Rijksoverheid
Regels arbeidsmigratie van buiten Europa per 1 juli 2011 aangescherpt
Persbericht | 08-04-2011
De ministerraad heeft er op voorstel van minister Kamp van Sociale
Zaken en Werkgelegenheid mee ingestemd om vanaf 1 juli 2011 alleen nog
in uitzonderingsgevallen een tewerkstellingsvergunning te verstrekken
aan werknemers van buiten de Europese Unie en aan werknemers uit
Bulgarije en Roemenië.
Het kabinet wil dat eerst mensen met een uitkering aan het werk gaan.
De ministerraad heeft ingestemd met toezending van een brief aan de
Tweede Kamer over de werking van de Wet arbeid vreemdelingen (WAV) en
de Kennismigrantenregeling.
Het aantal tewerkstellingsvergunningen daalt de laatste jaren sterk -
tot 14.000 in 2010 - door het vrij mogen werken van mensen uit Midden-
en Oost-Europa, maar het kabinet wil het aantal nog verder
terugdringen. In het regeerakkoord is afgesproken mogelijke
aanscherpingen van de Wet arbeid vreemdelingen en de
Kennismigrantenregeling te onderzoeken. Het kabinet constateert dat
beide op zich goed werken, maar dat op onderdelen aanscherpingen nodig
zijn. Uitgangspunt daarbij is dat in Nederland en de Europese Unie
voldoende arbeidsaanbod beschikbaar is.
Zo zal het UWV bij aanvragen van werkgevers voor een
tewerkstellingsvergunning scherper kijken of er mensen in Nederland of
Europa zijn die het werk kunnen doen en of een bedrijf dat voldoende
heeft onderzocht. Heeft een werkgever onvoldoende gedaan of wordt er te
weinig betaald, dan wordt de vergunning geweigerd. Deze aanscherping
zal vanaf 1 juli 2011 volledig worden ingevoerd. Tot die tijd zal het
UWV de werkgevers ondersteuning bieden en voorlichting geven. Dit is
vooral van belang voor werkgevers in de land- en tuinbouwsector waar
veel sprake is van seizoensarbeid.
Ook moet een arbeidsmigrant van buiten de Europese Unie straks vijf
jaar een tewerkstellingsvergunning hebben gehad, alvorens hij of zij
zonder vergunning in Nederland mag werken. Nu is die periode nog drie
jaar.