Rijksoverheid
Betreft Bevoegdheden bij gesteunde instellingen aanbevolen commissarissen en
minister als aandeelhouder ABN AMRO
Pagina 1 van 2
Geachte voorzitter,
Met deze brief geef ik gevolg aan de toezegging van de staatsecretaris van
Financiën aan uw Kamer tijdens het vragenuur op 29 maart jl. om u te informeren
over de taakopdracht van de door de overheid bij de gesteunde financiële
instellingen aanbevolen commissarissen en over de bevoegdheden van de minister
van Financiën als aandeelhouder van ABN AMRO.
In de brieven waarin u bent geïnformeerd over de kapitaalinjecties in ING, AEGON
en SNS REAAL (Kamerstukken II, 2008 2009, 31 371, nrs. 23, 32, 48), werd
beschreven dat de door de overheid aanbevolen commissarissen beschikken over
een goedkeuringsrecht ten aanzien van belangrijke beslissingen, zoals bijvoorbeeld
voorgenomen fusies of het beloningsbeleid. Ook is in de brief opgenomen dat de
commissarissen toetreden tot verschillende commissies van de raden van
commissarissen van de gesteunde instellingen. Op 13 augustus 2009 heeft het lid
Irrgang (SP) schriftelijke vragen gesteld over de positie van
'overheidscommissarissen' bij ING. In de beantwoording van 10 september 2009
(Aanhangsel van de Handelingen 2009, nr. 3811) is mijn ambtsvoorganger nader
ingegaan op de rol en positie van de door de overheid aanbevolen commissarissen
bij ING. Hieronder geef ik de belangrijkste punten uit deze beantwoording weer.
Onderstaande geldt ook voor de door de overheid aanbevolen commissarissen bij
AEGON en SNS REAAL. In de beantwoording van vraag 4 van de schriftelijke
vragen is opgenomen dat de commissarissen onafhankelijk zijn en derhalve niet
aangestuurd worden door de overheid door middel van instructies of
rapportageverplichtingen. Conform het Burgerlijk Wetboek en net als iedere andere
commissaris richten de aanbevolen commissarissen zich naar het belang van de
onderneming. Wel is destijds gezocht naar kandidaten met een brede en
maatschappelijke blik die zij mee zullen nemen in het uitvoeren van hun taken. In
het antwoord op vraag 8 is opgenomen welke speciale goedkeuringsrechten de
door de staat aanbevolen commissarissen bij ING hebben. Zoals mijn
ambtsvoorganger in overleg met uw Kamer meldde (Handelingen 2008 2009, nr.
67 pag. 5318 5323) hebben de commissarissen geen speciaal goedkeuringsrecht
ten aanzien van individuele benoemingen en beloningen. Deze bevoegdheden
gelden gedurende de Alt a constructie en zolang de staat minstens 25% van het
Directie Financieringen
Ons kenmerk
BFI/ U
Pagina 2 van 2
uitgegeven instrument in bezit heeft. De door de staat bij AEGON en SNS REAAL
aanbevolen commissarissen hebben bevoegdheden van vergelijkbare strekking.
Deze bevoegdheden vervallen als minstens 75% van het origineel uitgegeven
instrument is teruggekocht. Dit is met de laatste aflossing van ¤750 miljoen het
geval voor AEGON. Zoals ook toegelicht door de staatssecretaris in het vragenuur
hebben de commissarissen naast de al genoemde goedkeuringsrechten ook een
bijzonder goedkeuringsrecht ten aanzien van het beloningsbeleid. Dat wil zeggen
dat wijzigingen van het beloningsbeleid niet zonder goedkeuring van deze
commissarissen aan de aandeelhouders mogen worden voorgelegd. De
commissarissen hebben echter geen specifieke goedkeuringsbevoegdheid ten
aanzien van individuele vaste of variabele beloningen die de raden van
commissarissen binnen het beloningsbeleid (kunnen) toekennen aan de leden van
de raad van bestuur.
De verantwoordelijkheden en bevoegdheden van aandeelhouders zijn geregeld in
het vennootschapsrecht (Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek) en de statuten van
de vennootschap. Dat geldt ook voor de verantwoordelijkheden en bevoegdheden
van de aandeelhouders van ABN AMRO Group. In aansluiting op het
vennootschapsrecht is in de statuten van ABN AMRO Group N.V. geregeld dat de
algemene vergadering van aandeelhouders - waarin de minister van Financiën is
vertegenwoordigd als houder van alle gewone aandelen in ABN AMRO Group N.V.
de jaarrekening vaststelt en goedkeuring dient te verlenen aan het strategisch
plan, het financieringsplan en de onderdelen van het operationele plan die
betrekking hebben op de risicobereidheid en risicotolerantie. Daarnaast gaat de
aandeelhoudersvergadering over de benoeming, de schorsing en het ontslag van
de leden van de raad van bestuur en stelt de aandeelhoudersvergadering het
beloningsbeleid voor de raad van bestuur vast. Het vaststellen van de individuele
beloning van leden van de raad van bestuur is geen bevoegdheid van de
aandeelhouders, maar van de raad van commissarissen. De leden van de raad van
commissarissen worden benoemd door de vergadering van aandeelhouders. Een
andere belangrijke bevoegdheid van de minister als aandeelhouder van ABN AMRO
Group N.V. is het verlenen van voorafgaande goedkeuring aan grote
(des)investeringen. Met betrekking tot de positie van de minister van Financiën als
aandeelhouder bij ABN AMRO verwijs ik voorts naar de brief van 26 juni 2009 van
mijn ambtsvoorganger aan de Tweede Kamer (Kamerstukken II 2008/09, 32 000,
nr. 1). In die brief is verwoord dat de focus van de staat als aandeelhouder ligt op
bedrijfseconomische doelmatigheid, het creëren van (aandeelhouders)waarde met
een passend risicoprofiel en oog voor eerlijke concurrentieverhoudingen. De staat
richt zich als aandeelhouder op zijn eigen taken en verantwoordelijkheden. Het
besturen van de financiële instellingen, en het vennootschappelijke toezicht
daarop, zijn de respectieve verantwoordelijkheden van de raden van bestuur en de
raden van commissarissen.
Hoogachtend,
de minister van Financiën,
mr. drs. J.C. de Jager