Rijksoverheid
12 april 2011
Beantwoording vragen over MVO
Hierbij zend ik u, mede namens de minister van Economische Zaken, Landbouw
en Innovatie, de antwoorden op de vragen die zijn gesteld door de leden
Koppejan en Verburg (beiden CDA) aan de staatssecretaris en de minister van
Economische Zaken, Landbouw en Innovatie over Maatschappelijk Verantwoord
Ondernemen. De vragen werden mij toegestuurd op 15 maart 2011 onder
nummer 2011Z05171.
1
Kunt u uiteenzetten in welke beleidsstukken die zijn verschenen sinds het
aantreden van dit kabinet, er specifiek aandacht is besteed aan Maatschappelijk
Verantwoord Ondernemen (MVO)?
Antwoord
Het regeerakkoord stelt over MVO: "Maatschappelijk verantwoord ondernemen is
belangrijk. Ondernemingen tonen aandacht voor mensen, milieu en maatschappij.
Het gaat hierbij onder meer om de belangen van alle betrokkenen, met inbegrip
van de aandeelhouders, om continuïteit en duurzaamheid, zowel ten aanzien van
de omgeving, de klant en het product".
Daarnaast zijn er sinds het aantreden van het kabinet brieven verstuurd over
onder meer de herkomst van kolen uit Nederlandse energiecentrales, de evaluatie
van het NCP, de resultaten van de Transparantiebenchmark 2010, de evaluatie
van de stichting MVO Nederland en de kabinetsreactie op het Castermans
rapport1.
2
In de Bedrijfslevenbrief (Kamerstuk 32 637, nr. 1) wordt duurzaamheid als één
van de toetsingskaders gehanteerd; in hoeverre valt hier ook MVO onder? Vallen
ook sociale aspecten, zoals het respecteren van de normen van de International
Labour Organization en andere mensenrechten onder de definitie van
duurzaamheid die het kabinet hanteert?
3
In hoeverre wordt het tot op heden gevoerde beleid op het gebied van MVO
voortgezet in het door het kabinet voorgestane bedrijvenbeleid?
Antwoord 2 en 3
Het kabinet zet onverminderd in op MVO en het bevorderen van de eigen
verantwoordelijkheid van het bedrijfsleven hierbij. Het kabinet verwacht van alle
Nederlandse bedrijven, ongeacht of zij onderdeel uitmaken van de topsectoren
aanpak, dat zij maatschappelijk verantwoord ondernemen. De focus van de
bedrijfslevenbrief is gericht op het benutten van kansen voor het bedrijfsleven en
het wegnemen van belemmeringen, met daarbij bijzondere aandacht voor de
negen topsectoren. Met de aanpak werkt het kabinet per topsector samen met
bedrijven en kennisinstellingen aan het versterken van de concurrentiekracht en
het oplossen van maatschappelijke uitdagingen. Duurzaamheid is hierbij een van
de thema's.
Bij maatschappelijk verantwoord ondernemen gaat het om een evenwicht tussen
people, planet en profit (de triple pbenadering). Van bedrijven die in het
buitenland opereren wordt bovendien verwacht dat zij de OESORichtlijnen voor
Multinationale Ondernemingen naleven. Sociale aspecten en mensenrechten
maken hier onderdeel van uit, evenals milieuaspecten. Er liggen belangrijke
uitdagingen voor bedrijven op het vlak van internationale
ketenverantwoordelijkheid. De topsectoren zijn uitgenodigd in hun agenda's
voorstellen te doen om bij te dragen aan oplossingen voor maatschappelijke
uitdagingen en te bezien hoe dit kan leiden tot versterking van de
concurrentiekracht.
4
In welke mate wordt bij de beslissing tot ondersteuning vanuit de minister van
Buitenlandse Zaken en/of Ontwikkelingssamenwerking, de prestaties en het
commitment van de desbetreffende onderneming op het gebied van MVO
betrokken? Welke rol spelen de richtlijnen van de Organisatie voor Economische
Samenwerking en Ontwikkeling voor multinationale ondernemingen hierbij?
Antwoord
De private sector is een belangrijke partner bij het realiseren van de speerpunten
uit de focusbrief ontwikkelingssamenwerking2. Het kabinet verwacht van bedrijven
dat zij zich houden aan het normatieve kader van de OESORichtlijnen voor
Multinationale Ondernemingen. Bij subsidies aan het bedrijfsleven in het kader
van het financieel buitenlandinstrumentarium worden de subsidieaanvragen onder
meer op MVOcriteria getoetst en worden de voortgang en prestaties gemonitord.
5
Welke rol ziet u weggelegd voor het maatschappelijk middenveld bij het
benoemen en aanpakken van sectorspecifieke knelpunten en belemmeringen op
het gebied van MVO?
Antwoord
Het maatschappelijke middenveld en maatschappelijke organisaties zijn van
wezenlijk belang in het MVOproces. In dialoog met het bedrijfsleven kunnen zij
signaleren, monitoren en initiatieven ontplooien, zoals bijvoorbeeld
keteninitiatieven. Op het vlak van internationaal maatschappelijk verantwoord
ondernemen omarmt het kabinet het initiatief van de vakbonden en
werkgeversorganisaties in de Sociaal Economische Raad (SER) gericht op de
invulling van ketenverantwoordelijkheid door Nederlandse bedrijven. De bedrijfs
en productschappen worden daar nauw bij betrokken. Ik heb over dit initiatief
goed contact met de voorzitter van de SER, wat niet wegneemt dat ik de
voortgangsrapportage kritisch zal bezien. Verder betrekt mijn ministerie
maatschappelijke organisaties bij de voorbereiding en uitvoering van beleid. Bij de
voorbereiding van economische missies en bij de Nederlandse inzet voor de
update van de OESORichtlijnen voor Multinationale Ondernemingen vindt
bijvoorbeeld regulier overleg en informatieuitwisseling plaats met
maatschappelijke organisaties. Ook MVO Nederland betrekt de maatschappelijke
organisaties (brancheorganisaties, ondernemersorganisaties en NGO's) bij zijn
besluitvorming en de vormgeving van haar branchegerichte activiteiten. Er wordt
inmiddels met meer dan 45 brancheorganisaties samengewerkt.
(w.g.) dr. Henk Bleker
Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie