Centraal Bureau voor de Statistiek

Persbericht
PB11-026 7 april 2011 9.30 uur

Inflatie stijgt licht naar 2,0 procent

Duurdere verzekeringen en vliegtickets verhogen de inflatie Inflatie in de eurozone stijgt naar 2,6 procent

De inflatie is in maart licht gestegen naar 2,0 procent. In februari waren de consumentenprijzen nog 1,9 procent hoger dan een jaar eerder. Dit blijkt uit cijfers van het CBS. De stijging van de inflatie is vooral toe te schrijven aan duurdere verzekeringen en vliegtickets. In maart waren de verzekeringspremies 3,8 procent hoger dan een jaar eerder. Dit kwam grotendeels door de stijging van de assurantiebelasting per 1 maart 2011 van 7,5 naar 9,7 procent. Benzine is bij de tankstations nooit eerder zo duur geweest als in de tweede week van maart. Toen was de prijs van Euro95 1,652 euro per liter. Gemiddeld heeft dit geen verhogend effect gehad op de inflatie omdat de prijs in februari ook al hoog was. In maart was de inflatie volgens de Europees geharmoniseerde methode (HICP) in Nederland voor de derde maand op rij 2,0 procent. Volgens Eurostat was de inflatie in de eurozone in maart 0,2 procentpunt hoger dan in februari en daarmee opgelopen naar 2,6 procent. De inflatie in de eurozone is nu 0,6 procentpunt hoger dan in Nederland. In tegenstelling tot de rest van de eurozone reageren de energieprijzen in Nederland niet direct op de stijgende olieprijzen. In de eurozone is vooral huisbrandolie fors in prijs gestegen. Deze brandstof wordt in Nederland nauwelijks gebruikt. Grafiek: Inflatie (CPI) procent

2

www.cbs.nl

1

0 J F M A M J J A S O N D J F M A M J J A S O N D J F M 2009 2010 2011

Bron: CBS

CBS Persbericht PB11-026

pagina 1 van 5



Technische toelichting
Inflatie De inflatie in Nederland wordt gemeten als de stijging van de consumentenprijsindex (CPI) ten opzichte van de overeenkomstige periode in het voorgaande jaar. De consumentenprijsindex geeft het prijsverloop weer van een pakket goederen en diensten zoals dit gemiddeld wordt aangeschaft door de Nederlandse huishoudens. Europees geharmoniseerde consumentenprijsindex Naast de nationale consumentenprijsindex is er ook een Europees geharmoniseerde consumentenprijsindex (Harmonized Index of Consumer Prices, HICP). Met de HICP is het mogelijk de inflatie tussen de lidstaten van de Europese Unie te vergelijken. Definities, indelingen en methoden zijn daartoe zo goed mogelijk gecoördineerd en in Europese regelgeving vastgelegd. Er wordt een HICP berekend voor de afzonderlijke lidstaten, voor de groep landen die de euro hebben ingevoerd (eurozone) en voor de Europese Unie als geheel. Voorlopige uitkomsten De uitkomsten over de consumentenprijsindex zijn in de regel één maand voorlopig. Cijfers kunnen worden aangepast op grond van nagekomen gegevens. Meer informatie Voor meer informatie kunt u de website van het CBS bezoeken (www.cbs.nl). Op de website vindt u ook het conjunctuurbericht van het CBS, waarin een samenhangend beeld wordt gegeven van de conjuncturele ontwikkeling. U kunt zich op het conjunctuurbericht abonneren via de website (Informatie voor/Publiek/Abonnementen).

CBS Persbericht PB11-026

pagina 2 van 5



1. Inflatie jan
2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 % 2,0 4,2 4,0 2,4 1,3 1,5 1,3 1,4 2,0 1,9 0,8 2,0

feb
2,0 4,5 3,8 2,4 1,2 1,6 1,1 1,5 2,2 2,0 0,8 1,9

mrt
1,9 4,6 3,6 2,4 1,1 1,8 1,0 1,8 2,2 2,0 1,0 2,0 *)

apr
2,1 4,9 3,6 2,1 1,4 1,5 1,2 1,8 2,0 1,8 1,1

mei
2,4 4,9 3,3 2,0 1,5 1,3 1,2 1,8 2,3 1,6 1,0

jun
2,7 4,5 3,4 2,0 1,4 1,6 1,3 1,7 2,6 1,4 0,8

jul
2,8 4,6 3,4 2,1 1,1 1,6 1,3 1,5 3,2 0,2 1,6

aug
2,5 4,7 3,3 2,1 1,1 1,8 1,4 1,1 3,2 0,3 1,5

sep
2,9 4,7 3,3 2,0 1,0 1,8 1,1 1,3 3,1 0,4 1,6

okt
3,1 4,3 3,2 2,0 1,4 1,6 0,9 1,6 2,8 0,7 1,6

nov
3,0 4,2 3,1 2,0 1,3 1,8 1,0 1,9 2,3 1,0 1,6

dec
2,9 4,4 3,1 1,7 1,2 2,0 1,1 1,9 1,9 1,1 1,9

jaar
2,6 4,5 3,4 2,1 1,2 1,7 1,1 1,6 2,5 1,2 1,3

Van okt. 1997 ­ dec. 2002: reeks alle huishoudens 1995=100 Van jan. 2003 ­ dec. 2006: reeks alle huishoudens 2000=100 Vanaf jan. 2007: reeks alle huishoudens 2006=100 *) Voorlopige cijfers.

Bron: CBS

2. Prijsverandering per productgroep
Productgroep weging
%

2010 okt
1,6 1,1 3,4 -1,6 1,7 0,6 0,4 3,0 3,5 -0,2 -3,5 2,3 1,7 3,8 3,5

nov
1,6 1,2 3,6 -0,4 1,6 0,3 0,5 3,1 3,1 -0,9 -3,5 2,4 1,8 3,8 3,5

dec
1,9 1,0 3,0 1,7 1,6 0,1 0,5 4,9 4,7 -0,8 -3,5 2,9 1,9 3,8 3,4

2011 jan
2,0 0,8 3,2 0,3 1,9 0,7 0,4 4,7 6,1 -0,5 -0,5 2,3 1,8 1,7 4,4

feb
1,9 1,4 2,8 1,1 2,0 0,8 0,4 4,2 3,0 -0,3 -0,5 2,4 1,8 1,7 4,4

mrt *)
2,0 1,8 1,6 0,3 2,0 1,1 0,5 4,2 1,9 -0,7 -0,5 2,7 2,4 1,7 4,5

%-verandering t.o.v. een jaar eerder

0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14

Totaal bestedingen Voedingsmiddelen en alcoholvrije dranken Alcoholhoudende dranken en tabak Kleding en schoenen Huisvesting, water en energie Stoffering en huishoudelijke apparaten Niet-verzekerde gezondheidszorg Vervoer Communicatie Recreatie en cultuur Particulier onderwijs Hotels, cafés en restaurants Diverse goederen en diensten Consumptiegebonden belastingen en overheidsdiensten Consumptie in het buitenland

100,0 11,3 3,1 4,8 24,4 6,1 1,0 11,4 3,5 10,4 0,1 4,4 11,2 3,6 4,6


*) Voorlopige cijfers.

Bron: CBS

3. Bijdrage aan de inflatie per productgroep
Productgroep weging
%

2010 okt
1,6 0,1 0,1 -0,1 0,4 0,0 0,0 0,3 0,1 0,0 0,0 0,1 0,2 0,1 0,2

nov
1,6 0,1 0,1 0,0 0,4 0,0 0,0 0,3 0,1 -0,1 0,0 0,1 0,2 0,1 0,2

dec
1,9 0,1 0,1 0,1 0,4 0,0 0,0 0,5 0,2 -0,1 0,0 0,1 0,2 0,1 0,2

2011 jan
2,0 0,1 0,1 0,0 0,5 0,0 0,0 0,5 0,2 -0,1 0,0 0,1 0,2 0,1 0,2

feb
1,9 0,2 0,1 0,0 0,5 0,1 0,0 0,5 0,1 0,0 0,0 0,1 0,2 0,1 0,2

mrt *)
2,0 0,2 0,0 0,0 0,5 0,1 0,0 0,5 0,1 -0,1 0,0 0,1 0,3 0,1 0,2

procentpunt

0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14

Totaal bestedingen Voedingsmiddelen en alcoholvrije dranken Alcoholhoudende dranken en tabak Kleding en schoenen Huisvesting, water en energie Stoffering en huishoudelijke apparaten Niet-verzekerde gezondheidszorg Vervoer Communicatie Recreatie en cultuur Particulier onderwijs Hotels, cafés en restaurants Diverse goederen en diensten Consumptiegebonden belastingen en overheidsdiensten Consumptie in het buitenland

100,0 11,3 3,1 4,8 24,4 6,1 1,0 11,4 3,5 10,4 0,1 4,4 11,2 3,6 4,6


*) Voorlopige cijfers.

Bron: CBS

CBS Persbericht PB11-026

pagina 3 van 5



4. Prijsverandering per productgroep
Productgroep 0 Totaal bestedingen 1 Voedingsmiddelen en alcoholvrije dranken Voedingsmiddelen Brood en graanproducten Vlees Vis, schaal- en schelpdieren Melk, kaas en eieren Olie, boter en margarine Fruit Groenten en aardappelen Suiker, zoetwaren en ijs Overige voedingsmiddelen Alcoholvrije dranken Koffie, thee en cacao Mineraalwater, frisdranken en sappen 2 Alcoholhoudende dranken en tabak Alcoholhoudende dranken Tabak 3 Kleding en schoenen Kleding en kledingstoffen Schoenen en schoenreparaties 4 Huisvesting, water en energie Werkelijke huur Toegerekende huur eigen woning Onderhoud en reparatie van de woning Watervoorziening en overige diensten i.v.m. de woning Energie Elektriciteit Gas 5 Stoffering en huishoudelijke apparaten Meubelen en vloerbedekking Huishoudtextiel Huishoudelijke apparatuur Vaat- en glaswerk en huishoudelijke artikelen Gereedschappen en werktuigen voor huis en tuin Dagelijks woningonderhoud 6 Niet-verzekerde gezondheidszorg 7 Vervoer Aankoop voertuigen Gebruik van privé-voertuigen Autobrandstoffen Vervoersdiensten 8 Communicatie 9 Recreatie en cultuur Audio en video, computers en software Duurzame goederen voor recreatie en cultuur Spelartikelen, bloemen, planten en huisdieren Recreatieve en culturele dienstverlening Boeken, kranten, tijdschriften en schrijfwaren Pakketreizen 10 Particulier onderwijs 11 Hotels, cafés en restaurants Restaurants, cafés en kantines Accommodatie 12 Diverse goederen en diensten Lichaamsverzorging Artikelen voor persoonlijk gebruik Kinderopvang en thuiszorg Verzekeringen Financiële diensten Andere diensten 13 Consumptiegebonden belastingen en overheidsdiensten Consumptiegebonden belastingen Overheidsdiensten, w.o. college- en lesgelden 14 Consumptie in het buitenland
*) Voorlopige cijfers.

weging % 100,0 11,3 10,3 2,2 2,1 0,4 1,4 0,2 0,8 1,2 0,9 1,1 1,0 0,3 0,6 3,1 1,2 1,9 4,8 4,0 0,8 24,4 6,0 10,7 1,3 1,2 5,0 1,6 3,4 6,1 2,4 0,5 0,7 0,6 0,3 1,6 1,0 11,4 2,7 7,0 4,2 1,7 3,5 10,4 1,8 0,4 2,0 3,1 1,6 1,5 0,1 4,4 4,0 0,4 11,2 2,3 0,7 1,8 3,4 1,1 2,1 3,6 2,8 0,8 4,6

mrt '11 *) t.o.v. feb '11 1,2 0,5 0,4 0,4 0,4 0,0 0,8 1,4 0,6 0,2 0,8 0,2 1,5 0,9 1,8 -0,3 -0,8 0,0 18,7 19,7 13,7 0,0 0,0 0,0 1,0 0,0 -0,1 -0,3 0,0 0,3 0,1 1,3 0,5 -0,2 0,2 0,3 0,2 1,4 0,0 1,7 2,4 2,6 -1,0 -0,2 -1,3 -0,1 -2,0 0,2 2,3 0,0 0,0 0,4 0,5 -0,8 0,6 0,7 0,3 0,0 1,7 0,0 -0,1 0,0 0,0 0,0 0,9

jan '11

feb '11

mrt '11 *)

%-verandering t.o.v. een jaar eerder 2,0 1,9 2,0 0,8 1,4 1,8 0,8 1,2 1,5 0,4 0,7 1,5 -0,1 0,3 1,7 1,7 1,6 1,1 -1,4 -1,0 -0,6 -4,2 -3,1 -1,3 5,9 9,2 8,2 6,5 5,9 2,7 -1,1 -0,5 -0,2 -1,6 -1,8 -0,9 1,3 3,4 5,5 3,7 12,6 14,6 0,0 -1,4 0,8 3,2 2,8 1,6 2,2 1,2 0,4 3,8 3,8 2,4 0,3 1,1 0,3 -0,2 0,8 0,3 3,2 2,6 0,2 1,9 2,0 2,0 1,6 1,6 1,6 1,6 1,6 1,6 0,5 0,5 1,4 1,7 1,7 1,7 3,7 4,0 3,9 1,7 1,9 1,6 4,9 5,3 5,4 0,7 0,8 1,1 -0,4 0,1 0,2 3,6 4,9 5,5 -1,8 -0,7 -0,2 3,6 2,0 2,1 3,4 2,2 2,6 1,2 0,8 1,2 0,4 0,4 0,5 4,7 4,2 4,2 0,3 0,0 -0,1 7,6 7,7 7,0 11,5 11,4 10,2 0,1 -1,8 0,4 6,1 3,0 1,9 -0,5 -0,3 -0,7 -6,6 -7,2 -8,2 1,9 2,3 2,1 -0,1 0,6 -1,1 2,0 2,1 2,2 1,8 2,7 3,2 -1,8 -1,8 -1,8 -0,5 -0,5 -0,5 2,3 2,4 2,7 2,5 2,7 2,9 0,2 -0,1 0,9 1,8 1,8 2,4 0,1 -0,6 0,4 4,4 5,7 5,0 1,4 1,4 1,4 2,0 2,1 3,8 2,6 2,6 2,6 2,0 2,1 2,1 1,7 1,7 1,7 1,3 1,3 1,3 3,1 3,1 3,1 4,4 4,4 4,5

Bron: CBS

CBS Persbericht PB11-026

pagina 4 van 5



5. Nederlandse en Europese inflatie
Nationale CPI Nederland Alle huishoudens Alle huishoudens afgeleid Geharmoniseerde index (HICP) Nederland 1)

Eurozone

Europese Unie

Gemiddelde procentuele verandering ten opzichte van een jaar eerder 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2,6 4,5 3,4 2,1 1,2 1,7 1,1 1,6 2,5 1,2 1,3 2,2 3,6 3,4 1,9 0,9 1,4 1,5 1,5 2,2 0,9 1,1 2,3 5,1 3,9 2,2 1,4 1,5 1,7 1,6 2,2 1,0 0,9 2,1 2,3 2,2 2,1 2,1 2,2 2,2 2,1 3,3 0,3 1,6 1,9 2,2 2,1 2,0 2,0 2,2 2,2 2,3 3,7 1,0 2,1

2010

2011

januari februari maart april mei juni juli augustus september oktober november december januari februari maart

0,8 0,8 1,0 1,1 1,0 0,8 1,6 1,5 1,6 1,6 1,6 1,9 2,0 1,9 2,0 *)

0,7 0,7 0,8 0,9 0,7 0,6 1,4 1,3 1,4 1,4 1,4 1,7 1,9 1,9 1,9 *)

0,4 0,3 0,7 0,6 0,4 0,2 1,3 1,2 1,4 1,4 1,4 1,8 2,0 2,0 2,0 *)

0,9 0,8 1,6 1,6 1,7 1,5 1,7 1,6 1,9 1,9 1,9 2,2 2,3 2,4 *) 2,6 *)

1,7 1,5 2,0 2,1 2,1 1,9 2,1 2,0 2,3 2,3 2,3 2,7 2,8 2,8 *)

1)

In de afgeleide consumentenprijsindex is het effect van verandering in de tarieven van productgebonden belastingen uit de prijsontwikkeling geëlimineerd. Voorbeelden van dergelijke belastingen zijn: BTW, accijns en motorrijtuigenbelasting.


*) Voorlopige cijfers.

Bron: CBS/Eurostat

CBS Persbericht PB11-026

pagina 5 van 5






---- --