Extra aandacht voor onnodig links rijden
vcscontrole
Driebergen, 02-04-2011 o Het Korps landelijke politiediensten (KLPD)
gaat in de maand april extra aandacht besteden aan onnodig links rijden
en andere gedragingen uit de ergernis top tien.
De Verkeerspolitie van het KLPD heeft onder motorrijders, onder het
motto motor in het vizier, een enquête gehouden. In totaal reageerden
ruim 6200 motorrijders. Een aantal van de ergernissen staat ook in de
huidige ergernis top tien die het KLPD in 2010 samenstelde: (tussen
haakjes de plaats in de algemene ergernis top tien)
1. Onnodig links rijden (4)
2. Richtingaanwijzer niet gebruiken (10)
3. Onvoldoende afstand houden (1)
4. Peuken en rommel weggooien
5. Kwaliteit wegdek/drempels
6. Onjuist afgestelde verlichting
7. Telefoon vasthouden bellen/smsen
8. Laat stoppen in voorrangsituaties
9. Inhalende vrachtautos
10. Rijden met alcohol en drugs (2)
De Verkeerspolitie zet voor deze campagne opvallende en onopvallende
surveillancevoertuigen in die dagelijks toezicht houden op het
snelwegennet in de Randstad en de hoofdtransportassen. Met de komst van
bredere snelwegen en spitsstroken blijven weggebruikers vaak in het
midden rijden, terwijl de rechts gelegen rijstroken daardoor ongebruikt
blijven. Dit vermindert de capaciteit van de weg en wekt irritatie op
bij weggebruikers die wel rechts rijden. Zij dienen meerdere rijstroken
over te steken bij een inhaalmanoeuvre, omdat rechts inhalen in die
situatie niet is toegestaan.
Zoveel mogelijk rechts houden is nog steeds de basisregel in Nederland
en kan bij het niet opvolgen daarvan een bekeuring opleveren van 100
euro, daar bovenop komen nog de administratiekosten van 6 euro.
Enquête
De enquête is gehouden om de aandacht te vestigen op het nieuwe
motorseizoen om zowel de motorrijder als de automobilist bewust te
maken dat deze periode er weer aankomt. Rond de maand april is de
winterstop ten einde en verschijnen weer meer motorrijders op de weg.
Motorrijders zijn relatief kwetsbaar en lopen daarom vaak letsel op
wanneer zij betrokken zijn bij een verkeersongeval. Zien en gezien
worden is hierbij van levensbelang.
Onder motorrijders vallen naast slachtoffers door ongeval met ander
gemotoriseerd verkeer ook veel slachtoffers als gevolg van eenzijdige
ongevallen. Het aantal verkeersdoden is de laatste drie jaar licht
toegenomen en het aantal ernstige verkeersgewonden is onder deze groep
toegenomen. Van 2006 tot 2009 is het aantal dodelijke slachtoffers
opgelopen van 59 tot 70, dat is meer dan 10% van het totale aantal
dodelijke verkeersslachtoffers, terwijl motorrijders daar niet meer dan
10% van uitmaken. Motorrijders mogen dan een stoer imago hebben, ze
zijn wel zwakke verkeersdeelnemers. Ze raken vaak bij ongevallen
betrokken, omdat automobilisten hen niet zien. Ze zijn dan van externe
omstandigheden afhankelijk hoe ze het er van afbrengen.
Een goede voorbereiding voordat de motor van stal wordt gehaald na deze
winterstop is een vereiste. Motorrijders die de eerste voorjaarsrit
maken, doen er goed aan hun motor eerst rijklaar te (laten) maken, een
rijvaardigheidstraining te volgen en goede, zichtbare en beschermende
kleding aan te trekken.
Veertig motorrijders die de enquête hebben ingevuld zijn geselecteerd
en hebben een rijvaardigheidstraining gevolgd bij
politiemotorinstructeurs van het KLPD.
Korps Landelijke Politiediensten