Ingezonden persbericht
http://www.rijksoverheid.nl/documenten-en-publicaties/kamerstukken/2011/04/01/advies-raad-van-state-bij-stelselwijziging-cultuursubsidiering.html
1 april 2011
advies Raad van State bij stelselwijziging cultuursubsidiëring
Op 23 maart jl. heb ik met uw Kamer gesproken over een traject dat instellingen
eerder duidelijkheid geeft over de subsidies in de basisinfrastructuur na 2012. Een
meerderheid van de fracties heeft aangegeven positief tegenover mijn voorstel te
staan om het tussenjaar 2013 te schrappen en de criteria voor de nieuwe
subsidieperiode op te nemen in een ministeriële regeling.
De fractie van D66 verzocht in het overleg om die regeling voor advies voor te
leggen aan de Raad van State. Tijdens het overleg gaf ik aan dat dit, gelet op het
tijdpad van de procedure, waarschijnlijk niet mogelijk is. Ik gaf ook aan dit nog
nader te onderzoeken en u hierover schriftelijk te informeren. Dat doe ik met
deze brief.
Het overleg met Uw Kamer over mijn brief en over de concept$ministeriële
regeling staat gepland op 27 juni. Om u de stukken tijdig toe te kunnen zenden,
is besluitvorming nodig in de ministerraad van 10 juni. In het traject heeft de
Raad voor Cultuur een belangrijke adviserende rol. Eind vorig jaar heb ik de Raad
voor Cultuur om advies gevraagd over de inrichting van het nieuwe stelsel. Ik
verwacht dit advies op 2 mei. Het advies moet ik betrekken bij mijn brief, en bij
het opstellen van de concept$ministeriële regeling. Ik heb in ieder geval twee
weken nodig om dat zorgvuldig te kunnen doen. Vervolgens zal ik met de andere
overheden en de cultuursector overleg voeren. Ook de uitkomsten daarvan zullen
moeten worden verwerkt. Dit betekent dat de brief en de concept$ministeriële
regeling pas na dat moment in procedure naar de ministerraad kunnen. Meer
voorbereidingstijd heb ik niet.
Ik heb nader onderzocht wat de mogelijkheden zijn tot advisering door de Raad
van State. Formele advisering (artikel 17 Wet op de Raad van State) is niet
haalbaar binnen de hierboven geschetste planning. De Raad van State heeft in
beginsel ook geen formele adviesrol bij de totstandkoming van ministeriële
regelingen. Ik wees daar tijdens het Algemeen Overleg op 23 maart jl. al op.
De Raad van State kan op grond van artikel 21a van de Wet op de Raad van State
wel om voorlichting gevraagd worden in aangelegenheden van wetgeving en
bestuur. Op zichzelf is de Raad van State bereid om zo'n voorlichting desgevraagd
snel te geven. Toch moet voor het vragen van zo'n voorlichting en het formuleren
van een reactie daarop rekening gehouden worden met een benodigde termijn
van enkele weken. De duur die is gemoeid met het vragen van voorlichting aan
de Raad van State is derhalve zodanig, dat mij in de huidige planning niets anders
zou resteren dan het overleg met de externe partijen in te korten. Dat vind ik niet
wenselijk.
Het proces volgens de huidige planning doorlopen en tevens voorlichting aan de
Raad van State vragen, leidt er dus toe dat wij een Notaoverleg over de brief en
de concept$ministeriële regeling pas na het zomerreces - dus op zijn vroegst in
september - kunnen voeren (als bijlage bij deze brief is een toelichtende tijdsbalk
opgenomen). Dit uitstel zou betekenen dat de versnelde procedure waar de
meerderheid van de fracties vorige week positief tegenover stond geen doorgang
kan vinden, omdat de voorbereidingstijd die instellingen dan nog rest voor de
nieuwe situatie te kort is. Ik ben in dat geval weer genoodzaakt terug te vallen op
het scenario dat ik u in december heb voorgelegd: de subsidiebesluiten voor de
nieuwe periode zouden dan pas op Prinsjesdag 2013 bekend worden. In het
belang van de duidelijkheid voor instellingen en de andere overheden acht ik dat
laatste niet wenselijk.
de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
Halbe Zijlstra