Rabobank Nederland

Hypotheekrente volgt spaarrente

Volgens sommige organisaties vragen Nederlandse banken een te hoge hypotheekrente. Ook klanten van de Rabobank stellen vragen over de tarieven. Graag leggen we uit hoe onze hypotheekrente is opgebouwd.

Onze hypotheektarieven lopen gelijk op met de spaarrentes. Het verschil tussen de spaarrente en hypotheekrente is nodig ter dekking van de kosten en een winstopslag. De winstopslag op een Rabo-hypotheek is nu gemiddeld 0,3%. Die opslag hebben we nodig voor het vormen van financiële buffers waardoor we nieuwe hypotheekleningen te kunnen financieren. Dat schrijft DNB ons ook voor. Wij leveren solide hypotheken tegen passende tarieven.

Om de opbouw van ons tarief toe te lichten, gebruiken we als voorbeeld een standaardhypotheek met 10 jaar vaste rente. Daarvoor betaalt de klant op dit moment 5,3% rente. Als een klant zijn spaargeld vastzet voor 10 jaar dan ontvangt de klant daarvoor van de bank 4,1% rente per jaar. De bank heeft verder 0,3% verwerking- en beheerkosten voor dat spaargeld (behandelingskosten: zoals advies, openen rekening; administratiekosten: spaarrekening, internet; kosten informatieverstrekking: zoals bericht rentewijziging en productaanpassingen).

De bank gebruikt dit geld weer om klanten een hypotheek te verlenen. Het kost de bank dan ook 4,4% om dit 10-jarige spaargeld daarvoor te gebruiken. Bovenop deze kostprijs komt een drietal opslagen als we een klant een hypotheeklening verstrekken.


* 0,3% vergoeding voor risico's ter dekking van risico's die de bank met de lening aangaat (bijvoorbeeld kosten die ontstaan voor offerterisico en risico van vervroegd aflossen) .
* 0,3% vergoeding voor bedrijfskosten die iedere organisatie heeft voor onder andere kantoren en computers.
* 0,3% winstopslag. Als coöperatieve bank voegt de Rabobank deze opslag toe aan haar vermogen. Daarmee komen we tegemoet aan de strengere vermogenseisen van de Nederlandse Bank. Zo ontstaat nieuw vermogen dat de Rabobank in staat stelt om hypotheken ook voor toekomstige klanten te financieren.

Daarmee komt het tarief van een standaard hypotheek met 10 jaar vaste rente op 4,4% plus 0,9% = 5,3%

Vergelijking met Duitsland

De vergelijking met de hypotheekrente in Duitsland wordt ook vaak gemaakt. De hypotheekrente is daar een stuk lager. Het verschil in hypotheekrente zit echter niet in de winstmarges maar in de verschillen tussen de landen. In Duitsland is de hypotheekverlening meer gebaseerd op voldoende beschikbare spaarmiddelen. In Nederland wordt relatief meer gespaard bij pensioenfondsen en minder bij banken met als gevolg minder beschikbare spaarmiddelen en relatief hoge spaartarieven. Het verschil in spaarrente tussen Nederland en Duitsland bedraagt gemiddeld circa 0,7%. Gemiddeld liggen de Nederlandse spaartarieven 0,4% boven het Europese niveau.

Daarnaast zijn er diverse verschillen tussen de hypotheekmarkten:


1)In Duitsland zijn hypotheken annuitair. Bij alle banken moet minstens 1% per jaar worden afgelost. In Nederland is een groot deel aflossingsvrij.


2)In Duitsland moeten klanten bij verkopen woning (verhuizing) boeterente betalen. Dit is in Nederland niet gebruikelijk, klanten hebben het recht om in zo'n geval de hypotheek me te nemen.


3)In Duitsland is de mogelijkheid om tussentijds af te lossen niet gebruikelijk. Indien deze mogelijkheid wel bestaat, wordt gewoonlijk op de tussentijdse aflossing een boete van 5% ingehouden. Terwijl in Nederland de klant een stuk boete vrij kan aflossen.


4)In Duitsland kan men meestal maar 50%-80% van de executiewaarde lenen. In Nederland financiert men de woning inclusief bijkomende kosten. Dit betekent een hoger risico en dus een hogere prijs.




Rabobank Nederland