11 april 2011
Besluitvorming over bodembeheer is oneerlijk
Het overlegproces rondom het bodembeheer is niet transparant, stellen
MKB-Nederland en VNO-NCW in een brandbrief aan staatssecretaris Atsma
van Milieu. Bij overleg over normen en richtlijnen voor bodembeheer
blijkt dat na de laatste commentaarronde vaak rigoureuze
overheidsaanpassingen worden doorgedrukt. Het gevolg hiervan is een
eisenpakket dat veel verder gaat dan de betreffende wet- en regelgeving
met disproportionele lasten voor het bedrijfsleven. De
ondernemersorganisaties vinden dit onacceptabel en eisen duidelijkheid
hierover van de staatssecretaris.
Uit ervaring blijkt dat overheidsinstanties zoals het IPO
(Interprovinciaal Overleg) en de VNG (Vereniging van Nederlandse
Gemeenten) een voorkeurspositie hebben in overlegtrajecten over
bodembeheer. In de afrondende fase van het overleg zijn de documenten
eenzijdig en ingrijpend gewijzigd. Ook komen teksten, waarover
overeenstemming kan worden bereikt, in de praktijk zeer moeizaam tot
stand. MKB-Nederland en VNO-NCW vinden deze werkwijze van de overheid
oneerlijk, niet transparant en niet acceptabel. Zij eisen garanties dat
het proces transparant en democratisch is en dat de overheidspartijen
geen voorkeurspositie krijgen.
De ondernemingsorganisaties overleggen graag met de overheid over de
invulling van praktische uitvoeringseisen van wet- en regelgeving, mits
deze gestelde eisen niet verder gaan dan de wet- en regelgeving zelf.
Dat lijkt in het overleg over de Nederlandse Richtlijn Bodembescherming
(NRB) en de AS6700 SIKB `Inspectie Bodembeschermende Voorzieningen'
(AS6700) anders uit te pakken. Beide documenten zijn van belang voor
toepassing van de Wet milieubeheer, de Europese richtlijnen IPPC/IED en
het Activiteitenbesluit. VNO-NCW en MKB-Nederland vragen Atsma met klem
om de aanpassingen van de normen AS 6700 en NRB niet vast te stellen.
*