Rijksoverheid
1 april 2011
Opneming dieet tegen ADHD in zorgpakket
Uw brief 16 februari 2011 Correspondentie uitsluitend richten aan het retouradres met vermelding van de datum en het kenmerk van deze brief.
Geachte voorzitter, Met de brief van 16 februari 2011, kenmerk 2011Z02367/2011DO7504, heeft de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport verzocht mijn reactie te ontvangen op een brief die de vaste commissie heeft ontvangen van de heer C.J.M. van 4 februari 2011. De heer C.J.M. vraagt in zijn brief de aandacht voor een dieet voor kinderen met ADHD. Hij geeft aan dat de kosten van die behandeling niet binnen de zorgverzekering vallen. Naar aanleiding van zijn verzoek merk ik op dat alleen de vergoeding van polymere, oligomere en modulaire dieetpreparaten behoort tot farmaceutische zorg waarvoor de in de Zorgverzekeringswet (Zvw) geregelde zorgverzekering dekking biedt. Diëten als zodanig worden niet ten laste van de Zwv vergoed. In de situatie waarop de brief van de heer C.J.M. betrekking heeft, gaat het echter niet om de vergoeding van een dieet als zodanig, maar om de vergoeding van een behandeling van ADHD. De behandeling houdt in het vaststellen van de voor het bet
reffende kind passende voeding. Het onderzoek is voor zover dat mij is gebleken uit de bijgevoegde link, gericht op het verwerven van inzicht in de voedingsmiddelen die het betreffende kind met ADHD het best zou kunnen vermijden. De heer C.J.M. zou vervolgens graag zien dat de behandeling die zijn kinderen ondergaan zou worden vergoed. Allereerst merk ik op dat de beslissing om een behandeling te vergoeden alleen door zijn eigen zorgverzekeraar kan worden genomen. De Zvw legt die verantwoordelijkheid bij de zorgverzekeraar neer. Bij de inwerkingtreding van de Zvw heeft de wetgever bepaald dat de inhoud en omvang van de te verzekeren prestaties mede worden bepaald door de "stand van de wetenschap en praktijk en, bij het ontbreken van een zodanige maatstaf, door hetgeen in het betrokken vakgebied geldt als verantwoorde en adequate zorg en diensten" (artikel 2.1, tweede lid, van het Besluit zorgverzekering verder stand van de wetenschap en praktijk). Doel van deze bepaling is dat a
lleen bewezen effectieve zorg vanuit het basispakket wordt vergoed.
Gelet op de wettelijke taak van pakketbeheer zal het College voor zorgverzekeringen (CVZ) moeten beoordelen of een bepaalde vorm van zorg in overeenstemming is met de stand van de wetenschap en praktijk. Ik begrijp dat de betrokken zorgaanbieder zich inmiddels ook tot het CVZ heeft gewend met het verzoek om deze behandelwijze te toetsen aan het bovengenoemde wettelijke criterium. Het CVZ zal vervolgens de betrokken zorgaanbieder op de hoogte brengen van zijn standpunt. Als dat standpunt zou inhouden dat deze zorg in overeenstemming is met de stand van de wetenschap en praktijk, behoort deze tot de verzekerde zorg. Ik vertrouw er op dat ik u met het voorgaande voldoende heb geïnformeerd. Hoogachtend, de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
mw. drs. E.I. Schippers