Gemeente Utrecht

2011 SCHRIFTELIJKE VRAGEN
18 Vragen van de heer drs. A. van Waveren
(ingekomen 14 februari 2011
en antwoorden door het college verzonden op 31 maart 2011)

Het adviescollege vermindering administratieve lasten (Actal) heeft onderzoek gedaan naar de nalevingslasten van duurzaam inkopen . Daar is door veel verschillende partijen op gereageerd, waaruit blijkt dat de conclusies inderdaad aanleiding zijn opnieuw naar het duurzaam inkoopbeleid van de overheid te kijken . De CDA-fractie is ervan overtuigd dat duurzaam inkopen een goede en verstandige keuze is van de gemeente, maar heeft twijfels bij de wijze waarop dat nu geoperationaliseerd wordt. Onder andere naar aanleiding van het genoemde onderzoek lijkt het verstandig de gekozen werkwijze te heroverwegen.


1. Is het college bekend met het onderzoek van het Actal en de reacties van o.a. VNO-NCW en MKB Nederland ?

Ja.

De gemeente Utrecht koopt in volgens de in het onderzoek beschreven landelijke criteriadocumenten. Actal concludeert dat deze wijze van het stellen van inkoopcriteria onder andere:" Duurzaamheidscriteria leiden tot lagere innovatie dan mogelijk en hogere kosten door beperking in criteria en onvoorspelbaarheid over ontwikkelingen in de criteria en bijbehorende termijnen." Als onderbouwing hiervoor wordt aangegeven dat de criteria te vaak overlappen met bestaande eisen vanuit (Europese) regelgeving en omdat er geen helderheid is over de richting waarin de criteria aangescherpt worden. Daarom is er onvoldoende zekerheid om investering te doen in innovatie en productontwikkeling. Bovendien vormen de criteria een ondergrens waardoor een onderneming met hogere ambities daarvoor onvoldoende waardering krijgt bij inkooptrajecten. Beoordeling op duurzaamheid krijgt daarmee snel een normatief en defensief karakter, terwijl het inkoopbeleid juist een innovatieve en veranderingsgerichte prikkel zou moeten afgeven.


2. Deelt het college op basis van de eigen inkoopervaringen deze en andere conclusies uit het Actal onderzoek? Zo nee, waarom niet?

Deels. Wij zien bij inschrijvingen op aanbestedingen dat de ondergrens waarborgt dat leveranciers duurzaam als belangrijk onderwerp beschouwen. Minimale duurzaamheid is een goede start maar wij streven naar meer. Als ondernemers meer doen leidt dat bij inschrijvingen op aanbestedingen waarbij duurzaamheid in een duidelijk en objectief criterium voor gunning is verwerkt tot een betere waardering en dus meer kans op het winnen van de opdracht. Recente voorbeelden van aanbestedingen waar Utrecht de lat voor duurzaamheid hoog heeft gelegd zijn de "verwerking groenafval (energieopbrengst uit verwerking van het afval)" en "trapliften (hergebruik van bestaande installaties)". Verder stellen wij contracten zo op, dat er geen belemmeringen zijn om in de uitvoering duurzaamheid te bevorderen. Zo kunnen we in de lopende aanbesteding wagenpark vanuit ons eigen mobiliteitsbeleid alle bestaande en nog te ontwikkelen schone auto's aanschaffen. Dat sorteert voor op de ontwikkeling van meer duurzame vervoermiddelen in de toekomst.

Daarnaast wordt geconcludeerd dat de omvangrijke hoeveelheid criteria druk oplevert om producten te certificeren. Certificering is echter vaak een kostbaar proces waardoor het vooral voor grotere ondernemingen aantrekkelijk is. Het CDA vindt dat het MKB een eerlijke kans moet krijgen om aanbestedingen van de gemeente te winnen.


3. Deelt het college de zorg van de CDA-fractie over de druk om producten en processen te certificeren en de gevolgen hiervan voor het MKB? Zo nee, waarom niet?

Nee. Beoordeling of producten en diensten voldoen aan duurzaamheid is lastig. Certificerende instellingen kunnen op basis van criteria een goede analyse maken van leveranciers en hun producten en diensten. Deze expertise is binnen de gemeente niet voorhanden op alle producten en diensten die de gemeente inkoopt. Keurmerken vormen een waarborg voor de gelijke behandeling van alle leveranciers. Duurzaamheidskeurmerken zijn niet ontstaan als reactie op de vraag van overheden maar als initiatief in de markten van maatschappelijk verantwoord ondernemen. Op ander gebieden zoals veilig werken (VCA) en goede administratieve processen (ISO9001) zijn er ook keurmerken en certificering waar ook het MKB zich aan verbindt. Het biedt onderscheidend vermogen aan ondernemers in een drukke en concurrentiegevoelige markt.

Bovenstaande en andere conclusies overwegende is de CDA-fractie van mening dat het goed is het Utrechts beleid voor duurzaam inkopen tegen het licht te houden en de vraag te stellen of het (nog steeds) wenselijk is aan te sluiten bij de landelijke criteria. Daarbij is ook de beperkte aandacht voor maatschappelijke duurzaamheid een zorg. De CDA-fractie is er dan ook van overtuigd dat er andere wijzen zijn om het inkoopbeleid vorm te geven, die hetzelfde of meer effect hebben op de duurzaamheid van de ingekochte werken, producten en diensten, maar minder administratieve lasten en meer innovatie tot gevolg hebben.


4. Is het college bereid, vooruitlopend op eventuele landelijke hervormingen, het eigen beleid voor duurzaam inkopen in 2011 te evalueren, als uitwerking van het duurzaamheidsplan en als onderdeel van de organisatiebrede doorlichting van het inkoopbeleid, en daarbij nadrukkelijk bovenstaande zorgen te betrekken? Zo nee, waarom niet?

Wij zoeken al langer - los de bevindingen van Actal - naar manieren om duurzaamheid(scriteria) een grotere rol te geven bij de gemeentelijke aanbesteding en inkoop.


-----------------------
www.actal.nl/newsitem/Duurzaam+inkoopbeleid+fundamenteel+herzien/-1/10224/nl/ Zie o.a. vno-ncw.nl/SiteCollectionDocuments/Brieven/brief11-10091_incl_bijl.pdf en het artikel "Inkoopbeleid van de overheid moet beter, waarin ook MKB Nederland, MVO-Nederland en De Groene Zaak aandringen op herziening van het beleid. (Trouw van 10-2-2011, p.15)

---- --