Nederlandse Vereniging van Journalisten
Het goede humeur van de hoofdredacteur
vrijdag 1 april 2011 | Het bestond nog niet, een evenement waar
hoofdredacteuren van publiekstijdschriften elkaar ontmoeten en praten
over de ontwikkelingen van het vak. En daarom organiseerde NVJ Academy
en de Groep Publiekstijdschriften van het NUV de 1ste Hoofdredactiedag.
Locatie: de Hermitage te Amsterdam. Gespreksonderwerpen:
tijdschriftontwikkelingen, wat moeten we doen met internet, management
en natuurlijk het hoofdredacteurschap zelf. `Het is de dure plicht van
een hoofdredacteur om altijd een goed humeur te hebben.'
`Wie niks meer kan, kan altijd nog hoofdredacteur worden', zei Jan
Blokker in 2009. Barbara van Beukering, hoofdredacteur van Het Parool,
refereert niet voor niets aan deze uitspraak. Ze heeft veel ontzag voor
journalisten die goed kunnen schrijven. `Maar als hoofdredacteur moet
ik deze journalisten dusdanig faciliteren dat de krant er beter van
wordt.' Dat vereist wel degelijk een aantal eigenschappen, zoals
enthousiasmeren, inspireren, gevoel voor taal, perfectioneren, hard
werken, rekenen en commercieel inzicht. Maar bovenal moet je een goed
humeur hebben, want dat zie je terug in de krant. `Het is de dure
plicht van de hoofdredacteur om altijd een goed humeur te hebben.' En
dan het belangrijkste: je moet visie hebben, elke vezel van je blad
kennen, precies weten wat je met je blad wilt, je visie kunnen
overbrengen en je koers bewaken. `De bedoeling is dat je redacteuren
dezelfde keuzes maakt als de hoofdredacteur.'
Van Beukering, gepokt en gemazeld in de bladenwereld (o.a. Avantgarde,
BLVD, Volkskrant magazine) kent de verschillen tussen tijdschriften en
bladen als geen ander. Het grootste verschil is toch wel de strakke
deadline van een krant. De consequentie is dat er weinig tijd over
blijft voor creativiteit. `Je moet geen slaaf worden van je
productieproces, dus je moet iets organiseren. In mijn geval zijn dat
etentjes bij mij thuis met deelredacties en dan gaan we brainstormen.
Een ander groot verschil is de regie. Een tijdschrift kun je van A tot
Z regisseren, maar een krant wordt steeds weer ingehaald door het
nieuws.'
Overeenkomsten tussen kranten en tijdschriften zijn er ook, en ze zijn
er steeds meer. `Ook bij kranten wordt vormgeving steeds belangrijker.
De tijd dat een krant moeiteloos 3000 woorden op een pagina publiceerde
is voorbij.' Ook de manier van nadenken hoe je als medium het nieuws
brengt, noemt ze een overeenkomst. `Nieuws is overal en de krant moet
bedenken welke creatieve invalshoek bij het nieuws hoort.' Een andere
overeenkomstige trend is de groei van het aantal freelancers ten
opzichte van vaste redacteuren. En ook de relatie met commercie
verandert snel.
Over het hoofdredacteurschap zegt ze tenslotte: `Een hoofdredacteur
heeft veel weg van de manager die zich bezighoudt met begrotingen en
vakantieregistratiesystemen. Maar het vak is vooral een creatief vak
wat je veel op je gevoel moet doen. Dat mag je nooit vergeten.'
Het verhaal van Barbara van Beukering is herkenbaar voor andere
hoofdredacteuren. Frits van Exter, hoofdredacteur van Vrij Nederland:
`Het goede humeur van een hoofdredacteur tikt inderdaad door in de
kolommen. Eigenlijk zou de hoofdredacteur een glimlachende stewardess
moeten zijn. Terwijl het toestel dreigt neer te storten, blijft ze nog
steeds glimlachen.'
En dan is er natuurlijk die allesbepalende vormgeving, die ook Van
Beukering noemt. `Als blad ontwikkel je je eigen beeldtaal', zegt
Hilmar Mulder, hoofdredacteur van Grazia en Hoofdredacteur van het Jaar
2010. `Daarmee zet je een visuele herkenbaarheid neer. De redacteuren
weten heel goed welke foto's wel en niet geschikt zijn.'
De hoofdredacteuren zijn vandaag de dag echter niet alleen meer
bladenmakers voor printuitgaven. Internet is erbij gekomen en dat zorgt
voor de nodige hoofdbrekens. Websites vragen onophoudelijk om nieuws en
veel tijdschriften zijn dat niet gewend. Maar als bezoekers van de
websites stilstaand water ontdekken omdat het nieuws niet wordt
ververst, is het snel afgelopen met het bezoek. Het merkwaardige is
bovendien is dat internet de toekomst heeft, maar dat een website
minder status heeft dan een tijdschrift en weinig redacteuren bieden
zich spontaan aan. Als papier mogelijk op den duur verdwijnt dan is het
op zijn zachtst gezegd niet handig als anderhalve man en een paardenkop
zich bezighoudt met online activiteiten. Misschien zou de komst van de
iPad het probleem kunnen opheffen, oppert Frits van Exter. Veel
tijdschriften zijn al te vinden op iPad of hebben plannen in die
richting. `iPad kan als een vliegwiel fungeren die het multimediaal
denken aanjaagt.'