SER: Talent beter benutten met meer onderscheid in hoger onderwijs

Persbericht van Sociaal Economische Raad

14 april 2011 - De SER pleit voor meer onderscheid in het hoger onderwijs om studenten en de arbeidsmarkt beter te kunnen bedienen. Daarvoor is een veelzijdig en efficiënt onderwijsaanbod nodig, waaronder de associate degree (tweejarige hbo-opleiding) en meer mogelijkheden tot excellentie in hbo en wo. Versnippering van het aanbod aan opleidingen moet daarentegen worden teruggedrongen. Dit zijn enkele aanbevelingen uit het ontwerpadvies Strategische Agenda Hoger Onderwijs Onderzoek en Wetenschap dat de SER vrijdag 15 april zal vaststellen.

Benutten van talent
Een hoog opgeleide bevolking is belangrijk voor de concurrentiepositie en daarmee voor de welvaart van Nederland. Dit betekent dat zoveel mogelijk potentieel talent het hoger onderwijs moet kunnen bereiken en daar ook tot ontwikkeling moet kunnen komen. In het hoger onderwijs is echter sprake van een aanzienlijke studie-uitval, wordt talent te weinig uitgedaagd en is er te weinig flexibiliteit in het systeem om de gevarieerde vraag van studenten en arbeidsmarkt goed te bedienen. Studie-uitval, verkeerde studiekeuze, studiewisseling en het daarom vaak lang studeren hebben tot gevolg dat de Nederlandse jongeren relatief laat de arbeidsmarkt betreden. Dat is zowel nadelig voor de jongeren zelf als voor de Nederlandse samenleving en economie.

Basiskwaliteit omhoog en ruimte voor excellentie Ook de basiskwaliteit van het hoger onderwijs moet omhoog om studenten uit te dagen het maximale uit hun studieloopbaan te halen. De SER ziet vooral kansen in het investeren in de kwaliteit van de docenten, in loopbaanbeleid en in verdere ontwikkeling van docenten. Voor excellentie ziet de SER kansen in het vergroten van het aanbod aan honoursprogramma's. Daarbij kan de onderwijsvisie van deze intensieve opleidingen op belangrijke delen ook breder in het hoger onderwijs worden toegepast.

Juiste student op juiste plaats
Er moet sterker worden ingezet om de juiste student op de juiste plaats te krijgen. Daarvoor is nodig: een betere voorlichting door onderwijsinstellingen over studierichtingen en opleidingen, een betere voorbereiding door studenten, en matching en selectie gericht op het beter bij elkaar laten passen van student en opleiding. Verder pleit de SER voor meer differentiatie in het hoger onderwijs, om studenten en de arbeidsmarkt beter te kunnen bedienen, waaronder de associate degree en meer mogelijkheden tot excellentie. Versnippering van het aanbod aan opleidingen moet daarentegen teruggedrongen worden. De veelheid aan opleidingen - zoals in het hbo - bemoeilijkt het keuzeproces bij studenten en maakt het werkgevers lastig de waarde van een opleiding in te schatten. Bij zowel selectie als financiële maatregelen moet er voor worden gewaakt dat de toegankelijkheid van het hoger onderwijs gewaarborgd blijft.

Samenwerking hoger onderwijs-bedrijfsleven
In de samenwerking tussen het georganiseerd bedrijfsleven en het hoger onderwijs, ook over de inhoud van het onderwijs, is nog veel te winnen. Daarbij ligt aansluiting bij de negen (EL&I) topsectoren voor de hand. Campusontwikkeling biedt de instelling een mogelijkheid voor regionale inbedding en profilering. De SER benadrukt dat het hoger onderwijs een rol moet kunnen blijven spelen in het proces van een leven lang leren.

Onderzoek en valorisatie
Onderzoek en de toepasbare resultaten daarvan zijn ook van groot belang voor de positie van Nederland als kenniseconomie en voor de Nederlandse concurrentiepositie. Dit alles vraagt een breed wetenschap- en onderzoekbeleid, maar ook massa en focus. De topsectoren vormen een goed aangrijpingspunt. Betere valorisatie vraagt om succesvolle samenwerking tussen (jonge) bedrijven en kennisinstellingen.

Financiering
Ten aanzien van de financiering van het onderwijs wijst de raad erop dat het bereiken van de Nederlandse ambitie om te behoren tot de top vijf van kenniseconomieën, naast een effectieve en efficiënte inzet van (bestaande) middelen, zeker op de middellange en lange termijn, extra investeringen zal vragen. De SER benadrukt dat het om investeringen gaat met een duidelijk positief rendement, voor het individu maar nadrukkelijk ook voor Nederland. Ook bepleit de SER de voorgenomen beleidsintensiveringen in de tijd gelijk op te laten lopen met de ombuigingen.

Stand van zaken
De SER zal het advies op vrijdag 15 april tijdens de openbare raadsvergadering vaststellen. Het is een reactie op een adviesaanvraag van staatssecretaris Zijlstra van OCW van 9 maart 2011. Hij wilde advies over de kabinetsreactie op de aanbevelingen van de Commissie Veerman, ter voorbereiding van de Strategische Agenda Onderwijs, Onderzoek en Wetenschap. Het advies is voorbereid door de SER-commissie Arbeidsmarkt- en Onderwijsvraagstukken, onder voorzitterschap van het kroonlid Peter Ester.

*

Links:
http://www.ser.nl/nl/actueel/persberichten/2010-2019/2011/20110414.aspx


Razende Robot Reporter