Rijksoverheid


11 april 2011

Beantwoording van Vragen van het lid De Mos(PVV) over het bericht 'Gaat de zon de broeikas stoppen'

Geachte Voorzitter, Kamervragen van het lid De Mos (PVV) aan de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu over het bericht `Gaat de zon de broeikas stoppen?' (kenmerk 2011Z04976)


1) Bent u bekend met het bericht: `Gaat de zon de broeikas stoppen'? Ja 2) Hoe beoordeelt u de stelling van Prof. Dr. C. de Jager, die wordt gezien als de grootste Nederlandse zonexpert, dat door de verminderde zonneactiviteit de aarde zal afkoelen? Zo ja, ben u bereid om het klimaatbeleid te herzien als het aangekondigde `Maunder Minimum' zijn intrede doet? De mogelijkheid bestaat inderdaad dat door verminderde zonneactiviteit de aarde enkele tientallen jaren minder snel opwarmt of zelfs afkoelt. Daarna neemt de zonneactiviteit, zoals ook na het Maunder Minimum het geval was, echter weer toe en zal de aarde daarna juist versneld opwarmen. Verder stelt prof. dr. C. de Jager in het artikel dat afnemende zonneactiviteit kan leiden tot een relatieve afkoeling van 0,4 graden Celsius. Dit houdt volgens De Jager in dat je deze relatieve afname moet aftrekken van de eventuele toename door andere oorzaken, zoals de verwarming veroorzaakt door de mens. Dit betekent dus dat door een heel ru stige zon de temperatuurstijging mogelijk tempert, maar niet in zijn geheel teniet zal doen. Ik zie geen reden tot aanpassing van het huidige beleid omdat variaties in zonneactiviteit daarin al worden meegenomen.

3) Bent u bereid de aangekondigde daling van de temperatuur van de aarde, als gevolg van een verminderde zonneactiviteit grondig te onderzoeken? Zo ja, bent u bereid de eventuele conclusie, dat er een (causaal) verband bestaat tussen de temperatuur op aarde en zonneactiviteit, mee te nemen in uw toekomstige besluitvorming? Het Nederlandse klimaatbeleid is gebaseerd op de huidige stand der wetenschap, waarin nieuwe publicaties worden meegenomen. Over de invloed van de zon is in 2006 in opdracht van Staatssecretaris van Geel een rapport verschenen van drie specialisten op het gebied van respectievelijk zonnedynamica, reconstructies van klimaatverandering en zonneactiviteit, en klimaatwetenschap. Een van de hoofdauteurs is de door u aangehaalde heer De Jager. In dit rapport is de stand van de wetenschap aangaande de correlatie tussen zonnevlekken en de temperatuur op aarde uitvoerig beschreven. Ik zie geen reden een vergelijkbaar onderzoek uit te laten voeren. 4) Welke bronnen worde n door u gebruikt als het gaat om klimaatverandering en bent u bereid om naast gegevens van het International Panel on Climate Change (IPCC) of van organisaties en personen die aan het IPCC verwant zijn, ook wetenschappers als Prof. Dr. C. de Jager en Dr. Van Geel op uw ministerie uit te nodigen om hun kllimaatsceptische verhaal op zijn minst aan te horen? Ik verwijs voor het antwoord op deze vraag naar hetgeen onder vraag 3 geantwoord is. In beginsel sta ik natuurlijk open voor een gesprek met prof. dr. C. de Jager, dr. Van Geel en andere klimaatdeskundigen.

Hoogachtend,

DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU

Joop Atsma