Rijksoverheid
7 april 2011
Antwoorden op de vragen van het lid Hernandez over diversiteitsbeleid en multiculturalisme bij Defensie
Hierbij bied ik u de antwoorden aan op de vragen van het lid Hernandez over diversiteitsbeleid en multiculturalisme bij Defensie (ingezonden 14 februari 2011 met kenmerk 2011Z0292).
DE MINISTER VAN DEFENSIE
drs. J.S.J. Hillen
Vragen van het lid Hernandez (PVV) aan de minister van Defensie over het diversiteitsbeleid en multiculturalisme bij defensie. (Ingezonden 14 februari 2011, kenmerk 2011Z02920)
1 Bent u bekend met het bericht dat de Koninklijke Marechaussee vorige maand de jaarlijkse diversiteitprijs heeft uitgereikt aan een individu voor het bevorderen van diversiteit en multiculturalisme bij de KMAR? Ja. 2 Kunt u aangeven hoe de uitreiking van deze prijs zich verhoudt met de toezegging dat u het diversiteitbeleid bij Defensie zult beëindigen? Zo nee, waarom niet? 3 Hebben de andere krijgsmachtdelen ook dergelijke prijzen? Zo ja, welke? 4 Bent u bereid een einde te maken aan deze diversiteitprijzen bij de krijgsmachtdelen of te vervangen door prijzen waarbij individuen die bijzondere prestaties leveren voor Defensie centraal staan en niet wordt gekeken naar diversiteit of multiculturalisme? Zo nee, waarom niet. Met mijn brief van 9 februari jl. (Kamerstuk 32 500 X, nr. 84) heb ik de Kamer geïnformeerd over de beëindiging van het diversiteitbeleid. In deze brief heb ik uiteengezet dat er onder andere geen streefcijfers meer worden gehanteerd voor de in- en doorstroom van
vrouwen en etnisch-culturele minderheden. Voorts heb ik naar voren gebracht dat het belangrijk is dat iedereen bij Defensie kan werken zonder zich bedreigd of gediscrimineerd te voelen. Bij de Koninklijke marechaussee wordt de diversiteitsprijs gebruikt om activiteiten die bijdragen aan een sociaal veilige werkomgeving te belonen. Andere operationele commando's kennen een dergelijke prijs niet. Ik wil het beleid ter zake van een sociaal veilige werkomgeving voortzetten. In overeenstemming met het Regeerakkoord zullen diversiteit en multiculturalisme daarin geen centrale rol innemen. Daarbij past de beëindiging van het toekennen van een prijs op dit gebied. 5 Op welke wijze is de Stichting Multicultureel Netwerk Defensie, die in 2003 officieel is erkend door de toenmalige staatssecretaris van Defensie, betrokken bij het ministerie van Defensie? Krijgt deze stichting subsidie van de overheid? Zo ja, hoeveel? 6 Bent u ervan op de hoogte dat belangrijke doelstellingen van dit netwerk
, te weten het optimaliseren van het draagvlak voor een multiculturele Defensieorganisatie en het leveren van een bijdrage aan diversiteit binnen de Defensieorganisatie vanuit een multiculturele invalshoek, strijdig zijn met het regeerakkoord? 7 Bent u bereid de officiële erkenning van deze stichting ongedaan te maken en eventuele subsidies te beëindigen? Zo nee, waarom niet?
De Stichting Multicultureel Netwerk Defensie (MND) maakt geen deel uit van Defensie. Met deze stichting overlegt Defensie, evenals met de Stichting Homoseksualiteit en Krijgsmacht en het Defensie Vrouwennetwerk en andere organisaties van defensiepersoneel over beleid dat bijdraagt aan een sociaal veilige werkomgeving. In de begroting van Defensie voor 2011 is ondermeer een subsidie opgenomen van 10.000 voor het MND. Bij het opstellen van de begroting voor 2012 wordt deze subsidie heroverwogen.