Gemeente Utrecht


2011 SCHRIFTELIJKE VRAGEN
17 Vragen van de heer P.E.J. Werensteijn en de heer drs. M.H. Dijk
(ingekomen 11 februari 2011 en antwoorden verzonden door het college op 1 april 2011)


Inzake intimidatie op een school in Leidsche Rijn.

Vanuit de media hebben Trots en VVD begrepen dat vanaf november er bij een basisschool in de wijk Leidsche Rijn een docent wordt bedreigd. Ook een aanwezige ouder zou daar door dezelfde personen zijn bedreigd. Hier is zowel door het schoolbestuur als de betreffende ouders geen aangifte van de bedreiging dan wel van de intimidatie gedaan. Voor Trots op Nederland en de VVD is dit onbegrijpelijk. Juist op een school hoort men zich vrij en veilig te voelen om kinderen te onderwijzen. Wij hebben vanuit de wijk begrepen dat het intimiderende gedrag van de betreffende familie vaker in en rond de school voorkomt. Ondanks dat we het nu over één familie hebben, is het belangrijk dat er op gebied van veiligheid van onderwijs een goed en eenduidig beleid is en dat de gemeente het signaal afgeeft dat mensen met hun handen van anderen afblijven. De betreffende familie is betrokken in het zogenaamde laatste kansbeleid. Het college heeft eerder gesteld dat de bewuste familie nog maar één kans krijgt en dat er anders maatregelen getroffen zouden worden. Trots op Nederland en de VVD stellen het college daarom de volgende vragen:

1. Hoeveel medewerkers van scholen zijn er de afgelopen 5 jaar in de gemeente Utrecht bedreigd en/of mishandeld vanwege de uitoefening van hun functie?
De aanleiding voor het stellen van deze vragen is berichtgeving in de media over een vermeende bedreiging op een school in Leidsche Rijn. Wij willen vooraf benadrukken dat een dergelijk incident niet heeft plaatsgevonden.

Het is niet bekend hoeveel schoolmedewerkers de afgelopen 5 jaar zijn bedreigd.
Het registreren van incidenten op scholen wordt verplicht gesteld door het Ministerie van OCW. Deze gegevens zijn niet openbaar, maar het helpt scholen om de juiste maatregelen te nemen.

2. Bent u met Trots en de VVD van mening dat scholen bij bedreiging en geweld tegen hun medewerkers altijd aangifte zouden moeten doen?
Ja.

3. Welke maatregelen gaat u in de toekomst inzetten nadat er aangifte gedaan is, om veiligheid van medewerkers van de school, ouders en kinderen te garanderen.
De opsporing en vervolging van verdachten van agressie en geweld tegen werknemers met een publieke taak heeft hoge prioriteit bij politie en het OM. Zie verder het antwoord op vraag 7.

4. Bent u bereid om tegen ouders die de sfeer op de school van het kind verpesten, maatregelen te treffen door bijvoorbeeld een gebiedsverbod in een bepaalde straal van de school op te leggen?
Het is de primaire verantwoordelijkheid van de school om ouders op hun gedrag aan te spreken. Indien aan de orde, dan zal per geval worden beoordeeld wat een adequate reactie is.

5. Bent u van mening dat als docenten bedreigd of mishandeld worden door ouders/familie, een school dit altijd aan bureau jeugdzorg moet melden omdat dit signaalgedrag is over de opvoeding van het kind?
Dat zijn zorgwekkende signalen dus het doen van een zorgmelding kan bij ernstige gevallen zinvol en gewenst zijn.

6. Is in dit specifieke geval bureau jeugdzorg in kennis gesteld? Zo ja, wanneer?
Jeugdzorg is structureel bij dit gezin betrokken.

7. Hebben alle scholen in Utrecht een plan conform artikel 3 van de arbeidsomstandighedenwet 2007? Zo ja, zijn hier ook regels in opgenomen met betrekking tot geweld tegen medewerkers?
Iedere werkgever is zelf verantwoordelijk voor het treffen van maatregelen in verband met werkgerelateerde agressie en geweld, inclusief het opstellen van een schoolveiligheidsplan. Speciaal voor besturen in het onderwijs heeft het ministerie van OCW een programma Veilige Publieke Taak Onderwijs uitgevoerd. Dit ter aanvulling op de reeds bestaande kwaliteitsteams veiligheid voor het onderwijs van het Nederlands Jeugdinstituut. Ook de arbeidsinspectie controleert deze aspecten in het kader van de Arbeidsomstandighedenwet.

8. Bent u bereid om tezamen met politie en schoolbesturen van het basis en middelbaar onderwijs om de tafel te zitten en afspraken te maken over veiligheid, aangiftebereidheid, informatie-uitwisseling en andere zaken betreffende veiligheid? Zo ja, wanneer gaat u dat doen? Zo nee, hoe wilt u hier dan verbeteringen in brengen?
Ja, dit gebeurt al. Wij hebben in het kader van VPT Utrecht ruim een dozijn scholen betrokken in de aanpak. Ook in 2011 wordt wederom een aantal andere scholen betrokken. De resultaten worden door ons gedeeld met de schoolbesturen.

9. Bent u bekend met de aanpak veilige publieke taak onderwijs van het ministerie van binnenlandse zaken?
Ja. Wij hebben rijkssubsidie ontvangen om de Utrechtse Aanpak op te zetten. De commissie Mens en Samenleving is over deze aanpak bij brief van 29 september 2009 geïnformeerd en ontvangt binnenkort een brief over de voortgang en bereikte resultaten.

10. Zo ja, welke maatregelen heeft de gemeente genomen om deze aanpak bekend te maken bij het Utrechtse onderwijsveld?
Een selectie van scholen is destijds uitgenodigd voor een conferentie en in het voortraject van deze conferentie zijn ook meerdere scholen benaderd om actief te participeren. In subsidiebeschikkingen voor 2011 is opgenomen dat de gemeente verwacht dat de organisatie een actief veiligheids- en aangiftebeleid voert.

11. Hoeveel scholen in Utrecht zijn actief aan de slag gegaan met deze aanpak en zijn u wellicht (eerste) resultaten van deze aanpak bekend? Zo ja, wat zijn die resultaten?
Veel scholen hebben afspraken met de politie over samenwerking op het gebied van schoolveiligheid (bij voorbeeld in schooloverleggen of spreekuren waaraan de politie deelneemt) en over het doen van aangifte bij agressie en geweld. De basisscholen in Overvecht, Kanaleneiland en Transwijk hebben deze samenwerking vastgelegd in een convenant. Bij het voortgezet onderwijs zijn er convenanten met alle VO scholen en Zuidwest en met drie scholen in Vleuten de Meern/Leidsche Rijn.

12. Hoe kan het dat de gemeente niet geïnformeerd was over de bedreigingen en intimidatie door de familie waarvoor een laatste kansaanpak geldt? Bent u het met Trots en de VVD van mening dat deze informatie relevant is in zake het laatste kansbeleid, zelfs al het in de meest strikte zin niet direct woonoverlast betreft? Zo nee, waarom niet?
Zoals al vermeld was er in dit geval geen sprake van bedreiging of intimidatie.

13. Zijn er nog andere incidenten en/of woonoverlastmeldingen geweest de laatste maanden, die direct betrekking hebben op het desbetreffende gezin? Zo ja, kunt u die kort omschrijven?
In januari 2011 heeft de bewoner zelf een bedrijf gebeld voor het verhelpen van een storing in plaats van dit te melden aan de verhuurder. Vervolgens was hij het niet eens met de rekening en is de betreffende medewerker daarop vertrokken. Dat heeft geresulteerd in een melding.

14. Bent u bereid de raad te informeren over de exacte voorwaarden van de laatste kansaanpak die op het betreffende gezin is gezet? Zo nee, waarom niet?
In zijn algemeenheid bevat een Laatste Kanscontract alle afspraken waaraan de betrokkene moet voldoen om een goed huurder te zijn. Vanwege privacy gaan we hier niet in op de specifieke voorwaarden van de betreffende families.

15. Is wat u betreft de laatste kans van de betreffende familie voorbij? Zo ja, wat gaat u doen? Indien nee, waarom niet?
Nee. Er was in dit geval geen sprake van bedreiging of intimidatie.

16. Welke conclusie verbindt u aan het overlastgedrag van de familie en gaat u op grond van de informatie die u nu tot uw beschikking heeft actie ondernemen?
Zie de antwoorden op eerdere vragen.


17. Wilt u op zo een kort mogelijke termijn de raad informeren over het laatste kansbeleid en onder welke voorwaarden dit plaats zou moeten vinden?
De netwerken woonoverlast en het Laatste Kansbeleid zijn vorig jaar geëvalueerd. De raad wordt binnenkort geïnformeerd over de resultaten.

18. Kunt u de Raad informeren over de exacte status van het skaeve huse project in Utrecht en aangeven hoe veel prioriteit hieraan wordt gegeven?
Skaeve Huse is als prioriteit opgenomen in het Actieplan Wonen. Er wordt gezocht naar een geschikte locatie. Wij streven ernaar om hierover voor het zomerreces een besluit te nemen.


---- --