Eisen in zaak illegale lotto
12 april 2011 - Arrondissementsparket Utrecht
Eisen in zaak illegale lotto
De officier van justitie te Utrecht heeft vandaag de eisen geformuleerd
tegen de 18 verdachten in een omvangrijke zaak betreffende illegale
lotto, witwassen, wapenbezit en deelname aan een criminele organisatie.
De organisatie opereerde vanuit een pand in de Stationsstraat 26 waar
men elke zaterdag bijeenkwam om de administratie te doen. De
organisatie kende twee leidinggevenden. Het pand in de Stationsstraat
was hun eigendom, zij namen de beslissingen en bij een van hen zijn de
wapens aangetroffen. Tegen hen eiste de officier van justitie een
gevangenisstraf van 27 en 24 maanden en voor beiden een geldboete van
50.000 euro. De officier wees erop dat de Wet op de Kansspelen ooit in
het leven was geroepen om jongeren en zwakkeren te beschermen; deze
twee verdachten hadden in hun zucht naar geld veel mensen bij hun
illegale praktijken betrokken, waaronder hun kinderen.
Onder de groep van zeven `uitvoerders' bevonden zich namelijk de
kinderen van de twee hoofdverdachten. Zij haalden lijsten en het geld
op, brachten het prijzengeld weg of deden de administratieve
verwerking. Tegen hen eiste de officier werkstraffen van 120, 180 en
240 uur en voorwaardelijke celstraffen van 3, 4 of 6 maanden,
afhankelijk van de lengte van de periode waaraan ze aan de criminele
organisatie hadden deelgenomen.
Ten slotte waren er de tussenpersonen, waaronder een aantal caféhouders
verspreid over het land. Via hen konden mensen meespelen in de illegale
lotto. In het onderzoek zijn tussen de 60 en 70 tussenpersonen in beeld
gekomen. Op basis van de duur en frequentie waaraan ze meewerkten aan
de illegale lotto, heeft de officier een selectie gemaakt en besloten
negen van hen te vervolgen. Tegen een van hen is geen bewijs; tegen de
overigen eiste zij voorwaardelijke celstraffen van twee maanden en
boetes van 1500, dan wel 1000 euro.
Vanmiddag gaat de zaak verder met de pleidooien.
Openbaar Ministerie