatie met een
substantiële uitbreiding van Smallingerland.