Rijksoverheid
Ministerraad stemt in met bezuinigingsplannen Defensie
Persbericht | 08-04-2011
De ministerraad heeft op voorstel van minister Hillen van Defensie
ingestemd met toezending aan de Tweede Kamer van de beleidsbrief
Defensie waarin de bezuinigingsplannen op Defensie zijn opgenomen. De
krijgsmacht wordt kleiner, maar wel één die weer gevuld is, met
voorraden die op peil zijn en eenheden die naar behoren kunnen oefenen.
Dit moet eind 2014 zijn gerealiseerd.
Nog deze kabinetsperiode zullen twaalfduizend arbeidsplaatsen
verdwijnen. Duizenden medewerkers zullen de organisatie gedwongen
moeten verlaten. Structureel wordt deze kabinetsperiode bijna 1 miljard
euro bezuinigd.
Als gevolg van de wereldwijde financiële crisis moet het kabinet 18
miljard euro bezuinigen. Daarvan komt 635 miljoen euro voor rekening
van Defensie. Daarboven moet Defensie 175 miljoen euro en op de langere
termijn 150 miljoen euro extra snijden om de defensiebegroting weer
financieel gezond te maken. Daarnaast is er financiële ruimte nodig om
een aantal innovaties mogelijk te maken.
Maatregelen in bestuur, bedrijfsvoering en operationele logistiek
Minister Hillen zal vooral bezuinigen op bestuur, ondersteuning en
operationele logistiek. Daar zal 617,5 miljoen euro bezuinigd worden
(=64% van totaal). De staven zullen 30% worden verkleind, en
bestuurlijke relaties en processen worden vereenvoudigd. Het aantal
topfunctionarissen gaat van 119 naar 80 en het aantal civiele
dienstauto's wordt met 1.000 verminderd. Ook het VIP-vervoer wordt
versoberd.
De operationeel commandanten worden verantwoordelijk voor het onderhoud
van het materieel en krijgen de zeggenschap over de logistieke
bedrijven. Het gaat om het Marinebedrijf in Den Helder, het Logistiek
Centrum Woensdrecht en het Defensiebedrijf Grondgebonden systemen in
Amersfoort. Defensie gaat ook meer activiteiten uitbesteden. Dit leidt
tot besparingen. Niet-strategische onderhoudsactiviteiten worden zoveel
mogelijk uitbesteed en er zal meer worden samengewerkt met het
bedrijfsleven.
Op 1 juli zal een gedetailleerd plan over de reorganisatie en
verkleining van het bestuur gereed zijn (inclusief bestuursstaf en
staven van de defensieonderdelen). De maatregelen hebben ook
ingrijpende gevolgen voor het vastgoed van Defensie. Nagenoeg alle
nieuwe infrastructuurprojecten worden tot en met 2012 opgeschort. Door
opheffing van eenheden en andere maatregelen zullen mogelijk locaties
sluiten of eenheden worden samengevoegd. Welke locaties zullen worden
afgestoten is nog niet bekend. Hiervoor wordt een vastgoedplan
opgesteld, dat eveneens op 1 juli gereed zal zijn.
Maatregelen in de operationele capaciteiten
De bezuinigingen hebben ook grote gevolgen voor de operationele
capaciteiten van de krijgsmacht. Het gaat om een bezuiniging van 346,5
miljoen euro (= 36% van totaal).
In het operationele domein zullen onderstaande maatregelen worden
genomen:
* Afstoting van vier mijnenjagers, twee patrouilleschepen en één
bevoorradingsschip;
* Bundeling van luchtverdedigingsmiddelen en mortieren van het Korps
mariniers met andere eenheden;
* Opheffing van beide tankbataljons;
* Afstoting van zes pantserhouwitsers en onderbrenging met 120 mm
mortieren in één afdeling veldartillerie;
* Halvering van de Stinger-luchtverdedigingscapaciteit;
* Vermindering van 200 Nederlandse functies in de NAVO
commandostructuur en het Duits-Nederlandse legerkorpshoofdkwartier;
* Vermindering van pantsergenie- en genieconstructiecapaciteit;
* Halvering van de met Medium Range Anti-Tank-wapensystemen
uitgeruste Fennek-voertuigen;
* De 101 Ondersteuningsbatterij wordt opgeheven;
* Afstoting van 19 F16's.
* Het budget voor de opvolger van de F16 wordt met 1,7 miljard
verlaagd naar 4,5 miljard. Het tweede testtoestel van de JSF zal
worden aangeschaft. Er zullen deze kabinetsperiode geen
verplichtingen voor andere toestellen worden aangegaan;
* Afstoting van de Cougar helikopters;
* Opheffing van één Patriot batterij en twee
grondverdedigingspelotons;
* Afstoten van één DC-10 vliegtuig.
De bovenstaande operationele eenheden en systemen zullen op een enkele
uitzondering na (drie Cougar helikopters en een bevoorradingsschip) per
maandag 9 mei worden stilgezet. Daarnaast zal een groot aantal
materieelprojecten worden uitgesteld naar latere jaren. Dit heeft als
onvermijdelijk gevolg dat zowel de kwalitatieve en kwantitatieve
gevechtskracht als het voortzettingsvermogen van de krijgsmacht
afneemt.
De krijgsmacht behoudt capaciteiten om in zware conflicten mee te
kunnen doen. Defensie streeft er naar de hoge kwaliteit van het
personeel en materieel en de innovatieve en moderne uitstraling zo min
mogelijk geweld aan te doen. De krijgsmacht zal zich de komende periode
vooral moeten toeleggen op korte, krachtige en hoogwaardige bijdragen
aan internationale operaties.
Om in de toekomst niet extra kwetsbaar te zijn moet de krijgsmacht ook
ruimte maken voor intensiveringen en innovatie. Deze zullen zo veel
mogelijk aansluiten bij de prioriteiten binnen de NAVO. Het gaat
hierbij onder meer om:
* Digitale weerbaarheid en cyberoperations;
* Onbemande luchtsystemen (UAV's);
* Middelen voor het optreden in netwerken (Netword Enabled
Capabilities);
* Bescherming tegen geïmproviseerde explosieven (counter-IED);
* Versterken van de samenwerking tussen Special Operations Forces;
* Geïntegreerde vuursteun;
* Verdediging tegen ballistische raketten;
* Satellietcommunicatie.
Gevolgen voor het personeel
Minister Hillen betreurt de gevolgen voor zijn personeel, hij vindt het
een zware dag voor Defensie. Hij stelt vast dat op het
defensiepersoneel al jaren een zware wissel wordt getrokken. Hij wijst
op de uitzenddruk, voortdurende reorganisaties en de achterstanden in
voorraden, onderdelen en oefenmogelijkheden. Achterstanden in
voorraden, onderdelen en oefenmogelijkheden zijn demotiveren en ook de
nieuwe onzekerheid over loopbaanperspectieven werkt demotiverend.
Alleen al daarom, zo schrijft Hillen, is het zijn stellige inzet de
krijgsmacht zo spoedig mogelijk weer op orde te brengen.
De verkleining van het personeelsbestand is echter onvermijdelijk omdat
de personeelskosten te hoog zijn geworden door `scheefgroei' in de
personeelsopbouw. Verjonging is noodzakelijk om op termijn de
krijgsmacht betaalbaar en inzetbaar te houden. De personeelsopbouw moet
daarom worden aangepast. Eén van de maatregelen is dat op 1 juli
volumes per rang en schaal worden vastgesteld (numerus fixus). Defensie
zal haar personeel zo snel en zo goed mogelijk informeren over de
gevolgen van de maatregelen en in overleg treden met de centrales van
overheidspersoneel en medezeggenschap. Ook zal op korte termijn met de
centrales van overheidspersoneel worden gesproken over het sociaal
beleidskader.