Universiteit van Tilburg

Persbericht 30 maart 2011

Dialoog tussen de religies nodig om krampachtigheid op te heffen

Onze samenleving gaat krampachtig om met religie. Door twee factoren is de dialoog tussen de godsdiensten de laatste jaren verwaterd: secularisatie en fundamentalisme, dat raakvlakken heeft in alle religies. Er kan zelfs gesproken worden over antireligieus, seculier fundamentalisme. Dat betoogt hoogleraar interreligieuze dialoog Marcel Poorthuis in zijn oratie op 6 april, waaraan een congres over dit onderwerp voorafgaat.

Door toenemende secularisatie zijn mensen vervreemd van hun eigen religie en kerk, al is er wel degelijk belangstelling voor religie en stellen mensen een eigen pakket wijsheden samen. Zonder oog voor historische verwevenheid van jodendom, christendom en islam en zonder de band van gelovigen met die specifieke gemeenschap serieus te nemen. Zo betekent paradoxaal genoeg de postmoderne omgang met religie het einde van de dialoog.

De tweede factor die de dialoog tussen de godsdiensten belemmert is het toenemende fundamentalisme. Beide factoren zijn een reactie op de toenemende complexiteit van onze samenleving. Het fundamentalisme doortrekt alle religies. Ook het seculiere antireligieuze sentiment kan als fundamentalisme worden betiteld. Fundamentalisme is het tegendeel van dialoog omdat de ander daarin louter als ketter en vijand verschijnt, zonder enige verwantschap.

Dit jaar verschijnt Poorthuis' studie Van harem tot fitna, waarin hij samen met collega dr. Theo Salemink aantoont dat het vijandbeeld van de islam (en van het jodendom!) diep in de Nederlandse maatschappij verankerd zat, zelfs toen er geen moslims waren in Nederland. Het zijn nu juist de kerken die zich vanaf de zestiger jaren daarvan hebben losgemaakt en de weg van de dialoog zijn ingeslagen.

De dialoog brengt een bezinning op de eigen religieuze identiteit met zich mee. Voorwaarde voor een goede dialoog is wel dat lastige thema's niet worden vermeden, zoals grove aanvallen op de islam. En dient de kwestie van antisemitisme, zowel onder christenen als onder moslims en onder extreem rechts, hoog op de agenda te staan. Dat is beter dan telkens van moslims te eisen dat zij zich distantiëren van antisemitische uitingen waar zij doorgaans part noch deel aan hebben. De dialoog tussen de godsdiensten zal leiden tot een ingrijpende herziening van heel de theologie. Het goede in andere overtuigingen kan niet langer als een bedreiging van de eigen religieuze identiteit worden gezien.

Marcel J.H.M. Poorthuis (1955, Hilversum) werd in 2010 benoemd tot hoogleraar interreligieuze dialoog. Hij studeerde theologie aan de Katholieke Theologische Universiteit te Utrecht en muziek aan het conservatorium te Hilversum. Van 1982 tot 1992 werkte hij op het Secretariaat van de Katholieke Kerk in Nederland op het gebied van joods-christelijke betrekkingen. In 1992 promoveerde hij in Utrecht op de commentaren van de Frans-joodse filosoof Levinas op de Talmoed. Sinds 1992 is hij als universitair (hoofd-)docent verbonden aan de Katholieke Theologische Universiteit te Utrecht, nu de Faculteit Katholieke Theologie van de UvT.

Symposium
Voorafgaand aan de oratie vindt er van 13.00 tot 15.45 een symposium plaats, getiteld: Staat de vrijheid van godsdienst onder druk? Juridische, islamitische en filosofische perspectieven. Sprekers zijn onder meer prof. S. van Bijsterveld (staatsrecht) en prof. M. Siddiqui (islamitische theologie). Voor het volledige programma zie http://www.tilburguniversity.edu/nl/over-tilburg-university/schools/theologie/agenda/2011/april/siddiqui/