UMC Utrecht
Goede cholesterol en dikkedarmkanker
Een hoger gehalte van het `goede' HDL-cholesterol gaat samen met een
kleinere kans op dikkedarmkanker. Europese onderzoekers, onder meer van
het UMC Utrecht en het RIVM, beschrijven dat in het tijdschrift Gut,
wat onlangs online is verschenen.
De onderzoekers trekken deze conclusie uit het EPIC-onderzoek naar het
voorkomen van kanker en leefstijl, zoals eetgewoonten. Van ruim een
half miljoen deelnemers kregen gedurende tien jaar ongeveer 3000
darmkanker. De onderzoekers vergeleken leefstijl en bloedwaarden van
1200 van deze patiënten met evenveel gezonde controles.
Mensen met de hoogste concentratie van het gunstige HDL-cholesterol in
hun bloed blijken het laagste risico op darmkanker te hebben. Een
verhoging van 0,43 mmol/liter HDL in het bloed verlaagt de kans op
darmkanker met 22 procent. Andere oorzaken zoals gewicht, voeding, en
leefstijl hebben de onderzoekers uitgesloten. HDL-deeltjes voeren
cholesterol af naar de lever.
Het is voor het eerst dat een verband is gevonden tussen
HDL-cholesterol en dikkedarmkanker. Eerdere onderzoeken hebben
tegenstrijdige resultaten opgeleverd. Het blijft onduidelijk hoe het
`goede cholesterol' de kans op dikkedarmkanker verlaagt. Misschien
heeft het een dempend effect op chronische ontstekingen en beïnvloedt
het zo de kans op kanker. In de periode 2003-2007 had naar schatting 7
à 8% van de volwassenen een te laag gehalte van het beschermende
HDL-cholesterol (0,9 mmol/liter of lager).
Het was al bekend dat mensen met te lage HDL-spiegels in het bloed een
groter risico lopen op coronaire hartziekten. Dat is het gevolg van een
leefstijl met ongezonde voeding met veel verzadigd vet, roken, weinig
lichamelijke activiteit en overgewicht. Bueno-de-Mesquita van het RIVM:
"Een gezond voedingspatroon met magere varianten van voedingsmiddelen,
lichamelijke activiteit en een gezond lichaamsgewicht verhogen het HDL.
Als onze resultaten bevestigd worden, wil het zeggen dat een
HDL-verhoging ook de kans op dikkedarmkanker kan verminderen."
In de European Prospective Investigation into Cancer and Nutrition
(EPIC) volgen onderzoekers meer dan een half miljoen West-Europeanen.
EPIC bevat gegevens uit Denemarken, Frankrijk, Griekenland, Duitsland,
Italië, Nederland, Noorwegen, Spanje, Zweden en Groot Brittannië.
Vanuit Nederland werken het UMC Utrecht en het RIVM mee aan EPIC.
Epidemioloog dr. Bas Bueno-de-Mesquita leidt het RIVM-deel van het
EPIC-onderzoek en is daarnaast verbonden aan de afdeling Maag-, Darm-
en Leverziekten van het UMC Utrecht. Samen met gastro-enteroloog prof.
dr. Peter Siersema doet hij daar epidemiologisch onderzoek naar de
preventie van kankers van het maagdarmkanaal.
maandag 11 april 2011