ABP


Premie ABP licht omhoog door gestegen levensverwachting

Utrecht, 2 maart 2011. De premie voor ouderdoms- en nabestaandenpensioen van ABP stijgt per 1 april 2011 met 0,5%. De premieverhoging is een gevolg van de toegenomen levensverwachting. Omdat de dekkingsgraad van ABP eind 2010 flink is bijgetrokken, hoeft het fonds niet te korten op pensioenaanspraken en - uitkeringen. De tijdelijke opslag op de premie van 1%, in het kader van herstel van de financiële positie, blijft voorlopig gehandhaafd. ABP is van mening dat de dekkingsgraad nog te beweeglijk en het herstel te pril is om deze te laten vervallen.

Eind november 2010 kondigde ABP de premieverhoging al aan, maar het fonds beschikte toen nog niet over de nieuwste prognose van het CBS die medio december verscheen om de effecten daarvan te verwerken in de premie vanaf 1 januari 2011. Uit deze nieuwe prognose blijkt dat Nederlanders naar verwachting wederom ouder zullen worden dan tot nog toe werd aangenomen. De premie voor ouderdoms- en nabestaandenpensioen stijgt per 1 april 2011 van 21,4% naar 21,9%. De Anw-premie daalt van 0,3% naar 0,2%. De aanpassing van de pensioenpremies gaat in per 1 april 2011 en is zodanig bepaald dat de benodigde premieaanpassing voor het hele jaar wordt geïnd in de resterende 9 maanden van dit jaar. Bij ABP betaalt de werknemer 30% en de werkgever 70% van de premie voor ouderdoms- en nabestaandenpensioen, bij de Anw-premie is dat respectievelijk 75% en 25%. Deze aanpassing van de pensioenpremies kost de doorsnee deelnemer ongeveer 2 euro bruto per maand.

ABP beslist eind mei of de herstelopslag ook voor de tweede helft van dit jaar gehandhaafd moet blijven en of eventueel een gedeeltelijke aanpassing van de pensioenen aan de stijging van de lonen mogelijk is. Uitgangspunt voor dat besluit is de financiële positie van het fonds per eind april.

Voor meer informatie: