Rijksoverheid
Kabinet scherpt bijstand aan
Persbericht | 08-04-2011
Meer mensen uit de bijstand en aan het werk is een belangrijke opdracht
van dit kabinet. In de bijstand moet de vangnetfunctie van de Wet Werk
en Bijstand (WWB) weer voorop staan.
Het kabinet scherpt de verplichtingen aan voor uitkeringsgerechtigden
om op zoek te gaan naar een baan. Ook worden maatregelen genomen om te
voorkomen dat de bijstand hoger wordt dan het minimumloon.
Veel mensen die (gedeeltelijk) kunnen werken ontvangen soms jarenlang
een uitkering en zijn niet actief op de arbeidsmarkt. De economische
crisis en oplopende begrotingstekorten dwingen het kabinet tot een
hervorming van de bijstand. Uitgangspunt is dat wie kan werken ook moet
werken en dat werk moet lonen. De ministerraad heeft op voorstel van
staatsecretaris De Krom van Sociale Zaken en Werkgelegenheid ingestemd
met aanscherping van de WWB. Daarmee wordt uitvoering gegeven aan de
afspraken uit het regeer- en gedoogakkoord. De belangrijkste
maatregelen zijn:
o Minimumloon hoger dan bijstand. Door maatregelen van het vorige
kabinet (afbouw dubbele heffingskorting voor kostwinners) stijgt de
bijstandsuitkering inmiddels harder dan het netto minimumloon. Zonder
maatregelen is vanaf 2018 de netto bijstand voor een stel dat niet
werkt hoger dan de netto inkomsten van een werkende kostwinner die het
minimumloon verdient. Dit vindt het kabinet ongewenst en daarom wordt
de dubbele heffingskorting voor bijstandsgerechtigden ook afgeschaft.
o Baanzoekplicht voor jongeren. Jongeren zijn in de eerste plaats
zelf verantwoordelijk voor het vinden van een baan of opleiding. Het
kabinet wil jongeren aan het werk of op school zien. Daarom moeten
jongeren tot 27 jaar eerst vier weken zelf actief op zoek gaan naar
werk en een opleiding voordat een uitkering of ondersteuning kan worden
aangevraagd.
o Tegenprestatie voor een uitkering. Van mensen die een beroep doen
op de solidariteit van de samenleving en een uitkering ontvangen, mag
een tegenprestatie worden gevraagd. Gemeenten krijgen ruimere
mogelijkheden op dit gebied. De tegenprestatie mag kansen op werk niet
in de weg staan.
o Scherpere inkomensnorm voor gezinsbijstand. Uitgangspunt van het
kabinet is dat bijstand het laatste vangnet is en dat iedereen zelf
zoveel mogelijk in zijn inkomen voorziet. Wanneer dat echt niet kan, is
er bijstand mogelijk die aanvult tot het sociaal minimum. De bijstand
voor gezinnen wordt aangepast. Zowel de ouders als inwonende
meerderjarige kinderen moeten er alles aan doen om een baan te vinden.
Ouders en inwonende kinderen moeten straks gezamenlijk één uitkering
aanvragen. Er wordt dan niet meer alleen gekeken naar de inkomsten van
de ouders onderling, maar ook naar die van inwonende kinderen, het
huishoudinkomen.
o Alleenstaande ouders sneller aan het werk. Alleenstaande
bijstandouders met kinderen onder de vijf jaar kunnen momenteel op
verzoek een ontheffing krijgen van de plicht om te solliciteren. Het
kabinet schaft deze ontheffing af, omdat werk boven inkomen gaat. Lange
afwezigheid op de arbeidsmarkt werkt doorgaans nadelig op de kans op
werk. Om werken te stimuleren, mogen alleenstaande ouders meer
bijverdienen, zonder dat de uitkering gekort wordt.
o Normering gemeentelijk inkomensbeleid. Het kabinet stelt één
centrale inkomensgrens. Alleen aan de hand van individuele
omstandigheden hebben gemeenten de mogelijkheid om maatwerk te leveren
en extra inkomensondersteuning te geven.
o Minder lang in het buitenland met behoud bijstand. De bijstand is
een vangnet voor de bestaanskosten in Nederland en daarom moeten mensen
in Nederland wonen én verblijven om recht op bijstand te hebben. Het
kabinet heeft besloten dat mensen met een bijstandsuitkering die
tijdelijk geen werk hoeven te zoeken voortaan maximaal vier weken per
jaar naar het buitenland mogen. Nu is dat nog dertien weken. Door de
termijn te verkorten houden deze mensen de noodzakelijke band met de
arbeidsmarkt. Voor mensen van 65 jaar en ouder wordt de termijn
teruggebracht van 26 weken per jaar naar maximaal acht weken per jaar.
De genoemde wijzigingen zijn in twee wetsvoorstellen uitgewerkt. De
ministerraad heeft ermee ingestemd de wetsvoorstellen voor advies aan
de Raad van State te zenden. De tekst van de wetsvoorstellen en van het
advies van de Raad van State worden openbaar bij indiening bij de
Tweede Kamer.